Bijbels verkopen in hartje Jeruzalem
- Interview
Hij oogt bescheiden en is klein van stuk: Victor Kalisher, directeur van het Bijbelgenootschap in Israël. Zijn organisatie is gehuisvest in de Bijbelshop in de Jaffastraat, hartje Jeruzalem. Van een eerder bezoek herinner ik mij het bescheiden winkeltje. Nu is er meer ruimte, voldoende om het Nederlandse mediagezelschap te ontvangen. Tijdens het gesprek vertelt Kalisher over de droom die hij ooit had en over hoe het is om met orthodoxe Joden over het evangelie te praten.
Victor Kalisher is de zoon van een Holocaustoverlevende. Kort na de Tweede Wereldoorlog kwam die overlevende, Victors vader, op een wonderlijke manier tot geloof in Christus: ‘Hij kreeg het Nieuwe Testament in handen. Toen hij dit las, wist hij: Jezus is werkelijk de beloofde messias.’
Hierdoor groeide Victor in een messiasbelijdend gezin op. Op achtjarige leeftijd had hij een droom waarin hij een bijbel kreeg, met de boodschap: ‘Als je die niet pakt, loop je in het vuur.’
Je hebt die bijbel ‘gepakt’?
Kalisher: ‘Nee, ik groeide op, studeerde, diende in het leger en vond een prima baan. Toch liet de droom mij niet los; ergens zat een verlangen om God ook in mijn werk te dienen. Lange tijd gebeurde er niets. Tot ik in de Bijbelshop met een vrouw in gesprek kwam. Zij zei: “Jij bent de nieuwe directeur van het Bijbelgenootschap.” Ze waren, na het overlijden van hun directeur, op zoek naar een opvolger. Al snel volgden allerlei gesprekken. Maar toen werd het stil… Het duurde zo lang dat ik dacht: Heer, als dit van U is, geeft U mij dan een teken dat de droom uitkomt. Dat gebeurde. Ik bad of het teken de geboorte van nóg een kind mocht zijn. Dat kind kwam er, onverwacht. Nu zit ik hier alweer acht jaar.’
Werken als Bijbelgenootschap in Israël, niet het makkelijkste land, hoe gaat zoiets?
‘Het is niet eenvoudig. Toch merken we dat het werk groeit. We verspreiden nu zo’n 160.000 bijbels per jaar. Het aantal conferenties en ontmoetingen neemt toe. Je merkt dat er meer openheid voor het evangelie ontstaat.’
Hoe komt dit?
‘Mensen zijn teleurgesteld in politieke oplossingen. De hoop op verandering neemt af, de frustratie groeit. Tegelijk groeit het gevoel voor tolerantie, misschien vanuit de gedachte: zoals het nu is, kan het niet langer.’
Is het moeilijk om met een orthodoxe Jood over de Bijbel te praten?
‘Ja, want al heel snel komt de Holocaust ter sprake. Dan wil zo iemand jou bij wijze van spreken slaan: het christendom speelde immers, in zijn of haar beleving, een rol in het ontstaan van de Holocaust.’
Dan stopt het gesprek?
‘Lang niet altijd. We vragen: “Maak alsjeblieft onderscheid tussen wat mensen gedaan hebben en wat de Bijbel zegt, wat God doet. Ga met ons die zoektocht aan.” Soms wordt dit gezegend. Het aantal messiasbelijdende Joden groeit en zit op zo’n 15.000. Overigens praten niet alle messiasbelijdende Joden open over het geloof. Als ze ervoor uitkomen kan dat lastig zijn, bijvoorbeeld als een kind getrouwd is met een orthodoxe Jood.’
Moeilijk dus?
‘Ja en nee. Ja: neem onze kinderen. Zij spelen met buurkinderen, maar die mogen niet bij ons thuis komen van hun ouders. Maar ook nee: mijn geloof in Christus vervult mijn Jood-zijn. Jezus was een Jood, net als ik, en leefde in het land waarin ik woon, het land van de Bijbel.’
Zie je dat als vervulling van Bijbelse profetieën, dat het Joodse volk hier woont?
‘Ook hier past niet één antwoord. Eerst: een seculiere staat zoals Israël is een menselijke oplossing die veiligheid biedt na alle ellende van de Holocaust. Het is goed om die te blijven herdenken. Ik weet nog dat mijn vader – die elke sabbat over de oorlog vertelde, maar nooit met bitterheid – later last kreeg van nachtmerries en schreeuwend wakker werd. Vervolgens: een staat is maar een beperkt deel van wat God met mensen wil. Gods boodschap omvat veel méér: uiteindelijk helpt ook een veilige staat jou niet, uiteindelijk helpt alleen het kruis.’
Maar die staat is wel bijzonder.
‘De beschikbaarheid van de staat Israël is een wonder. Mensen komen terug en kunnen ergens terecht. Daarmee is Israël een getuigenis, naar de wereld en naar gelovigen, dat God trouw is. En als Hij daarin trouw is, dan is Hij dat ook naar jou en mij!’
Wat biedt het Oude Testament nog meer, ook in het contact met een orthodoxe Jood?
‘Veel. Het Oude Testament wijst vooruit naar de geboorte van Jezus. En het bevat de belofte dat alle volken het goede naar Israël brengen, zoals zij iets wezenlijks van Israël hebben ontvangen: Jezus. Daarin heeft ook de kerk een ‘calling’ (roeping), om het Joodse volk aan zijn oude calling te herinneren.
Natuurlijk vraag ik mij weleens af waarom God voor deze bijzondere weg koos, door eeuwenlang eerst met Abraham en later het volk Israël aan het werk te gaan. Juist dan besef ik: God is groter dan mensen. Hij vond dit de goede weg. God neemt de tijd om te onderwijzen. Dat deed Hij met Israël en dat wil Hij met anderen doen, ook met jullie, christenen in Europa. En laten zijn kinderen maar aan die roeping gehoor geven.’
‘De volheid der heidenen’
In het gesprek met Victor Kalisher kwamen ook de bekende hoofdstukken in de Romeinenbrief over Israël ter sprake. Een veelbesproken onderdeel is de passage over de ‘gedeeltelijke verharding van Israël (…) totdat de volheid der heidenen binnengaat’ (NBG 1951-vertaling).
Victor Kalisher komt met een opvallend praktische en appellerende exegese: de ‘fullness of gentiles’ is niet kwantitatief maar kwalitatief bedoeld. ‘Volheid’ zegt: zodra mensen dicht bij God zijn en met Hem leven, fungeren zij als ‘levende beenderen’, voor anderen om hen heen én voor Joden.
Daarmee past dit binnen de boodschap van de héle Bijbel: ‘Kijk niet naar het Nieuwe Testament alleen vanuit het Oude, besef dat God Zichzelf gaf, in zijn Zoon, om Joden en niet-Joden bij Hem terug te brengen. Zorg dus dat je lééft. En ook alleen zó kunnen wij ons werk als Bijbelgenootschap doen.’
Meer inspiratie
Meer lezen over het Bijbelgenootschap in Israël? Kijk op www.biblesocietyinisrael.com en www.biblesociety.org.
Leendert de Jong werkt in de media en is oud-hoofdredacteur van
OnderWeg.