Niet dragen, maar klagen
- Wandelen met God
Wat is er veel verdriet. In mijn nieuwe gemeente, de Koningskerk in Zwolle, ben ik bezig met kennismakingsbezoeken. Ik ben onder de indruk van het leed dat mensen treft, adres na adres. Maar waarom laten we elkaar daar vaak zo weinig van merken?
Er is veel stil verdriet. Tijdens mijn laatste maanden in de Kruiskerk in Middelburg bracht ik mensen per huiskring aan de praat rond de woorden ‘vreugde’ en ‘verdriet’. Vaak bleek dat mensen die elkaar soms al jaren in de kerk hadden meegemaakt, vooral van elkaars verdriet niets wisten.
Verdriet maakt het leven zwaar. Het kan voelen als een loodzware last. Job, de man die alles kwijtraakte, gebruikte dat beeld al. Als hij zich op de mesthoop beklaagt over zijn leed, zegt hij: ‘Weeg mijn verdriet en mijn boosheid, leg mijn lijden erbij in de weegschaal: zwaarder is het dan het zand van de zee’ (Job 6:1-2). Ik vind dat ontroerende woorden. Job zegt niet: ‘Ach, ik ben maar ik, wat stel ik nou voor met mijn verdriet?’ Job wil niet klein denken over zijn verdriet en lijden, want het ís niet klein! Alleen al zijn portie verdriet is zwaarder dan al het zand van de zee.
Niet huilen
Psychiater Piet Los schreef eens: ‘Toen ze zes jaar was stierf haar vader. Het schijnt dat ze veel van hem gehouden heeft. Trouwens, ze hield ook veel van haar moeder, en daarom probeerde ze na te laten wat moeder zo erg vond. “Niet huilen”, zei moeder, “dat is niet gezellig.” Dertig jaar lang heeft ze het gezellig gehouden. Toen was het op en werd ze bij ons opgenomen. Het afscheid was uitgebleven en zo had het sterven van haar vader nooit een eind genomen. Er was nooit om hem gerouwd.’
Wat is er tegen jou gezegd als kind? Wat zeg je nu zelf tegen je kinderen? En tegen jezelf? Is er ruimte voor verdriet? Veel jongens kregen te horen: grote jongens huilen niet. Veel meisjes: toe, niet huilen, het gaat wel weer over. Of erger nog: stel je niet zo aan. En hele generaties christenen zijn opgegroeid met deze spreuk: niet klagen, maar dragen en bidden om kracht. En ze slikten hun verdriet in. En daar bleef het liggen, als een steen op de maag.
Protest
Maar verdriet is het waard om geuit te worden! Verdriet is een protest tegen de gebrokenheid van deze wereld. Verdriet is een bewijs dat je mens bent. Jij hebt door wat er fout is en kapot gaat. Draai het eerst deel van die spreuk maar om: niet dragen, maar klagen!
De Bijbel gaat ons er in voor. Verdriet in de wereld van de Bijbel werd luid en duidelijk geuit. Denk maar aan het bestaan van klaagvrouwen. Onze uitdrukking ‘in zak en as zitten’ komt daar vandaan. Mensen trokken rouwkleding aan en strooiden as over hun hoofd. Iedereen kon zien dat ze verdriet hadden.
Ook God nodigt ons uit om ons verdriet te uiten. Om het niet weg te slikken, maar uit te roepen. De dichter van Psalm 10 wist het: ‘U ziet de pijn en het verdriet, U merkt het op en weegt het in uw hand.’ En David in Psalm 31: ‘Heb erbarmen, HEER, want ik verkeer in nood, mijn ogen zijn gezwollen van verdriet.’ David wist ook dat God alle aandacht had voor zijn tranen. In Psalm 56 zegt hij: ‘Mijn omzwervingen hebt U opgetekend, vang mijn tranen op in uw kruik. Staat het niet alles in uw boek?’
En wat een bijzondere troost en kracht is er uitgegaan van het kortste vers uit de hele Bijbel, twee woorden maar, in Johannes 11:35 (NBG-51): ‘Jezus weende.’
Verdriet is het waard om geuit te worden. Niet dragen, maar klagen. En gelukkig blijft dan deel twee van de spreuk staan: niet dragen, maar klagen, en bidden om kracht.
Jeroen Sytsma is predikant van de GKv Middelburg.