Reformatieherdenking: dank- of rouwdienst?

Luite-Harm Kooij | 15 april 2017
  • Opinie
  • Thema-artikelen

2017 is het jaar waarin op veel plekken de Reformatie herdacht wordt. We zijn nu vijfhonderd jaar verder en dus is het tijd voor, ja, voor wat eigenlijk? Een herdenking? Een feestje? Of valt er ook wat te betreuren?

De Nederlandse kerkelijke situatie lijkt qua aanbod op een catalogus. De optielijst is bijna oneindig en er zijn haast meer modellen dan kopers. (beeld BigMouse/Shutterstock)

De Nederlandse kerkelijke situatie lijkt qua aanbod op een catalogus. De optielijst is bijna oneindig en er zijn haast meer modellen dan kopers. (beeld BigMouse/Shutterstock)

Als beweging van christenen die de Schriften centraal wilden stellen in het geloofsleven heeft de Reformatie veel goeds gebracht. Velen hebben door de sterke focus op de Schriften Jezus Christus leren kennen. Wat zijn er sinds die tijd veel inzichten vanuit het evangelie van Jezus Christus weer toegankelijk geworden. Paus Benedictus noemde Maarten Luther een leraar van de kerk en de huidige paus schenkt hem zelfs een postzegel met zijn beeltenis. Reden tot feest!

Als beweging die losgescheurd werd van de moederkerk was de Reformatie echter, in ieder geval op één punt, minder vreugdevol. Want dat scheuren en doorstarten ging in de Lage Landen steeds maar weer door, tot op de huidige dag. Gelovigen in de protestantse wereld stappen makkelijk over naar andere denominaties of beginnen iets nieuws uit onvrede of onbegrip over wat er is.

Anno 2017 is de keuze reuze. De Nederlandse kerkelijke situatie lijkt qua aanbod op de catalogus van de BMW-dealer. De optielijst is bijna oneindig en er zijn haast meer modellen dan kopers. En dat in een krimpende markt. Op een willekeurige zondagochtend stappen overal protestantse christenen in hun auto op weg naar een kerkdienst die hen aanspreekt. Hip, behoudend, orthodox, evangelisch, laagdrempelig, eerbiedig, met of juist zonder combo, orgel, psalter, opwekking, aanbod van genade, kansel, podium. Je kunt het zo gek niet verzinnen of protestanten kunnen er een punt van maken en daarom in hun auto stappen, hun eigen straat en buurt verlaten op weg naar deze of gene variant. Dit wordt wel het rondpompen der heiligen genoemd. Zie het maar eens uit te leggen aan je ongelovige buurman. Of aan de Heer van de kerk.

Nu kun je blij zijn met het feit dat er veel protestantse varianten te vinden zijn, van Gereformeerde Gemeenten tot DoorBrekers, voor elk wat wils. Je kunt stellen dat al die kerken zichtbare gestalten zijn van die ene onzichtbare kerk. Dat het toch ook mooi is dat er zo veel kerkelijke veelkleurigheid is. Maar dat vind ik te makkelijk. Dit zou positief zijn als al die vormen en denominaties zich bewust zouden zijn van hun verbondenheid met elkaar. Maar wie zijn oor te luisteren legt en hoort hoe negatief protestantse christenen soms denken over andere denominaties, hoe ze zich tot op synodeniveau druk kunnen maken over hun geliefde variant en hun onbegrip of zelfs afkeer van andere varianten, die moet misschien toch de conclusie trekken dat katholiciteit een puntje is bij protestanten. Veel kinderen van de Reformatie hebben geen gevoel voor traditie en missen een kerkelijk geheugen. Met alle gevolgen van dien.

De Reformatie heeft benadrukt dat er door het werk van Jezus Christus niets is wat tussen God en de mens instaat. Alleen Christus. Alleen de Schrift. Alleen geloof. Alleen genade. Alleen God de eer. De Schrift is aan ons gegeven en het Woord van God bevat alles wat nodig is om behouden te worden. Klinkt duidelijk. Maar die verdeeldheid dan?

Middel

Hebreeën 13:7 spoort aan: ‘Denk aan uw leiders, die het woord van God aan u hebben verkondigd, neem een voorbeeld aan hun geloof en kijk vooral goed hoe hun levenswandel eindigt. Jezus Christus blijft dezelfde, gisteren, vandaag en tot in eeuwigheid!’ (BGT). Hier wordt aandacht gevraagd voor de levenswandel. Niet de waarheid die een gelovige moet omarmen is het centrum, maar de vraag of de weg van Christus bewandeld wordt.

Paulus is zeer bescheiden over zijn kennis in Filippenzen 3:10-12: ‘Ik wil Christus kennen en de kracht van zijn opstanding ervaren, ik wil delen in zijn lijden en aan Hem gelijk worden in zijn dood. (…) Niet dat ik al zover ben en mijn doel al heb bereikt. Maar ik houd vol in de hoop eens dat te kunnen grijpen waarvoor Christus Jezus mij gegrepen heeft.’ En tegen de jonge voorganger Timoteüs zegt hij: ‘Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof’ (1 Timoteüs 1:5).

Dit wordt wel het rondpompen der heiligen genoemd

Geloof gaat over het hele leven. De geloofsinhoud is een middel om de liefde te laten groeien. Geloofskennis is nodig, maar als middel op de weg. ‘Nu is mijn kennen nog beperkt’ (1 Korinitiërs 13:12). Een kerk die focust op kennis loopt het risico een systeem te bouwen waaruit de verwondering en dynamiek van de geloofsweg verdwijnt. Geloven in Jezus is relationeel. Hij is de waarheid. En wij hebben Hem dus nooit in onze kerkelijke broekzak. Dat betekent dan toch ook zoeken en tasten, verwonderen en verblijden in ons (kerkelijk) leven, samen met alle heiligen van alle eeuwen en plaatsen?

Shoppen

Ik denk dat in de tijd na de Reformatie een stuk geloofsdynamiek uit het zicht is geraakt. De vroege kerk kan ons helpen om dit te herontdekken. Deze periode was, net als de onze, een tijd van zoeken en tasten. Wij zouden daarom meer aandacht moeten schenken aan onze kerkelijke wortels van de eerste eeuwen, zoals de reformatoren dat met overtuiging deden. Een paar aandachtspunten wil ik noemen.

1. Voor mij zijn de voorgangers in de vroege kerk een voorbeeld van hoe je, gegrepen door de Geest van Christus, zoekend en tastend de weg van Christus mag bewandelen. De theologie van de vroege kerk probeerde met vallen en opstaan een Bijbelse theologie te zijn. De voorgangers van die tijd zaten dichter op de cultuur en de geestelijke wereld van het Nieuwe Testament dan de reformatoren. Zij hebben veel oog voor de dynamiek van het koninkrijk, het geheimenis van Christus en de vele open eindjes die ons denken kent. Het geloof is bij hen geen systeem, maar een beweging.

2. De vroege kerk was ongedeeld, terwijl er regionaal toch grote verschillen waren in gebruiken en cultuur. Hoe kon dat in een tijd met een gebrekkige infrastructuur en communicatie? Er waren inspirerende voorgangers als Origenes, Tertullianus en Cyprianus, die voortdurend opriepen een geestelijke wapenrusting aan te trekken. Zij lieten in woorden en daden zien wat de ethiek van de Bijbel concreet inhoudt in het leven van de gelovige. Men leefde en geloofde op het scherpst van de snede, omdat er veel weerstand tegen het christelijk geloof was.

Je gaat achterover liggen in je eigen warme bad

3. De vroege kerk had geen macht. Rouw en angst over het afnemen van gezag en aanzien was er dus niet. Geloven betekende een bewuste keuze, die je alles kon kosten. Samenkomen om de opstanding van de Heer te vieren deed je voor je werk uit, om vijf uur ’s ochtends bijvoorbeeld, want er was geen vrije dag. Daar zeurde je verder ook niet over. Voor christenen anno 2017, die zich soms angstig afvragen of er een geloofsleven mogelijk is in een postchristelijke samenleving, is dit leerzaam en bemoedigend.

4. Kerkelijk shoppen bestond niet. Als de weg van Christus centraal staat, is het ronduit bizar dat je je broers en zussen in je eigen omgeving passeert om elders uit de beker van de Heer te drinken. Je bent één volk. Vanwege de focus op het volgen van de weg van Christus en vanwege de weerstand vanuit de heidense cultuur zag men scherp het belang van eensgezindheid in de praktijk. Want hoe zou het leger van Christus verdeeld kunnen zijn?

5. De vroege kerk helpt om niet idealistisch over het gewone christelijke leven te denken. Er gebeurde ook toen van alles onder kerkleden wat God verboden heeft. Er waren ruzies, rare opvattingen en vreemde Bijbeluitleggingen. Al in 230 na Christus klinkt de verzuchting van een voorganger dat een groot deel van zijn kudde alleen maar in de kerk komt met kerst en Pasen. Er was ook toen veel volksgeloof. Wie op zoek is naar een ideale gemeente, leert van de vroege kerk dat dit zinloos is.

Eiland

Terug naar alle kerkelijke verdeeldheid in de Lage Landen. Er zijn veel breuken geweest en we zijn er nog niet. Er zijn veel kerkelijke waarheden! Gelovigen die ‘eigentijds’ kerk willen zijn, zoeken elkaar op. Zij die kiezen voor een vrijgemaakte variant uit de jaren zeventig eveneens. Je kunt een megakerk beginnen met goede muziek die bestaande kerken leegtrekt of stug doorgaan met een achttiende-eeuwse vorm. Deze treurige situatie versterkt de geestelijke armoede in de kerken van de Reformatie, want onder gelijkgestemden dut je geloof in. Je gaat achterover liggen in je eigen warme bad.

Waarom is het toch zo moeilijk om met de woorden van Psalm 133 ‘als broeders samen te wonen en in vrede bij elkaar te zijn’? Volgens mij besteden we te veel aandacht aan de buitenkant van geloven, met alle verschillen, en te weinig aan de bezieling in Christus vanuit onze dagelijkse levenswandel. Ik meen dat bijvoorbeeld te zien in het omarmen dan wel weggooien van vormen en tradities.

Eerbied voor je geestelijke voorgeslacht kan geen kwaad

Traditionele vormen lijken in sommige protestantse kringen soms even heilig geworden als in de Rooms-Katholieke Kerk vóór de Reformatie. Dan kun je denken aan bepaalde vormgeving van de eredienst, maar ook aan het vasthouden aan oude vertalingen, aan gedateerde formuleringen van leeruitspraken of het eenzijdig benadrukken van bepaalde geloofsinhouden. Het is een soort kerkelijk Latijn geworden. Een (zondags)eiland. De kerkelijke leegloop die dit veroorzaakt, wordt in deze kringen vaak getypeerd als ‘veranderend kerkbesef’ of ‘individualisme’. Maar een kerk moet onderscheid kunnen maken tussen het evangelie en gebruiken, tussen vorm en inhoud.

In andere protestantse kringen worden daarentegen traditionele vormen, niet gehinderd door inzicht in de betekenis van die vormen, makkelijk overboord gekieperd, omdat het de Geest zou hinderen. ‘We moeten gewoon weer terug naar Handelingen.’ Of: ‘We moeten wel met onze tijd meegaan natuurlijk!’ Maar de Geest werkt door generaties en door tradities heen. Hij gebruikt wonderlijk genoeg al eeuwen mensen van vlees en bloed. Daarom is het zo zinvol om te kijken naar de levenswandel van voorgangers in het geloof. De Geest spoort ons niet aan om elke maand het kerkelijke wiel opnieuw uit te vinden. Dat is vermoeiend, vluchtig en verspilling van energie. Eerbied voor je geestelijke voorgeslacht en een besef van eeuwigheid kunnen geen kwaad.

Bezield

In de vroege kerk trokken Joden en Grieken met elkaar op en zij namen allen hun taal en cultuur mee. Best lastig, maar het kon, vanwege een gedeeld geloof dat sterker was dan welk verschil in vorm dan ook. Men deelde het gewone leven, bezield door de Geest van Christus.

Ik proef in deze tijd een groeiend verlangen bij gelovigen om te ontdekken hoe je christen bent in je dagelijkse leven. De belangrijkste uitdaging voor gelovigen in deze tijd lijkt mij dat zij de weg van Christus bewandelen. Gewoon hier en nu, met vallen en opstaan. Op de plaats waar zij nu wonen, tussen de mensen uit de buurt en in de geloofsgemeenschap waarin ze nu geplaatst zijn. En dat zij bezield hun geloof willen vormgeven. Juist in relaties, want de waarheid van Christus is relationeel. We moeten leren om met elkaar te zoeken en ons te verwonderen over het geheimenis en het licht van Christus!

Genadetips

Welke boeken of films helpen bij het doordenken van genade? OnderWeg vroeg drie auteurs van dit nummer om hun top drie.

Wolter Huttinga
Christian Wiman, Mijn heldere afgrond, Barneveld (Brandaan), 2016.

The Tree of Life, film in een regie van Terrence Malick, 2010.

Bruce Marshall, De werkers van het elfde uur, Houten (Het Spectrum), 1961.

Luite-Harm Kooij
Over schuldgevoelens: Fjodor Dostojevski, De broers Karamazov, Amsterdam (Van Oorschot), 2011.

Over wet en genade: Franz Kafka, Het Proces, Amsterdam (Querido), 2001.

Over vernedering en verhoging: Thomas Mann, Jozef en zijn broers, Amsterdam (Wereldbibliotheek), 2011.

Arie de Rover
Philip Yancey, Genade, wat een wonder, Heerenveen (Barnabas), 2002.

Charles R. Swindoll, Genade is een risico, Hoornaar (Gideon), 2008.

Tim Keller, De vrijgevige God. Recht naar het hart van het christelijk geloof, Franeker (Van Wijnen), 2009.

Over de auteur
Luite-Harm Kooij

Luite-Harm Kooij is predikant van de GKv Nieuwleusen en heeft een passie voor de vroegchristelijke kerk.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief