Groot denken van God

Jan Mudde | 9 januari 2016
  • Woordzoeker

‘Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.’ (Lucas 17:10)
‘Voortreffelijk, je bent een goede dienaar.’ (Lucas 19:17)

In één van zijn cantates (Es ist nichts Gesundes an meinem Leibe, BWV 25) lijkt Johann Sebastian Bach een grapje te maken. De tekst luidt:

Open voor mijn beroerde liedjes,
Jezus, uw genadeoor.
Als ik in het hogere koor
met de engelen mee mag zingen,
zal mijn danklied beter klinken.

Bach, mogelijk de grootste van alle Europese componisten, suggereert hier dat zijn liedjes bij Jezus niet eens door de audities zullen komen. Hoe absurd het ook lijkt, dit is niet als understatement bedoeld. Bach dacht groot van Gods heiligheid en daardoor heel klein van zichzelf. Soli Deo Gloria!

Uitvaart

De spiritualiteit die de cantates van de lutherse Bach kenmerkt, heeft diep wortel geschoten in onze gereformeerde gezindte, zij het onder invloed van Calvijn. Het was ook Calvijn helemaal om de gloria Dei, de eer van God, te doen. Alles wat wij doen, blijft beneden de maat van Gods bedoeling.

(beeld Terry Feuerborn/Flickr)

(beeld Terry Feuerborn/Flickr)

Een weerklank daarvan hoor ik bij oudere gemeenteleden als het gaat over hun uitvaart: ‘Dominee, heb het maar niet over mij, heb het maar veel over Jezus, Hem komt de eer toe.’

Misschien zijn wij deze spiritualiteit wat kwijtgeraakt. Het accent op de hoogheid en heiligheid van God en de kleinheid en zondigheid van de mens zijn we als eenzijdig en deprimerend gaan ervaren. Tijdens uitvaarten nemen we alle tijd voor het in herinnering roepen van de overledene zelf. In onze opvoeding en kerkelijke cultuur benadrukken we de grote betekenis die elk mensenkind voor God heeft: ‘Weet dat je van waarde bent, weet dat je een parel bent, een parel in Gods hand!’

Plicht

Toch wordt in die oude lutherse en calvinistische traditie een accent gelegd dat recht doet aan de Bijbel. Namelijk dat zelfs het grootste en mooiste wat wij mensen presteren in het niet zinkt bij Gods heerlijkheid. En de mens die doet wat God van hem vraagt, doet simpelweg niet meer dan zijn plicht. Zoals de dienaren in Jezus’ gelijkenis. Ze hebben de hele dag op het land gezwoegd en gaan bij thuiskomst linea recta naar de keuken om een maaltijd voor hun heer te bereiden. Hun instelling is: ‘Wij zijn maar knechten, we hebben enkel onze plicht gedaan.’

Voortreffelijk!

Maar er is ook nog een ander perspectief. In een andere gelijkenis spreekt Jezus over Gods reactie op de trouwe toewijding van dienaren. Als hij heeft vastgesteld dat ze gewoekerd hebben met hun talenten, spat de waardering van de heer ervan af: ‘Voortreffelijk, goede dienaar!’

God de HEER is blij met de trouwe toewijding van degenen die Hem uit liefde dienen. Dat goddelijke perspectief mogen we ook meenemen in onze kijk op elkaar en ons werk. We mogen van elkaars inzet en toewijding aan Christus genieten en elkaar om die reden waarderen en complimenteren. Zonder bang te zijn de eer van God tekort te doen, mogen we bij gelegenheid die waardering ook van harte uitspreken: ‘Voortreffelijk, goede dienaar!’

Twee perspectieven op de mens en zijn inzet. Beide hebben we even hard nodig. Vanuit beide mogen we leven, ook als we slechts één benoemen. Het ene houdt ons op een gezonde manier klein. Het andere doet op ons op een hartverwarmende manier goed.

Om over door te praten

  • Voel jij jezelf weleens klein bij de grote God? Als een dienaar die slechts zijn werk doet?
  • ‘Slechts je plicht doen.’ Is dat niet veel te zuinig gedacht over wat uit liefde voor God gedaan wordt?
  • Soms hebben gereformeerden merkbaar moeite om te genieten van welgemeende waardering. Hoe is dat bij jou?
Over de auteur
Jan Mudde

Jan Mudde is predikant te Haarlem.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief