Levensechte liederen over God en mensen

Bas Luiten | 31 oktober 2015
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Psalmen zijn op een bijzondere manier woorden van God en mensen. Vaak kwamen ze bij mensen diep uit hun hart. Tegelijk zijn ze geïnspireerd door de heilige Geest. We zingen en leren zingen, ook boven onszelf uit.

Met onze ongepolijste angsten en klachten moeten wij naar God gaan, niet met wat we zelf al een beetje opgelost denken te hebben. (beeld Katarzyna Bialasiewicz/123rf)

Met onze ongepolijste angsten en klachten moeten wij naar God gaan, niet met wat we zelf al een beetje opgelost denken te hebben. (beeld Katarzyna Bialasiewicz/123rf)

De psalmen zijn echt. Er zit heel wat wijsheid in, maar ze zijn geen dogmatiek. Ze gaan over het leven zelf, met alles wat ons daarin overkomen kan. Het leven met God, wel te verstaan. Al is Hij soms zoek. Alles wat een mens verlangen en vrezen kan, wordt verwoord. De vreugde is herkenbaar, het zuchten ook en het vragen.

Er is een psalm voor elke situatie. Wat je ook overkomt, je vindt herkenning. Je komt thuis. Als je verward bent van verdriet, vind je hier woorden om het te zeggen. Als je benauwd bent, vind je hier ruimte. Als je eenzaam bent, kom je hier in goed gezelschap.

De psalmen bezingen hoe rauw het toegaat in deze wereld, wat mensen elkaar aandoen. De hooghartige blikken, het oordelen, het goddeloos handelen en al het onrecht doen zo veel pijn. Kinderen werden vermoord voor de ogen van ouders, die voor God hun nood klagen en vragen om vergelding (Psalm 137). Het lijkt voor vandaag geschreven, en dat is ook zo. En wat kan een mens zichzelf aandoen door God te verlaten.

Toch, en dat is het krachtige geheim van de psalmen, wordt alle lief en leed bij God gebracht! Daarmee wordt de uitzichtloosheid doorbroken. Er is hoop! Zelfs de duisternis in Psalm 88, waarin geen lichtpuntje meer te ontdekken is, wordt als een angstige schreeuw opgedragen aan ‘HEER, God, mijn redder’.

Herkenning

Die zo menselijke psalmen worden letterlijk geciteerd als woorden van de heilige Geest. De jonge christelijke kerk bad woorden uit Psalm 2, als woorden van God, want ‘de heilige Geest had ze gesproken bij monde van onze voorvader David’ (Handelingen 4:25). In Hebreeën 1 worden de Psalmen 2, 45, 97, 102, 104 en 110 rechtstreeks geciteerd uit de mond van God.

Ook onze Heer Jezus heeft op die manier de psalmen op zijn lippen genomen, tot aan het kruis toe. Dus doen we de psalmen tekort als we ze laten opgaan in menselijke ervaringen en gevoelens. Het is eerder zo dat de Geest ons in deze liederen meeneemt en ons leert zingen van de God die er is, die er was en die er zal zijn, in alle situaties en er dwars doorheen.

Ook onze Heer Jezus heeft de psalmen op zijn lippen genomen, tot aan het kruis toe

Een psalm is vaak een gebed dat diep kan gaan, maar toch van toon verandert als de dichter bedenkt dat God trouw is aan zijn beloften en daarnaar handelen zal, zoals Hij daar altijd naar gehandeld heeft. Psalm 77 laat ervaren hoeveel troost het gedenken van Gods daden biedt, ook al ging zijn weg door de zee en bleven zijn voetsporen onzichtbaar. Dit geeft herkenning als iemand de weg die God met hem of haar ging niet kan begrijpen. Je kunt God niet narekenen, maar Hij brengt je wel aan de overkant. Situaties krijgen daarmee een andere horizon en al zingend worden we vernieuwd in onze manier van geloven en ervaren.

Zonder dat het woord er staat, zijn het liederen van wedergeboorte, ze raken ons in hart en ziel, verstand en gevoel. Ze leren ons verlangen naar God: ‘uw liefde is meer dan het leven’ (Psalm 63), ‘naar U verlang ik, Heer’ (Psalm 86). De dichter van Psalm 84, die vol verlangen zijn pelgrimsreis bezingt, heeft in het heiligdom uiteindelijk maar één wens: ‘God, ons schild, zie naar ons om.’

Ongepolijst

Het is bepaald niet zo dat onder de leiding van de heilige Geest de scherpe kantjes van onze pijn afgehaald worden. Hij laat juist nogal wat uitingen van kritiek en protest toe. Psalm 13, van David, begint met: ‘Hoe lang nog, HEER, zult U mij vergeten?’ Dat is nogal een uitspraak! Is dat werkelijk zo, vergeet God zijn gezalfde? Zeker niet! Strikt genomen is dit een belediging voor zijn trouw en klopt er helemaal niets van. Toch kan David het zo ervaren. Welnu, dan moet hij het kennelijk ook maar zeggen, tegen God zelf. Niet spottend, wel eerlijk.

De heilige Geest leert ons geen verstoppertje te spelen in ons zingen en bidden. Een mens mag zeggen hoe hij God niet meer ervaart, als uiting van eenzaamheid, twijfel en verdriet. In Psalm 74 vraagt Asaf: ‘Waarom, God, hebt U ons voor altijd verstoten?’ Dat gaat heel ver, verder dan ik van iemand zou durven zeggen. Hoe is het mogelijk dat we dit leren zingen? Omdat de Geest ons hart doorgrondt en daarin onze ongepolijste angsten en klachten aantreft. Dáármee moeten wij naar God gaan, niet met wat we zelf al een beetje opgelost denken te hebben.

Dergelijke uitingen passen niet in elke eredienst, je zingt ze in ieder geval niet zomaar even weg. David was onder de indruk van het wonder van het leven, hij zag Gods grootheid daarin. Tegelijk was hij diep verontwaardigd over alle godslasteraars en zong hij: ‘Zou ik niet haten wie U haten, HEER, niet verachten wie tegen U opstaan? Ik haat hen zo fel als ik haten kan, ze zijn mijn vijand geworden’ (Psalm 139). Nee, dat klopt niet met wat Jezus ons leert over het liefhebben van onze vijanden. Vat het vooral niet op als een nieuwe geloofsleer. Het is een hartenkreet over tergend ongeloof, niet meer en niet minder, vanuit een diepe verbondenheid met God.

Verbond

Jezus verweet de Schriftgeleerden dat ze de Schriften onderzochten, maar niet wilden inzien dat die van Hem getuigen (Johannes 5:39). Ook de psalmen gaan ten diepste over Hem. Daarom moet je niet al te kort door de bocht herkenning zoeken, want de reikwijdte van de psalmen is groter dan een mensenleven. Zo komen alle volken in beeld, ze zullen vrolijk zingen en delen in het heil, terwijl God toch ook alle onrecht zal wreken. Die psalmen zingen wij boven onze eigen beleving uit, in gelovige verwachting.

Als woorden tekortschieten, vind je hier een diepte van ontferming

Nog steeds kunnen ze tot grote troost zijn in tijden van oorlog en vervolging. God is er kennelijk in alle situaties, ook als je die niet overziet, want Hij gedenkt zijn verbond met Abraham en David en zo met Jezus Christus, voor heel de aarde. Ook zijn er psalmen waarin zijn verbond heel persoonlijk blijkt, in tere liefde. Al die situaties waarin God barmhartig redt, troost, bewaart en vergeeft, doen mensen verbaasd en dankbaar zingen.

Tegelijk getuigen deze liederen van Jezus Christus, die daarom verlaten zou worden zoals niemand verlaten werd. Zo helpen de psalmen je om te schuilen bij God. Als woorden tekortschieten, vind je hier een diepte van ontferming.

Niet verouderd

Hoe kan een kinderloos echtpaar Psalm 128 zingen, die spreekt van een groot gezin als merkbare zegen van God? Meerdere psalmen lijken zo onwerkelijk als je ongehuwd of kinderloos bent, of als je als christen wordt vervolgd. Toch zijn de psalmen werkelijkheid, tegenwoordig alleen soms op een andere manier.

Toen was de woonplaats van God in Jeruzalem zichtbaar aanwezig, nu is zijn levende tempel onder alle volken. ‘Jeruzalem dat ik bemin’ is vandaag de christelijke gemeente, in Israël en daarbuiten. Toen beloofde God aan zijn volk land, kinderen, vrede en een lang leven, als onderpanden van zijn heil. In het kleine Kanaän gaf Hij een voorsmaak van de hemel op aarde. Zo zal het eens zijn, voor al zijn kinderen! Nu leven we verstrooid onder de volken, met de heilige Geest als onderpand. Dat lijkt minder, maar is oneindig veel méér. Met Hem blijft de essentie van de psalmen gelijk: als je God vreest, zal Hij je geluk zijn, zelfs als je om je geloof wordt vervolgd. En Hij maakt je vruchtbaar, zelfs nog meer dan door kinderen. Hij vult je hart met de vreugde en het verlangen van Jezus. Eens te meer ga je die in de psalmen herkennen.

Onze omstandigheden zijn nu anders, maar daarmee zijn de psalmen niet verouderd. Er lag toekomst in en die ligt er nog steeds in, voor alle volken en voor heel de aarde. Het is heerlijk om te zien en te zingen hoe ver God daarin gevorderd is en om de verdere vervulling te verwachten. ‘Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja!’ (Psalm 150)

Over de auteur
Bas Luiten

Bas Luiten is predikant van de GKv Amersfoort-De Horsten.

‘Met jezelf bezig zijn doe je ook voor een ander’

‘Met jezelf bezig zijn doe je ook voor een ander’

Arie Kok
  • Ontmoeting
  • Thema-artikelen
Schoonheid in de ogen van God

Schoonheid in de ogen van God

Alain Verheij
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief