Bij Jezus leer je de Bijbel begrijpen

Jolyn van Varik-Nijsink | 26 november 2016
  • Thema-artikelen

Tegenwoordig zijn er veel discussiepunten in de kerk. De vraag is hoe hermeneutiek een hulpmiddel kan zijn in deze discussies, en in onze dagelijkse omgang met de Bijbel. Twee theologen gaan met deze vragen aan de slag.

Hans Burger, universitair docent systematische theologie aan de TU Kampen

Verwacht geen heil van hermeneutiek. Verstaan, begrip en inzicht zijn allereerst een geschenk van God. Ook als het om (mis)verstaan gaat, is Jezus Christus ons enige houvast. Hermeneutiek wordt belangrijk als we elkaar of de Bijbel niet zomaar begrijpen. Dan komen als vanzelf vragen op als: Wat doen we eigenlijk als we de Bijbel lezen, interpreteren en toepassen? Hoe komt het dat we tegen problemen aanlopen en waar ligt de oplossing? Hermeneutiek is niet meer (en niet minder) dan kritisch nadenken over verstaansprocessen, waarbij ieder zich moet laten leiden door de Geest.

Jezus Christus en de Bijbel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij Jezus leer je de Bijbel begrijpen en in de Bijbel leer je Jezus kennen. (beeld Gino Santa Maria/Shutterstock)

Jezus Christus en de Bijbel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Bij Jezus leer je de Bijbel
begrijpen en in de Bijbel leer je Jezus kennen. (beeld Gino Santa Maria/Shutterstock)

Omdat we in een overgangstijd leven, zijn we ons meer bewust geworden van hermeneutische vragen. Terwijl de kerk in Nederland kleiner wordt, is er tussen verschillende soorten christenen meer uitwisseling. Daardoor hebben we meer oog gekregen voor interpretatieverschillen en voor de weerbarstige vreemdheid van de Bijbel. Dat merken we bij thema’s als de rol van mannen en vrouwen in de kerk, homoseksuele relaties, Israël, de doop, profetie en tongentaal. Hoe minder er over dergelijke thema’s in de Bijbel staat en hoe verder ze afstaan van de kern van het christelijk geloof, hoe ingewikkelder het wordt.

Bewustwording van hermeneutische vragen maakt ons nederig. Ons kennen is immers beperkt en we overzien lang niet alles wat God overziet. Hermeneutiek geeft idealiter aanwijzingen voor levensheiliging: leren luisteren en leren verstaan als nieuwe mensen in Christus. Wie een goed verstaander van de Schrift wil worden, moet opnieuw geboren worden, om zich in de waarheid te laten leiden door de heilige Geest en de gezindheid en de gedachten van Jezus Christus te ontvangen (1 Korintiërs 2:16).

Om als leerling van Christus de Bijbel te leren lezen, verstaan, toepassen en gehoorzamen, is een aantal basale overtuigingen noodzakelijk:

a. Christus en het leven in Christus zijn de kern van de Bijbel.

Jezus Christus en de Bijbel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Jezus Christus is opgestaan volgens de Schriften. Hij is de vervulling van de wet en de profeten, het vleesgeworden Woord van God. Wat God te zeggen heeft, zie je in Hem. Bij Jezus leer je de Bijbel begrijpen en in de Bijbel leer je Jezus kennen. Daarbij moet bedacht worden dat Christus niet losstaat van degenen die in Hem zijn. Al lezend leer je dus ook jezelf in Christus beter kennen.

De Heer kan elke Bijbelpassage gebruiken om ons in Christus te laten blijven. Dat lijkt een open deur, maar wie bijvoorbeeld de Bijbel leest met een Jood die niet in Jezus als de messias gelooft, merkt opeens hoe fundamenteel deze overtuiging is. Christenen geloven namelijk, anders dan Joden, dat Jezus de toegang is tot de Schrift.

b. De Bijbel is het grote verhaal van Vader, Zoon en Geest op weg naar de komst van Gods rijk.

De Bijbel is het Woord van God, waarin Vader, Zoon en Geest ons aanspreken om ons te veranderen en te brengen in Gods komende koninkrijk. Hoe verschillend de menselijke Bijbelschrijvers ook zijn en in hoe verschillende tijden de Bijbelboeken ook geschreven zijn, al die boeken van verschillende genres vormen toch met elkaar één boek met één einddoel. In dit boek zijn Vader, Zoon en Geest de hoofdpersonen. Daarom lezen christenen de Bijbel als één verhaal, waarbij alle afzonderlijke delen van het verhaal waardevol blijven, omdat we daarin God met mensen bezig zien, maar ook omdat we in eerdere delen van Gods Woord Christus al tegenkomen.

Hoe belangrijk deze overtuigingen zijn, blijkt bijvoorbeeld bij het nadenken over de gaven van de Geest. De gaven hebben hun plek in de tussentijd tussen hemelvaart en wederkomst. Ze vallen niet samen met het definitieve heil: wie genezing ontvangt, zal toch nog sterven.

c. Dat ieder de Bijbel leest in zijn eigen perspectief, is tegelijk mooi en lastig: elk perspectief moet met Christus sterven en opstaan.

We lezen de Bijbel altijd in onze eigen context, gekleurd door onze eigen opvattingen en ervaringen. Zo lees je in Numeri over de dochters van Selofchad (Numeri 27 en 36), die als vrouwen in een mannensamenleving vragen om een erfenis. Zo’n tekst spreekt enorm aan in een Afrikaans land waar vrouwen geen volwaardige erfgenamen zijn. In Europa, waar vrouwen volledig meedoen in de verdeling van de erfenis, lijken zulke Bijbelgedeelten overbodig.

Een gereformeerde gaat ervan uit dat Gods verbond een eenheid is en dat de doop het begin van je relatie met God en je plek in de kerk markeert. Voor een baptist is dat helemaal niet vanzelfsprekend. Om voorbij die verschillen te komen, heb je veel genade, studie, gesprek en inlevingsvermogen nodig. Dat is niet leuk, maar het is wel de realiteit waarin we leven.

Dankzij onze context, opvoeding en levenservaring hebben we leren Bijbellezen. Maar elke vorming heeft ook een aspect van misvorming. Je kunt beter onvolmaakt leren Bijbellezen dan helemaal niets leren, maar aan ieders Bijbellezen valt iets te verbeteren. Daarom betekent levensheiliging ook: leren ontdekken waar in je eigen context en je eigen levenservaring God aan het werk is en waar niet.

We hebben elkaar in de gemeente nodig om dit onderscheid te leren maken. Waar verstaan we de Bijbel op een goede manier en is ons door de Geest inzicht geschonken? En waar heeft onze domheid of ons eigenbelang (onze zonde) ons misleid?
Zo onvolmaakt als we zijn, zo onvolmaakt is ook ons verstaan. Maar wie zijn houvast heeft gevonden in Christus, hoeft daar niet bang van te worden.

Jolyn van Varik-Nijsink, theoloog

Aansluitend bij Hans Burger geef ik een stukje praktische hermeneutiek. Dit doe ik aan de hand van Matteüs 9:18-26, waarbij ik begin bij de exegese en van daaruit naar de hermeneutiek ga. Hiervoor gebruik ik de OIA-methode: observatie, interpretatie en applicatie.

Stap 1: observatie

Het genoemde Bijbelgedeelte gaat over de bloedvloeiende vrouw. De eerste stap is om secuur te observeren. Wat valt op? Wat is er vreemd? Waardoor word ik geraakt en waardoor juist niet?

Wat mij is opgevallen:

  • Het gedeelte bestaat uit twee verhalen: het dochtertje van Jaïrus en de bloedvloeiende vrouw.
  • Bijzonder is dat beide hoofdpersonen geloven in directe genezing: de aanraking van Jezus – of zelfs zijn kleed – is genoeg.
    De naamloze vrouw krijgt een belangrijke plek in het verhaal.
  • Het geloof speelt een centrale rol: Jezus zegt dat het geloof van de vrouw haar heeft gered.

Stap 2: interpretatie

In deze stap volgt de verdere exegese: vertaal de tekst, zet de tekst in de historische en culturele context en bestudeer de literaire vorm. Informatie hierover is te vinden in een Bijbelcommentaar of een studiebijbel. Neem hierin ook de winst van de observatie mee.

Wat kunnen wij, 21ste-eeuwse christenen, leren van het verhaal van de bloedvloeiende vrouw? (muurschildering uit de catacomben van Marcellinus en Peter in Rome)

Wat kunnen wij, 21ste-eeuwse christenen, leren van het verhaal van de bloedvloeiende vrouw? (muurschildering uit de catacomben van Marcellinus en Peter in Rome)

In mijn interpretatie komt een aantal interessante thema’s naar voren:

  • De vrouw leed al twaalf jaar aan bloedvloeiingen. In het jodendom van die tijd maakte dat haar onrein, waardoor zij buiten de gemeenschap stond. Nadat ze zijn kleed heeft aangeraakt, draait Jezus zich om en zegt: ’Dochter…’ In de NBV is dit niet vertaald, maar in de brontekst staat echt ‘dochter’. Zo krijgt de naamloze vrouw een naam en wordt ze weer opgenomen in de gemeenschap.
  • Het Griekse woord dat in de brontekst is gebruikt voor genezing betekent zowel genezing als redding. Beide worden hier bedoeld. Dus het geloof heeft haar niet alleen genezen, maar heeft ook haar ziel gered.
  • Het thema in beide verhalen is dat geloof redt. Dit thema staat in deze tekst niet op zichzelf, maar in een groter blok van wonderen en genezingen van Jezus. Al die verhalen willen laten zien dat Jezus de messias is.

Stap 3: applicatie

De applicatie, oftewel de toepassing, is de echte hermeneutische stap. Wat kunnen wij, 21ste-eeuwse christenen, leren van deze tekst en hoe kunnen wij dit toepassen in ons leven?

Het verhaal is een genezingsverhaal, maar dan wel genezing op meerdere punten. Het belangrijkste punt is dat het geloof in Jezus Christus ervoor zorgt dat wij als gelovigen worden gered. Uit het feit dat Jezus omkijkt, leer je bovendien dat Christus ons ten diepste kent. De andere genezing is de genezing van het lichaam. Haar geloof in Christus heeft de vrouw ook lichamelijk genezen. Dit kan God ook bij ons doen.

Beide genezingen herstellen de identiteit van de hoofdpersoon en laten haar weer meedoen in de gemeenschap. Geloof laat ons dus niet meer apart staan, maar neemt ons op in de gemeenschap van Christus.

Over de auteur
Jolyn van Varik-Nijsink

Jolyn van Varik-Nijsink is theoloog en redacteur van OnderWeg.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief