Wat vier gelovigen langs de weg zagen liggen

Jordi Kooiman | 4 november 2017
  • Reportage
  • Special 2017

Van wie word jij de naaste? Het is niet alleen een vraag voor wie op weg naar Jericho een gewonde man langs de weg ziet liggen. In 2017 is de vraag net zo relevant. Heidy Vink zet zich bijvoorbeeld in voor asielzoekers, Marc en Andjo Bruijn hebben twee pleegkinderen en Maries van der Hek dient Ede. Wat beweegt hen? En wat vinden ze moeilijk?

‘Ik dacht: wat ben ik eigenlijk veel met mezelf bezig.’ Heidy Vink (42) uit Bunschoten kan nauwkeurig aanwijzen wanneer ze haar ‘barmhartige-Samaritaanmoment’ beleefde. Eind 2014 brak ze haar heup. Ze mocht zes weken lang haar been niet belasten. ‘Ik dacht: ik gebruik dit om meer tijd met God door te brengen, niet afgeleid door mijn werk. Maar ik ontdekte dat God meer van mij vraagt dan tijd met Hem doorbrengen. Ik miste het contact met mijn naaste en mijn verlangen groeide om me voor anderen in te zetten.’

Heidy Vink (met één van haar naasten in het azc): ‘God leert mij niet bezorgd te zijn. In dat vertrouwen wil ik leven.’ (beeld Jaco Klamer)

Heidy Vink (met één van haar naasten in het azc): ‘God leert mij niet bezorgd te zijn. In dat vertrouwen wil ik leven.’ (beeld Jaco Klamer)

Heidy kwam tijdens een vrouwendag in contact met de stichting Gave, een organisatie die kerken en christenen bewust wil maken van de Bijbelse roeping om vreemdelingen gastvrij te ontvangen (www.gave.nl). ‘Ik hoorde het getuigenis van een ex-moslim en dat raakte me diep.’

Een Bijbelstudie over Jeremia, een paar maanden later, maakte het appèl op Heidy nog directer. ‘Het was alsof God me vroeg: “Wat doe je met alles wat Ik jou gegeven heb? Gebruik je het voor je eigen goden of gebruik je het in mijn dienst?” Daar schrok ik van. Ik zag in dat ik toch heel erg met mezelf bezig was. Toen begon ik te bidden: waar kan ik me inzetten voor uw koninkrijk?’

Heidy had contact gehouden met Gave en toen de stichting iemand zocht die makkelijk verbindingen kon leggen, meldde ze zich aan. ‘De dag voordat ik voor het eerst naar het azc in Amersfoort zou gaan, las ik een blaadje van CGK-Vrouw, waarin een interview stond met een christelijke vluchtelinge uit Iran. De volgende dag was uitgerekend zij de allereerste persoon die we op het azc tegenkwamen. God maakte zo heel duidelijk dat het azc mijn plek was.’

Heidy is sinds 1 juni dit jaar vrijwilligerscoördinator van Gave. Ze legt verbindingen tussen vluchtelingen en Amersfoortse kerken. Organiseert een gemeente bijvoorbeeld iets voor Iraanse vrouwen, dan verwijst ze haar Iraanse contacten naar die gemeente door.

Het werk kost haar zo’n acht uur per week. Ze is daarvoor minder gaan werken in de zorg. ‘Ik heb salaris ingeleverd. Dat was eerst wel een punt: durf ik dat aan? Maar God leert mij niet bezorgd te zijn. In dat vertrouwen wil ik leven.’

Ingrijpend

Marc (45) en Andjo (43) Bruijn uit Eindhoven bezonnen zich in 2007 op hun toekomst. Ze hadden vier gezonde kinderen en een stabiele relatie. ‘Ik vroeg me af: wat wil ik met mijn leven?’, vertelt Andjo. ‘Wil ik weer de ergotherapie in, waarvoor ik gestudeerd heb, of wil ik wat anders?’

Marc en Andjo Bruijn: ‘De manier waarop je van pleegkinderen houdt, is niet minder intens, maar wel anders.’

Marc en Andjo Bruijn: ‘De manier waarop je van pleegkinderen houdt, is niet minder intens, maar wel anders.’

Marc opperde het idee om pleegouders te worden. ‘We hadden best nog ruimte in ons hart en in ons gezin om meer kinderen op te nemen. Ik dacht, ook kijkend naar de opdracht van God: dat kan ook op deze manier. Want er zijn zo veel kinderen die in een moeilijke situatie zitten en een stabiel gezin nodig hebben.’

‘Ik vond het wel eng’, zegt Andjo. ‘Zou ik net zo van pleegkinderen kunnen houden als van mijn eigen kinderen? We hebben veel gepraat en gebeden en zijn heel open de voorbereidingstraining ingegaan.’

De voorlichting maakte het verschil voor het echtpaar. Andjo: ‘We leerden dat je de zorg van andere ouders overneemt, maar dat je nooit de biologische ouders van je pleegkinderen vervangt. De manier waarop je van pleegkinderen houdt, is niet minder intens, maar wel anders.’

Marc en Andjo besloten de stap te zetten, al geeft Andjo toe dat de twijfels toen direct weer toesloegen. Want pleegouder worden is een ingrijpende stap, die het hele gezin beïnvloedt. ‘Als een kind zonder bagage in je gezin zou komen, zou dat al zijn weerslag op de onderlinge relaties hebben. Een kind met een rugzakje brengt dus zeker reuring in de familie.’

Het echtpaar begon met kortdurende en crisisopvang, maar stapte na verloop van tijd over op langdurige pleegzorg, waarbij kinderen tot hun achttiende in het gezin blijven. Marc en Andjo hebben momenteel twee pleegkinderen, een jongen van 12 en een meisje van 7.

Pleinen vegen

Maries van der Hek (31) leerde het begrip naastenliefde kennen nadat hij op zijn achttiende tot geloof was gekomen. ‘Ik groeide op in Leerdam. Ik ging wel naar de kerk, maar het ging het ene oor in en het andere uit. Ik ging graag met vrienden de kroeg in en gebruikte af en toe softdrugs. Tot ik een keer op mijn kamertje zat en God tegen me zei: “Je weet dat Ik besta, kies je voor Mij of tegen Mij?” Ik heb toen blaadjes volgeschreven met wat er fout was in mijn leven en heb mijn leven over een andere boeg gegooid.’

De jongeren schoffelen tuintjes, geven huiswerkhulp, dansen met mensen in rolstoelen

Een jongen uit de gemeente nam hem mee naar een actie van Athletes in Action in de wijk waar hij was opgegroeid. Daar ontdekte hij dat het Woord ook verkeerd kan vallen. De sfeer in de wijk werd er niet beter door. ‘Ik moest denken aan de bekende uitspraak van Franciscus van Assisi: verkondig het evangelie, desnoods met woorden. Ik zei: we kunnen ook gewoon de pleinen en straten gaan vegen. Dat hebben we toen met ons team gedaan en de reacties waren zó positief. Dat was voor mij een eyeopener: dienen kan een enorm effect hebben.’

Het bleef Maries bij en toen hij in Ede ging wonen voor een studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening, raakte hij betrokken bij de start van het netwerk Dien je Stad (DjS). Inmiddels is hij fulltime werkzaam als netwerkcoördinator bij DjS en het overkoepelende inspiratienetwerk TijdVoorActie. DjS inspireert jongeren in Ede om zich in te zetten voor ouderen, eenzamen, dak- en thuislozen en anderen die hulp nodig hebben. Elk jaar mobiliseert het netwerk zo’n duizend jongeren, die tuintjes schoffelen, huiswerkhulp geven, dansen met mensen in rolstoelen en veel meer. ‘Het zijn kleine dingen, maar de uitwerking is groot. We bouwen aan een stukje koninkrijk.’

Aanvechting

De Samaritaan had zijn barmhartigheid in een dag bewezen. Twee denarie voor de eigenaar van het logement, een vriendelijk ‘De rest van de rekening betaal ik op mijn terugreis’ en zijn zorgtaak zat erop. Heidy, Marc, Andjo en Maries zetten zich langdurig in. Dat roept andere vragen op, en kost vaak ook meer dan twee daglonen.

Maries van der Hek: ‘Hopelijk gaan jongeren door ons werk inzien dat het gaat om het uitdelen van wat je zelf van God gekregen hebt.’

Maries van der Hek: ‘Hopelijk gaan jongeren door ons werk inzien dat het gaat om het uitdelen van wat je zelf van God gekregen hebt.’

Heidy Vink vertelt hoe deuren op het azc lang dicht kunnen blijven. ‘Er zijn dagen dat ik niemand tegenkom en me afvraag: wat doe ik hier eigenlijk? Ook zijn vrouwen vaak achterdochtig: ben ik misschien van de IND of de vreemdelingenpolitie? Je hebt soms een lange adem nodig. In het begin kwam ik iemand tegen die zei: “Ben je van de kerk? Dan wil ik geen contact.” Maar ik heb haar steeds weer gedag gezegd. Uiteindelijk heeft ze me uitgenodigd en inmiddels heeft ze een Alphacursus gevolgd.’

Dezelfde vrouw had haar geboortebewijs nodig en moest daarvoor naar de ambassade in Brussel. Zes keer kwam ze, zes keer werd ze weggestuurd. De Alphakring bad voor haar en de volgende keer kreeg ze haar document. ‘Na zulke mooie dingen volgt vaak wel aanvechting’, vertelt Heidy. ‘Opeens dacht ik: wat heb ik weinig bereikt, wat heb ik weinig maatjes gekoppeld aan asielzoekers, wat heb ik nu eigenlijk echt gedaan? De duivel valt aan en probeert twijfel te zaaien. Dat heb ik duidelijk gemerkt.’

Voor de gemeenteleden die Heidy met asielzoekers verbindt – vaak via maatjesprojecten – is het werk ook niet altijd makkelijk. ‘Ik hoor weleens van hen dat asielzoekers niet dankbaar zijn, geen dankjewel zeggen als je iets doet of geeft. Natuurlijk is het leuker als je dankbaarheid ervaart, maar als dat heel belangrijk wordt, is het moeilijk om dit werk vol te houden. Je drijfveer moet de liefde van God zijn, anders raak je erg gefrustreerd. God heeft alles voor mij gegeven. Leef ik zelf wel in dankbaarheid?’

Het neemt niet weg dat het werk Heidy zelf ook verrijkt. ‘Mijn relatie met God is zó verdiept sinds ik contact met vluchtelingen heb. Ik zie hoe moslims tot geloof komen en heb God op een heel andere manier leren kennen. Ik heb ook geleerd dat God voorziet en dat je erop kunt vertrouwen dat Hij mensen op je pad brengt. Een vrouw vroeg me of ik een Engelstalige bijbel voor haar had. Dat had ik niet. De volgende dag kwam ik iemand tegen die zei: “Ik heb nog een Engelse bijbel, heb je daar wat aan?” Zo’n verhaal zou ik vroeger niet geloofd hebben.’

Keihard

Marc en Andjo Bruijn hebben de afgelopen jaren gemerkt dat je als pleeggezin veel kleine offers moet brengen. Een avondje weg als echtpaar gaat niet zomaar en de zomervakanties worden vaak geplooid naar wat de pleegkinderen aankunnen. Onlangs viel een dagje naar een museum in het water doordat het niet goed ging met één van de pleegkinderen. Marc: ‘Je merkt dat de dag voor de andere kinderen verziekt wordt, en dan baalt iedereen.’

Het afscheid nemen van pleegkinderen kan soms hartverscheurend zijn. Een paar jaar geleden kreeg het gezin een tweeling, nog maar elf dagen oud. In eerste instantie ging het om een crisisplaatsing, maar na een jaar werd besloten dat ze tot hun achttiende bij het gezin Bruijn geplaatst zouden worden. ‘Maar de ouders gingen in beroep en na tweeënhalf jaar zijn ze weer bij de vader gaan wonen. Voor ons en onze kinderen was het heel zwaar om afscheid te nemen.’

‘Een kind met een rugzakje brengt zeker reuring in de familie’

Het meisje dat nu bij Marc en Andjo woont, heeft last van een hechtingsstoornis. Andjo: ‘Ze is het ene moment aanhankelijk en wijst je het andere moment keihard af. Het is lastig om daarmee om te gaan. Marc zei toen tegen me: “God heeft ook geduld met ons en zegt elke keer weer tegen ons: het is goed. Zo zou je naar haar kunnen kijken.”’

Hun geloof is de belangrijkste drijfveer voor Marc en Andjo, want op de waardering en dank van de pleegkinderen kun je niet teren; die blijft doorgaans uit. ‘Onze motivatie is heel sterk: God heeft ons veel gegeven, het gaat goed met onze kinderen, dus laten we onze mogelijkheden gebruiken. Je hoeft het niet alleen maar leuk te hebben met jezelf, je kunt ook goed zijn voor anderen. De één doet dat zus, de ander doet het zo. Wij kiezen voor deze manier om Gods liefde door te geven.’ Ze voegen direct toe: ‘Het blijft zoeken, en we zijn er nog lang niet uit. Je kunt dit niet perfect doen. Maar we doen ons best.’

Vies kopje

Maries van der Hek gelooft erg in wederkerigheid. Het is mooi als jongeren zich belangeloos inzetten en niets terugverwachten, maar hij ziet ook dat ze groeien als ze waardering en vertrouwen krijgen. ‘Zo zien ze dat wat ze gedaan hebben invloed heeft gehad, en willen ze het vaker doen. Ik vind het waardevol om jongeren zulke bijzondere ervaringen te geven. Het verrijkt hun leven en ik geloof dat ze hierdoor meer mens worden. Tegelijkertijd leert Jezus ons belangeloos om te zien naar onze naasten. Het zou mooi zijn als jongeren door ons werk gaan inzien dat het uiteindelijk gaat om het uitdelen van wat je zelf van God gekregen hebt.’

Maries gelooft ook dat tegenover hulp geven hulp vragen staat. ‘We geven makkelijk, maar je moet ook zelf een hulpvraag durven stellen. Ik wil dat mensen meeleven met mijn leven. We hebben elkaar allemaal nodig.’

Een prachtig voorbeeld is Maria, een oudere vrouw uit voormalig Joegoslavië, bij wie Maries aan het begin van zijn werk in Ede de tuin opknapte. Haar huis stond vol met dozen en troep en toen hij op de rommelige bank had plaatsgenomen, kreeg hij in een vies kopje koffie aangeboden. ‘Toch was ze gelukkig en tevreden met haar leven. Dat raakte me en hield me een spiegel voor. Ik heb nu, na bijna acht jaar, nog steeds contact met haar. Ze is deel van mijn familie geworden.’

Als pionier van Dien je Stad heeft Maries de afgelopen jaren veel overuren gedraaid en gemerkt dat bij ‘goeie dingen doen’ veel rompslomp komt kijken. De zakelijke kant is taai en niet alle jongeren lopen direct warm voor het werk. ‘Gelukkig hebben we een grote God’, zegt Maries. ‘Hij zal je niet teleurstellen. We hebben moeilijke jaren gehad en hebben moeten knokken voor waar we naar verlangen, maar terugkijkend heeft God de juiste dingen op het juiste moment gegeven. Dat is achteraf praten, ja, maar dat helpt mij wel om te blijven vertrouwen op God.’

Over de auteur
Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is freelance journalist en webredacteur van OnderWeg.

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief