‘Vragen stellen is een oefening in nieuwsgierigheid’

Arjen Uil | 11 april 2025
  • Interview
  • Thema-artikelen

Wat zijn helpende manieren om naar jongeren te kijken? Wat betekent het om ‘hart voor jongeren te hebben’? Jeugdwerkadviseur Arjen Uil in gesprek met Jos de Kock, godsdienstpedagoog en hoogleraar Praktische Theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) Leuven. ‘Zijn wij als kerk geroepen om individuele mensen te begeleiden?’

Wat betekent ‘hart voor jongeren hebben’ volgens jou?

‘Dat is fundamenteel. Het woord ‘jongeren’ in zo’n zinnetje is een specificatie van iets algemeens. Het is belangrijk als christen en als kerk dat je hart voor mensen hebt en dus ook voor jongeren. Waarom zou het nodig zijn om juist jongeren in de picture te zetten?’

Je vindt het opmerkelijk dat er specifiek hart voor jongeren staat?

‘Het is wel te verklaren. De ene reden heeft te maken met de ontwikkelingsfase van jonge mensen. Voor hen hoort een speciale zorg te zijn, gewoonweg omdat ze nog niet dezelfde verantwoordelijkheid kunnen dragen als volwassenen. De tweede reden is dat jongeren vaak gezien worden als ‘nog niet’. Ze maken leuke, grappige opmerkingen, maar als we echt serieus worden, hebben ze nog veel te leren. Om ze daar vandaan te halen, moet je ze begeleiden. Tegelijkertijd zeggen veel mensen: we kunnen jongeren gewoon nemen zoals ze zijn, zonder ze per se ergens te willen brengen.’

Heb je voorkeur voor een zienswijze?

‘Ik denk dat beide waar zijn. Er mag ontwikkeling nagestreefd worden. Als jongeren ergens nog niet zijn, mogen ze daar gebracht worden. Dat zullen ze zelf in de meeste gevallen ook willen. Zichzelf ontplooien, ontdekken, verder komen, dingen leren. Tegelijkertijd is het geloofsleven niet een arena waar constant druk op moet zitten om verder te komen. Er mag ook rust zijn: dit is wat het is.’

Wat zijn helpende beelden om naar jongeren te kijken?

‘Ik heb twee rijtjes van drie manieren. De eerste manier is: de jongeren bekijken als individu. De jongere heeft haar of zijn persoonlijke weg te gaan met God en Jezus. Die manier van kijken, namelijk heel individueel, kan zinvol zijn, maar kan ook in de weg zitten. Een tweede manier van kijken die juist heel erg belangrijk is in het leven van tieners, is dat een jongere op zichzelf niet echt een jongere is. Een jongere is onderdeel van een groep. Daarin zit ook een theologische laag. Zijn wij als kerk geroepen om individuele mensen te begeleiden? Of zijn wij als kerk geroepen om als gemeenschap op weg te gaan? De derde manier is kijken naar jongeren vanuit het perspectief van God. We spreken bijvoorbeeld over mensen als kinderen van de Vader. Het andere rijtje heeft veel meer te maken met kijken naar jongeren in relatie tot de bredere cultuur. De eerste manier van het rijtje is het bekijken van jongeren alsof ze in een soort ‘alien fase’ zitten. Ze zitten in een andere wereld, onbereikbaar. Je snapt helemaal niks van waarmee ze bezig zijn en waarover ze zich druk maken. Op enig moment komen ze weer terug op aarde. Voor de een is dat vroeger dan voor de ander. De tweede manier in dit rijtje is het zien van de tienertijd als een ontwikkelingsfase waar je doorheen moet. Tijdens die fase ontvangt de jongere bouwstenen die leiden tot volwassenheid. Ze zijn niet compleet in een andere wereld, maar ze zijn zich aan het ontwikkelen, in de goede richting. Een derde manier is het zien van het gedrag van jongeren als reactie op wat ze ervaren. Dit kan een spiegel zijn voor de kerk, de wereld en volwassenen. Wat is dan de reflex? De eerste reflex zou moeten zijn om daarnaar gewoon eens te luisteren. En in die spiegel te kijken. Wat zegt dat over mijzelf en wat betekent dat voor de wereld om ons heen? Het gaat erom dat je oprecht met elkaar op het spoor komt van de dringende zaken van nu.’

Heb je tips hoe je dat kunt aanpakken?

‘Het is belangrijk om de groep zijn werk te laten doen. Dat jongeren in relatie met elkaar ruimte hebben. Dan gebeuren in zichzelf belangrijke dingen. Het is ook noodzakelijk dat je vragen stelt. In de voorbereiding van dingen is vaak de eerste vraag die je jezelf stelt: ‘Wat ga ik vertellen?’ of ‘Waarover ga ik het hebben?’ Maar denk ook na welke vragen je juist aan hen kunt stellen. Dat is een oefening in nieuwsgierigheid, vanuit de verwachting dat mensen zich openen op een manier die hen helpt. Omdat ze voor de dag mogen komen met zichzelf.’

Zijn er ook niet-helpende manieren om naar jongeren te kijken?

‘Niet-helpend is dat je denkt te weten hoe het zit. Dat je denkt: oh, hier is een jongere en dus… Ga niet invullen, zo van: die is gewoon irritant of die snapt het nog niet. Je kunt ook een vraag stellen, op zijn minst aan jezelf: waardoor zou het gedrag van deze jongere komen? Wees in ieder geval uitnodigend voor anderen om voor de dag te komen.’

Wat zijn momenten van hoop?

‘Durf te werken vanuit het idee dat God met jongeren begaan is en dat het in die zin niet afhangt van jou. Blijf ondanks afnemend kerkbezoek toch vertrouwen. Jongeren komen in aanraking met geloof, zoals wanneer ze een keer een gebed meemaken, kerkgebouwen zien, de Bijbel lezen en mensen ervaren die serieus bezig zijn met hun geloof. Dat zijn allemaal momenten om hoop te hebben.’

Jos de Kock is godsdienstpedagoog en hoogleraar praktische theologie aan de Evangelische Theologische Faculteit, Leuven, hij is daar ook rector en administratief directeur. Daarnaast is hij coördinator van het onderzoeksinstituut ISREYM: Research Institute for the Study of Religious Education and Youth Ministry. Hij is getrouwd en heeft een gezin met vijf (pleeg)kinderen.

 

 

 

 

Zonde als onderdeel van christelijke levenskunst

Zonde als onderdeel van christelijke levenskunst

Wolter Huttenga
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Het beloofde land in de zending

Het beloofde land in de zending

Bob Wielenga
  • Essay
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief