Met God op weg

Daniel Timmerman | 11 juli 2015
  • Woordzoeker

Ik sla mijn ogen op naar de bergen,
van waar komt mijn hulp?
(Psalm 121:1)

De eerste dag van onze vakantie is meestal nog niet echt ontspannen. Het inpakken van alle kleren, etensspullen, boeken en speelgoed levert de nodige stress op. Bijna altijd vertrekken we flink later dan gepland. Toch lukt het ons meestal om voor vertrek nog even een rustig moment te vinden, waarin we bidden om een fijne vakantie. En soms lezen we dan ook Psalm 121.

(beeld ewastudio/123rf.com)

(beeld ewastudio/123rf.com)

Een kleine zoekactie op internet leert me dat wij niet de enigen zijn die deze psalm lezen rond de vakantie. Dat lijkt voor de hand te liggen, want Psalm 121 gaat over reizen en op weg zijn. En over bergen – voor veel mensen een verwijzing naar de natuur waar we in de vakantie van willen genieten. (Zouden ze in Zwitserland ook deze psalm lezen in vakantietijd?)

Toch is Psalm 121 geen vakantiepsalm. Het is een lied van een pelgrim, op weg naar Jeruzalem om de HEER te loven (Psalm 122). Zijn vertrekpunt is een plek waar hij zich vreemd en aangevallen voelt (Psalm 120). En de natuurelementen die hij onderweg tegenkomt – bergen, zon en maan – zijn eerder bedreigend dan plezierig.

Vertaald naar nu lijkt de psalm meer toegesneden op de situatie van vluchtelingen, die letterlijk bergen, zeeën en woestijnen moeten overwinnen om aan de ellende te ontkomen. ‘HEER, wees hun wachter en bewaar hen voor het kwaad.’ Het voelt haast misplaatst om deze psalm te lezen wanneer wij op vakantie gaan in onze comfortabele auto met airbags.

Ontzag

En dan nog iets. Is het niet flink overdreven om stil te staan, met Bijbel en gebed, bij een vakantiereis, terwijl we het hele jaar door onderweg zijn? In vroeger tijden was reizen iets bijzonders. De premoderne mens had heilig ontzag voor land- en waterwegen. Men had de behoefte om het komen en gaan, uitgaan en ingaan te markeren met een offer of een gebed.

Katholieken brandden een kaarsje en protestanten lazen een passend Schriftgedeelte, zoals Psalm 121. Maar reizen is al lang niet meer bijzonder en het betreden van een weg roept geen heilig ontzag meer op. Veel mensen rijden in hun leven tientallen keren per auto de aardbol rond. Een vakantiereis is gewoon een reis, maar dan een met een (hopelijk) plezierige bestemming.

Zuinig

Iets in mij heeft daarom de neiging om Psalm 121 niet meer te lezen voordat we op vakantie gaan. Het lijkt over the top. Bovendien ben ik een beetje zuinig op deze psalm. Je moet hem niet te vaak lezen en zingen, anders worden de woorden hol en raken de klanken sleets.

En toch… Toch neem ik me voor om Psalm 121 weer te gaan lezen deze zomer. Nou ja, als het tenminste lukt in de drukte van de eerste vakantiedag. Waarom? In de eerste plaats omdat ik geloof in de kracht van betekenisvolle gewoontes. Juist in de drukte van een jong gezin. Juist in een tijd waarin er weinig symbolen en gewoontes over zijn die verwijzen naar de werkelijkheid van God.

In de tweede plaats omdat ik af en toe stilgezet wil en moet worden bij mijn kwetsbaarheid. Ik moet soms actief ‘mijn ogen opslaan naar de bergen’, en leren vragen ‘van waar komt mijn hulp?’ Niet om mezelf of anderen bang te maken of gevaren uit te vergroten. Wel om weer actief mijn leven toe te vertrouwen aan God, ook als we ‘gewoon’ op vakantie gaan. ‘Mijn hulp komt van de HEER die hemel en aarde gemaakt heeft.’

Nadenken
De vakantie kan een tijd zijn om persoonlijk of als gezin ruimte te maken voor bidden en Bijbellezen. Wat helpt jou of jullie daarbij? Wat gaat er mee in de koffer?

Over de auteur
Daniel Timmerman

Daniël Timmerman is predikant van de NGK Eindhoven.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief