Leerplan 0 tot 100

Ingrid Plantinga | 16 september 2017
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Er zijn vast kerken waar een leerplan is gemaakt. Maar dat is meestal voor kinderen of tieners. Zijn we daarna uitgeleerd? Structureel en georganiseerd leren hebben we in de kerk vaak gereserveerd voor de periode van catechisatie. Daarna hebben we het nog wel over toerusting, maar die is meestal incidenteel en niet vanuit een visie ontwikkeld. Een gemiste kans. Ik pleit voor een visie op leren voor de héle gemeente.

Sluit in je leeraanbod aan bij de verschillende levensfasen. Kinderen zijn leergierig, tieners niet. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

Sluit in je leeraanbod aan bij de verschillende levensfasen. Kinderen zijn leergierig, tieners niet. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

Kinderen krijgen thuis en in de kerk Bijbelverhalen aangeboden. Van hun 12e tot 18e worden tieners uit christelijke gezinnen geacht alle kennis tot zich te nemen die nodig is voor het leven als christen. Daarbij gaat het om kennis van de Bijbel, de traditie van de kerk en de manier waarop de eigen gemeente is vormgegeven. De hoop is dat dit hen zal overtuigen van de waarde en waarheid van het christelijk geloof, zodat we hen als volwaardige gelovigen kunnen opnemen in de gemeente.

Dan houdt het leren vaak op. In elk geval hebben we het er niet meer over en is het geen onderdeel van onze kerkstructuur. Weten we dan alles al? Het wordt niet hardop gezegd, maar in ons kerksysteem gaan we er stilzwijgend van uit dat gelovigen na hun belijdenis zijn uitgeleerd. De belijdenis fungeert als een soort examen en daarna ben je binnen. Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven in kerken waarbij volwassenen zich kunnen ontwikkelen in kennis, vorming en vaardigheden. En dat is hard nodig.

Brein

Sinds ik catechisatie geef, heb ik me afgevraagd of ons systeem wel zo handig is. Want de waarheid is dat de meeste tieners niet willen leren. Zeker niet als het een verplichting is. Waar kinderen het leuk vinden om zo veel mogelijk kennis te vergaren en 18-plussers graag investeren in een gefundeerde levensovertuiging, willen tieners er weinig van weten.

Uit onderzoek naar het brein van tieners blijkt dat ze prima in staat zijn om te leren, als ze er de zin maar van inzien. En dat is nu net het probleem. Tieners halen hun motivatie niet uit het pleasen van hun ouders (‘moet je horen hoeveel ik weet’) en ook niet uit het voldoen aan verwachtingen (‘er wordt van mij verwacht dat ik op deze leeftijd wat leer en dus doe ik dat’). De motivatie van tieners wordt voor een groot deel bepaald door leeftijdgenoten. En die stimuleren hen meestal niet om hun hersencellen aan te zetten op catechisatie.

De eerste behoefte van pubers is niet groeien in inzicht. Hun focus is hun identiteit, die in deze fase zwaar onder druk staat. Ze willen weten wie ze zijn in de ogen van anderen, om zo te bouwen aan hun eigen ik. Daar zijn ze veel drukker mee dan met het ontdekken hoe de kerk in elkaar zit of welke koningen er regeerden in het tweestammenrijk.

Gelijkenissen

Een ander lastig punt is dat je alle kennis die je in het leven als christen nodig hebt in een paar jaar tijd moet vergaren. Het is alsof we ervan uitgaan dat je pas een volwaardige gelovige en een volwaardig gemeentelid bent als je een bepaald kennisniveau hebt. Terwijl Jezus zijn leerlingen eerst tot discipel verklaarde en hun pas daarná jarenlang onderwijs gaf.

Jezus liet zijn onderwijs aansluiten bij de concrete situaties die ze tegenkwamen. Dat is precies het probleem met ons catechesesysteem. Tieners moeten dingen leren die op dat moment voor hen helemaal niet spelen. Het is waardevol voor hen om de kern van het geloof te ontdekken – dat heeft ook alles te maken met hun identiteit – maar de leer over de ambten en het avondmaal of inzicht in het boek Openbaring zijn issues die veel beter in een andere levensfase passen.

Op het moment dat je in verwachting bent van je eerste kindje, ga je je afvragen wat de betekenis van de kinderdoop is en wat jij je kindje wilt meegeven. Dan is die kennis uit je catecheseperiode al lang weggezakt. De motivatie om iets te leren over de doop is nu veel groter, maar dat wordt je in de meeste gevallen niet meer aangeboden.

Daarom pleit ik ervoor om in kerken het levenslang leren te stimuleren en te organiseren. Allereerst door aan te sluiten bij de verschillende levensfasen met hun eigen vragen, behoeften en uitdagingen. Het leeraanbod van de kerk moet daarop toegespitst zijn.

De situatie waarin je je bevindt, heeft invloed op je leerbehoeften. Op het moment dat je in verwachting bent van je eerste kindje, wil je graag meer leren over wat jij je kindje wilt meegeven. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

De situatie waarin je je bevindt, heeft invloed op je leerbehoeften. Op het moment dat je in verwachting bent van je eerste kindje, wil je graag meer leren over wat jij je kindje wilt meegeven. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

Het is bijvoorbeeld gebruikelijk om (jonge) kinderen de verhalende gedeeltes van de Bijbel mee te geven. Dat is goed, want verhalen begrijpen zij beter dan abstracte theorieën. Maar bij die verhalen vertellen we ook de gelijkenissen. Terwijl Jezus de discipelen duidelijk maakt dat het begrijpen van de gelijkenissen niet voor iedereen is weggelegd, vertellen wij ze aan onze kinderen. Het kunnen trekken van de vergelijking tussen het verhaal en ons eigen leven vereist een abstract denkniveau dat de meeste kinderen niet hebben. Op de gemiddelde volwassenenkring zal de uitdaging om een gelijkenis uit te diepen daarentegen met enthousiasme ontvangen worden.

Wie hebben de meeste vragen over het leven na de dood? Dat zijn meestal de senioren, die mensen om hen heen zien wegvallen en zelf te maken krijgen met ziekte en beperkingen. Maar in de kerk staat dit onderwerp meestal op het leerplan voor tieners, die niet verder dan een jaar of drie vooruit kijken. Wat zou het mooi en bemoedigend voor ouderen zijn als de kerk hun een seminar biedt over verwachtingen over na het sterven.

Veel jongeren zijn na hun 18e gemotiveerd om de diepte in te gaan. Of ze nu wel of niet een keuze gemaakt hebben voor God, ze willen graag meer weten. Ze zijn geïnteresseerd in de Bijbel en vragen zich af hoe dit boek zich verhoudt tot de wetenschap. Ze moeten belangrijke keuzes maken in hun leven (studie, werk, partner) en vragen zich af of God hun daarin iets te zeggen heeft. De fase van catechese is dan al afgelopen en ze voelen zich op de volwassenenkringen misschien nog niet thuis, dus hier liggen kansen!

Rouw

Niet alleen je levensfase, maar ook de concrete situatie waarin je je bevindt, kan van invloed zijn op je leerbehoeften. De omstandigheden in je leven roepen bepaalde vragen op. Je wilt graag ontdekken wat de Bijbel je daarover zegt en wat God te maken heeft met de dingen die je meemaakt. God is geen God van afstandelijke dogma’s en hoogverheven heiligdommen. Hij is juist dichtbij, in ons leven.

Een paar situaties waarbij je zou kunnen aansluiten:

Werkloosheid. Hoe ga ik op zoek naar een baan? Welk doel heeft God met mij?

Geloofsopvoeding. Hoe praat ik met mijn kinderen over God? Hoe kan ik God betrekken bij hun leven?

Omgaan met rouw. Waar is mijn geliefde nu? Waar haal ik mijn troost vandaan?

Omgaan met alleen staan. Wie ben ik als single in Bijbels licht? Hoe ga ik om met mijn verlangens?

De motivatie om iets te leren is veel groter als het leeraanbod aansluit bij wat er in ons leven speelt. En je onthoudt het ook nog eens beter, omdat je het direct kunt toepassen in de praktijk. Zo wordt leren ervaringsleren, leren met het hart. Deze manier van leren verbindt mensen uit verschillende generaties en is daarom extra boeiend: ze maken dezelfde dingen mee en leren van elkaar.

Beheer

Naast levensfase en situatie zijn ook de taken die je hebt bepalend voor je leerbehoefte. Toerusting voor het werk dat je in de kerk of samenleving doet, helpt je om gesteund en geïnspireerd je taak te doen en vol te houden.

Toerusting kun je aanbieden voor allerlei taakvelden. Denk aan liturgie. Samen met de predikant en een liturgiecommissie kunnen organisten, pianisten, zangers en andere muzikanten ontdekken hoe ze verschillende soorten begeleiding op elkaar kunnen afstemmen, hoe ze een liturgie mooi kunnen opbouwen (inhoudelijk en muzikaal) en wat een Bijbelse visie op vieren is.

Wie hebben de meeste vragen over het leven na de dood? Dat zijn meestal de senioren, die mensen om hen heen zien wegvallen en zelf te maken krijgen met ziekte en beperkingen. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

Wie hebben de meeste vragen over het leven na de dood? Dat zijn meestal de senioren, die mensen om hen heen zien wegvallen en zelf te maken krijgen met ziekte en beperkingen. (beeld AlexandraBonjour/Shutterstock)

Denk aan beheer. Wat zou het mooi zijn als ieder die zich met het beheer van het kerkgebouw bezighoudt wordt toegerust, bijvoorbeeld door een training over de inrichting van het kerkgebouw, die tegelijk sfeervol en functioneel moet zijn, of door ondersteuning van kosters, die zowel flexibel als gestructureerd moeten zijn en zowel gastvrijheid moeten bieden als moeten waken over het kerkgebouw.

Daarnaast zijn er nog vele taken die toerusting kunnen gebruiken, zoals de coördinator van het welkomstteam, de communicatiemedewerkers die de folder, het gemeenteblaadje of de gemeentegids maken, de Alphamedewerkers, de kringcoördinatoren en kringleiders, de zondagschoolleiding en de clubleiding.

Motivatie

Je kunt catechese niet los zien van het proces van leren dat je hele leven doorgaat. Dan komt er te veel druk op te staan. In een paar jaar tijd moeten catecheten alles erin zien te stampen. Bovendien geeft het de verkeerde indruk: je hoort pas echt bij de gemeente als je op een goed kennisniveau zit. Werken aan een leeraanbod voor de hele gemeente haalt de druk van de ketel voor het tienerwerk. Tegelijk geeft het volwassenen de vrijheid om nog te mogen leren en groeien. Ze hebben hun hele leven de tijd om zich te ontwikkelen.

Voordat mensen van deze tijd zich ergens aan binden, vragen ze zich af: what’s in it for me? Bewust nadenken over wat voor onderwijs je in welke levensfase en met welk doel aanbiedt, helpt om motivatie te creëren. Als het aanbod past bij de eigen levensfase, situatie of taak, is de opbrengst zoveel groter. Wat zou het mooi zijn als kerken een leerplan maken voor al hun leden van 0 tot 100 jaar. Daarin liggen geweldige kansen voor de groei van gelovigen!

Stappenplan voor het maken van een leerplan

1. Inventariseer wat er is
Breng alle leeractiviteiten in de gemeente in kaart, inclusief doelgroep en leerdoelen: van kindernevendienst tot toerusting, van catechese tot ouderensoos. Zo ontdek je waar het zwaartepunt ligt en waar de blinde vlekken zijn.

2. Breng de gemeente in kaart
Zet op een rij welke leeftijden, doelgroepen en taken in welke mate in de kerk vertegenwoordigd zijn. In een gemeente met veel nieuwe gelovigen, singles of 50+’ers kan het leeraanbod zich richten op hun leerbehoeften of levenssituatie.

3. Ontdek de leerbehoeften
Ga in gesprek met gemeenteleden uit verschillende leeftijdsgroepen en levensomstandigheden. Vraag hun wat zij willen leren, waarin ze zich willen ontwikkelen of waar ze als gelovige tegenaan lopen.

4. Laat je inspireren
Het gaat niet om zakelijk of feitelijk leren, maar om geestelijke groei. Laat je daarvoor dan ook inspireren door de heilige Geest. Bestudeer Bijbelteksten, lees een goed boek en bid samen om leiding en wijsheid.

5. Maak een leerplan
Omschrijf per leeftijdscategorie, per taak en per levenssituatie welke leerdoelen er zijn. Zo’n ‘droomplan’ gaat uit van de ideale situatie en is daarmee niet per se realistisch. Het is bedoeld als houvast voor de toekomst en om het verlangen naar groei te stimuleren. Betrek bij het dromen ook diegenen die bij de bestaande leeractiviteiten betrokken zijn.

6. Analyseer je mogelijkheden
Hoeveel menskracht is er beschikbaar? Hoeveel animo? Hoeveel geld om externe hulp in te schakelen? Welke talenten zijn er? Welke kennis is beschikbaar? Welke plannen en ideeën leven er al? Dan weet je wat haalbaar is.

7. Bepaal je focus
Er valt heel wat te leren als gelovige. Maar niet alles kan in één keer opgepakt worden. Het is nodig om keuzes te maken. Kies jaarlijks een paar speerpunten en werk die goed uit.

8. Schakel andere mensen in
Voor een goed leeraanbod moet je niet alles zelf willen doen. Vraag mensen om mee te helpen, verdeel de taken en bied toerusting. Geef hun ruimte en verantwoordelijkheid. Zorg dat je geen controlerend, maar een ondersteunend en stimulerend orgaan wordt. Hoe meer mensen erbij betrokken zijn, hoe meer draagvlak je creëert.

9. Gebruik bestaande structuren
Efficiënter dan het opzetten van nieuwe structuren of het omgooien van de bestaande gemeentestructuur is het gebruik van bestaande structuren, zoals de kringen, ouderensoos, vrouwenbijbelstudiegroep of catechese. Dat werkt natuurlijk alleen als je hen vanaf het begin betrekt bij de plannen en geen vernieuwing aan hen oplegt.

10. Kies je leraren en leermaterialen
Er is veel waardevol materiaal beschikbaar en er zijn ervaren sprekers beschikbaar. Verdiep je in de verschillende opties, lees, luister en maak keuzes. Vraag andere kerken naar hun ervaringen en leerpunten. Er zijn genoeg mogelijkheden om een inspirerend leeraanbod neer te zetten.

Over de auteur
Ingrid Plantinga

Ingrid Plantinga is adviseur bij KerkPunt.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief