Dick en Jeannette Westerkamp over 20 jaar charismatische vernieuwing
- Interview
- Thema-artikelen
Het was eind jaren ’80 en ze zaten nog maar net in Rwanda om les te gaan geven aan een theologische faculteit toen Dick en Jeannette Westerkamp een New Wine-conferentie bezochten. Het raakte een snaar. ‘Wat ons trof was het besef dat de levende God in ons midden is en dat je veel van Hem te verwachten hebt.’
Dick en Jeannette Westerkamp woonden van 1988 tot 1993 met hun gezin in Oeganda en Rwanda, waar ze docent waren aan theologische opleidingsinstituten. Terug in Nederland streken ze neer in Houten, waar Dick sinds 1993 predikant is van de NGK De Lichtboog. Hij stond aan de wieg van New Wine Nederland en werkte daar mee aan retraites en conferenties. Jeannette werkt sinds 2007 als justitiepredikant.
Dick en Jeannette kwamen elkaar tegen tijdens hun studie theologie in Groningen, in de eerste helft van de jaren ’70. Jeannette: ‘We kwamen uit twee heel verschillende kerkculturen. Ik ben van hervormde komaf, Dick was Nederlands-gereformeerd. Daarin moesten we echt onze weg zoeken. Maar wat we deelden was een verlangen naar God, iets wat in het strikt wetenschappelijke klimaat van de studie geen plekje kreeg. Als het bijvoorbeeld ging over de eerste gemeente en wat daar allemaal gebeurde, dan was voor ons allebei de vraag waarom je daar in het hier en nu zo weinig van terugzag.’
Dick: ‘Om iets te noemen: nadat we getrouwd waren zaten we in de Tehuisgemeente een aantal jaren bij een gebedskring. Daar gebeurden mooie dingen en werd in allerlei opzicht voorbede gedaan. Maar toch was het tijdens die conferentie in Afrika anders. Het viel ons direct op dat daar met zoveel meer verwachting werd gebeden. Terugkijkend op de afgelopen jaren is New Wine echt een antwoord geweest op ons verlangen naar Gods nabijheid in ons leven en in de gemeente.’
Speurtocht
Jeannette: ‘In Afrika hebben we veel geleerd over Gods aanwezigheid in concrete dingen, klein en alledaags. Toen we net in Oeganda waren, hadden we niks. We sliepen op een matje op de grond. Onze Amerikaanse buren zeiden: waarom bid je niet voor een matras? Maar zoiets vond ik veel te banaal om voor te bidden. Maar onze oudste zoon Jonathan miste zijn driewieler en hij bad er elke avond om. Op een gegeven ontmoetten we een Nederlandse pater en het eerste wat Jonathan hem vroeg was: hebt u een driewieler? Laat die nou net meegekomen zijn met een zending vanuit Nederland voor een kindertehuis. Met één driewieler kun je niet veel in een kindertehuis, dus zo kreeg Jonathan zijn driewieler. Nou, zo’n moment hielp mij wel om te bidden voor een matras. Je gaat concreter bidden, zo merkten we in onze Afrikaanse tijd.’
‘Nog geen paar minuten na ons gebed kwam er een VN-legerwagen voorbij, een soort barmhartige Samaritaan met een grote jerrycan’
‘We zijn weleens zonder benzine komen te staan in heel gevaarlijke omstandigheden in het regenwoud’, vervolgt Jeannette. ‘Dan ga je wel bidden om benzine. Nog geen paar minuten later kwam er een VN-wagen voorbij, net op dit stukje weg, in the middle of nowhere. Een soort barmhartige Samaritaan met een grote jerrycan. Wonderlijke momenten. Tegelijkertijd maakten ze elkaar in die tijd ook af in Rwanda, met van die vreselijke hakmessen. Wat hebben we gebeden om vrede en verzoening, maar dat leek niet te helpen. Bizar is dat.’
Het leven is voor Jeannette soms als een speurtocht door het bos, met af en toe een vlaggetje, zodat je weet dat je op de goede weg zit. Zonder dat dat veel zegt over wat er verder allemaal gebeurt in dat donkere bos. ‘Dat is voor mij een heel belangrijk beeld. De wereld is geen ziekenhuis, waar iedereen genezen wordt. Het is als Betesda, waar één man genas. Lijden en vervolging en zoveel meer is er ook. En het wordt ons ook gezegd dat dat er zal zijn. Het hoort allemaal bij het zoeken naar het koninkrijk.’
Spagaat
Vier jaar na die eerste conferentie in Afrika gingen Dick en Jeannette tijdens een verlof op bezoek bij de gemeente in Engeland waar New Wine is ontstaan. Dat was de beslissende impuls voor hun kerkelijk werk in Nederland.
Wat hebben hun hogere verwachtingen van Gods werk in het hier en nu losgemaakt? Dick: ‘We hebben heel bijzondere dingen zien gebeuren, zoals mensen die genezing ontvingen of bij wie een geweldige ommekeer in hun leven kwam. En je moet altijd open zijn voor de mogelijkheid dat iemand op een andere manier gezegend wordt dan hij verwacht. Maar soms gebeurt er voor je gevoel niets. Bijvoorbeeld wanneer mensen sterven voor wie zo hard gebeden is. Of wanneer jongeren wegraken bij God, ondanks de gebeden. Dat geeft spanning tussen hoge verwachtingen van wat God kan doen en de pijnlijke teleurstelling wanneer er niks gebeurt.’
Jeannette: ‘Je hebt het niet in de hand, dat merk je steeds weer opnieuw. Toch is ons verlangen richting God door de jaren heen eerder sterker geworden dan zwakker. Al is het door de teleurstellingen waar je tegenop loopt soms wel moeilijk om ongecompliceerd van God te blijven verwachten. Het verlangen is dus heel intens, maar het verwachten is soms zwaar. Je ervaart iets van een spagaat: God kan het, maar doet het niet.’
Dick: ‘In 2000 hadden we een interview met het Nederlands Dagblad. De kop was “Tekenen van de Geest maken het ons niet altijd gemakkelijker”. Dat was dus voordat hier in Nederland de hele beweging van New Wine op gang kwam. Maar zo ervaren we het nog steeds.’
Mist
De Westerkampen realiseren zich heel goed dat ze met het charismatische gedachtegoed een deur hebben opengezet. Gaan mensen er niet heel verkeerde kanten mee op? Houd je de controle?
Jeannette noemt het ‘welvaartsevangelie’ één van de gevaren van het charismatische denken. Kortweg: als ik geloof in God, dan gaat het goed met mij. ‘Juist daar is het Nieuwe Testament confronterend. Jezus roept Petrus in zijn dienst en zegt: “Jij zult me verheerlijken door je dood.” Dat staat haaks op onze cultuur, waarin we zo veel hebben en kunnen. Je hebt er recht op en dat onmiddellijk. Wij zijn nauwelijks meer gewend om te wachten. Terwijl verwachten juist veel te maken heeft met wachten. Dat is één kant.’
‘De wereld is geen ziekenhuis, waar iedereen genezen wordt’
‘Een ander gevaar is de maakbaarheidsgedachte’, vervolgt Jeannette. ‘Er kan zo veel in onze cultuur en daar zijn we meer en meer op gaan vertrouwen. Je hoort Petrus en Johannes zeggen: “Goud en zilver, dat hebben we niet.” Maar wij hebben dat wel. En daar stellen we ons op in. Gebeurt er een ongeluk, dan bel je 112 en ga je niet staan bidden. Door alles wat we hebben en kunnen, lijkt geloof er minder toe te doen. Het verbaast me niet dat er bij ons “in geloof” minder gebeurt dan in Afrika.’
Maar de andere kant is er toch ook? Dat je dankt voor iemand die gezond uit het ziekenhuis komt? De medische wetenschap als zegen? Jeannette: ‘Dat is het óók. En ik denk dat het heel belangrijk is dat je God zoekt op de plek waar je leeft. Maar het zou kunnen dat wij, gezien alles wat we hebben en kunnen, door een heleboel mist moeten kijken om iets van God te zien. Is het toevallig dat je de kerk in de loop van de eeuwen steeds weer ziet weg migreren van de rijke landen naar de arme?’
Nuchterheid
De één ervaart vaak meer van God dan de ander. Wat moet je met die lastige kant? Dick herkent het, ook persoonlijk. ‘Voor mij is het heel belangrijk dat je als christen deel uitmaakt van een gemeenschap. Als iemand minder van Gods werkingskracht ervaart, dan is er altijd de ervaring van anderen waarin hij mag delen. Dat is de kracht van de gemeenschap. Het is de plek waar je merkt hoe verschillend mensen zijn en waar je kunt leren hoe je daar op een vruchtbare manier mee kunt omgaan – aanvullend en niet vergelijkend.’
‘Zo heb ik dat zelf ook. Om me heen zijn er mensen die veel meer van God ervaren dan ik. Ik heb moeten leren om te accepteren dat God me heeft gemaakt zoals ik ben en met me omgaat zoals goed voor me is. Terwijl je ook mag verlangen dat je breder wordt in die dingen. Maar wel in alle nuchterheid.’
‘Gebeurt er een ongeluk, dan bel je 112 en ga je niet staan bidden’
Jeannette: ‘Wat ik ook vaak zie, is dat mensen die net tot geloof gekomen zijn dingen krijgen die ik nooit heb gehad – het gemeste kalf. Daarom vind ik het ook zo leuk om te werken met mensen die God nog niet kennen. Die maken soms heel bijzondere dingen met God mee.’
Dick: ‘Daar zit ook wel iets in dat God ons zo ver wil brengen dat we Hem gaan ervaren in de gewone dingen. Dat onze wereld meer en meer zijn wereld wordt en dat we dat ook meer en meer herkennen.’
Troon
Is het koninkrijk van God voor de Westerkampen nu ook dichterbij gekomen? Dick: ‘We geloven dat het koninkrijk van God dichtbij is, maar ook dat het soms nog meer zichtbaar kan worden. Als ik preek of een gesprek met iemand heb – soms ook een lastig gesprek – dan doe ik dat altijd in het besef dat God aan mijn rechterhand is, zoals dat in Psalm 16 staat. Heel dichtbij dus. Hoe zou ik anders kunnen preken en gesprekken kunnen voeren?’
Jeannette vult aan dat het zo heerlijk is om te zien dat er in alle tijden mensen zijn geweest die heel intens leefden in Gods tegenwoordigheid. ‘Wat dat betreft is New Wine ook helemaal niet iets nieuws. Je had altijd mensen die heel dicht bij God leefden, vaak in alle eenvoud. Neem een oudere vrouw in onze gemeente. Ze heeft helemaal geen charismatische achtergrond, maar ze bidt al haar hele leven intens en geniet daar zó van, omdat ze het zo fijn vindt om bij de troon van God te zijn. Dat had ze dus al ver voordat New Wine bestond.’
Dick en Jeannette hebben er meer dan twintig jaar opzitten in hun gemeente en bij New Wine. Hoe zal het verdergaan? In de NGK Houten komt een tweede predikant, zo is de bedoeling. En New Wine kreeg recent een nieuw bestuur. Daar zou het dus best eens een andere kant op kunnen gaan.
Wat Dick en Jeannette geloven, is dat New Wine meer is dan een hype. En dat er door een vernieuwing van het denken een grotere openheid komt voor Gods tegenwoordigheid, dwars door al het rationalisme van onze cultuur heen. Een nieuwe openheid ook voor al die mensen die zoekend zijn en misschien wel weer naar een kerk gaan vragen. ‘Dat is waar we op hopen.’
Freddy Gerkema is predikant van de NGK Amersfoort-Noord.