Als luisteren niet lukt, sta je jezelf in de weg

Harry van de Pol en Michelle van Dusseldorp | 17 maart 2018
  • Opinie
  • Thema-artikelen

Je hebt zin in een goed gesprek, maar komt niet verder dan vriendelijk maar oppervlakkig contact. Je zoekt echte verbinding, maar het is alsof de ander zich niet laat vinden. Herkenbaar? Wat er ook aan de hand is, je kunt slechts aan één kant van het gesprek werken: jouw kant. De mate waarin je in verbinding kunt zijn met de ander wordt bepaald door de mate waarin je contact hebt met jezelf, schrijven Harry van de Pol en Michelle van Dusseldorp.

Harry van de Pol studeerde technische bedrijfskunde en theologie. Hij is schrijver van het boek Harthorend. Luisteren voor professionals en het hbo-studieboek Basisboek luisteren & spreken. Hij werkt bij vanbinnenuit (www.vanbinnenuit.nl) aan het vergroten van het luisterend vermogen van mensen en organisaties.

Michelle van Dusseldorp studeerde psychologie en psychotherapie. Ze is schrijver van Ik kan veranderen en (samen met Carianne Ros) Nee is oké. Meer genieten, minder moeten. Michelle is oprichter van Stichting Groundwork (www.groundwork.nl/trainingen/basic), die naast een post-hbo-opleiding voor therapie en coaching een driedaagse training aanbiedt voor persoonlijke groei.

Het artikel van Van de Pol en Van Dusseldorp is een bewerking van een bijdrage die eerder in het magazine Groei verscheen.

Het is ons werk om mensen te helpen beter te luisteren. Eerst naar zichzelf, daarna ook naar anderen.

Er is veel in jou wat je liever niet ziet en liever niet hoort. (beeld Annie Spratt/Unsplash)

Er is veel in jou wat je liever niet ziet en liever niet hoort. (beeld Annie Spratt/Unsplash)

Luisteren zien we als uitnodigen. Als je naar iemand luistert, nodig je hem of haar uit om tevoorschijn te komen. Er is iets bijzonders aan de hand met deze uitnodiging. Als iemand tegen jou zegt: ‘Kom tevoorschijn!’, wat voel je dan? Bij de meeste mensen haakt het niet alleen aan een verlangen, maar roept het ook weerstand op: ‘Wat wil je van me? Is dit de plek om mezelf te laten zien? Liever verstop ik me!’

Dit verschijnsel is niet nieuw. Ook Jezus merkt dat de uitnodiging om tevoorschijn te komen tegengestelde reacties oproept. De evangelist Johannes schrijft (1:5): ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het in haar macht gekregen.’ Zelfs als de uitnodiging om tevoorschijn te komen van God komt, roept die tegenstrijdige reacties op. We verlangen ernaar én we zijn er bang voor. We willen laten zien wat er in ons is, maar we schrikken er ook voor terug. Jezelf laten kennen, de ander laten zien hoe het echt met je is: je wilt het wel, maar het maakt je ook onzeker.

Ogen

Je kent het verhaal. Eens was er een paradijs, maar mensen maken er een zootje van. God komt. Niet om te verwijten, maar om te herstellen. Adam mag uitleggen waarom hij God probeert te ontlopen. God vraagt: ‘Waar ben je?’ En even later: ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’ Adam zegt: ‘Ik hoorde U in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’ Hij is naakt. Maar dat is niets nieuws. Dat was hij al (Genesis 2:25). Toch is er iets veranderd. Er is een nieuw bewustzijn gekomen. Het was oké om op een radicale manier kwetsbaar te zijn, nu is dit opeens traumatisch.

Het is erg dat hij zich verstopt, want Adam is, net als wij, bedacht en ontworpen om gekend én geliefd te zijn. Maar nu is het opeens alsof het niet langer mogelijk is om van hem te houden áls hij gezien en gekend is. Daarom verstopt hij zich.

‘Wat wil je van me? Is dit de plek om mezelf te laten zien?’

Daarom verstoppen wij ons ook vaak. We hebben het gevoel dat er een paar ogen is waar we niet recht voor kunnen staan. En dat klopt. Hebreeën 4:13 zegt: ‘Niets van wat geschapen is blijft voor Hem verborgen, alles is onverhuld en volkomen zichtbaar voor de ogen van Hem aan wie wij rekenschap moeten afleggen.’ Adam en Eva verloren niet hun kleren – die hadden ze al niet – maar ze verloren hun heerlijkheid, het gevoel oké en acceptabel te zijn. En dus verstoppen ze zich.

Verstopplekjes

Mensen zijn heel creatief in het zich verstoppen, in het bedekken van hun naaktheid. Tevoorschijn komen? Ergens haten we het! En dus verstoppen we ons voor elkaar (vijgenbladeren), voor God (achter de bosjes) en voor onszelf (‘zij heeft het gedaan’, ‘hij heeft het gedaan’). Zo proberen we controle te houden, omdat we zeker weten dat we niet tegelijkertijd gekend én geliefd kunnen zijn.

Je maker nodigt je uit om uit het donker in zijn licht te komen en te ontdekken dat je nog steeds bestaat. (beeld Annie Spratt/Unsplash)

Je maker nodigt je uit om uit het donker in zijn licht te komen en te ontdekken dat je nog steeds bestaat. (beeld Annie Spratt/Unsplash)

Op die verstopplekjes van ons – in het donker – gaan we kapot. Maar dat kan onze maker niet aanzien. Hij grijpt in. Hij nodigt je uit om uit het donker in zijn licht te komen en te ontdekken dat je nog steeds bestaat. Dat je kunt zijn wie je bent én tegelijkertijd geliefd kunt zijn. Het maakt vrij als het donkerste in jou gezien wordt, maar je toch merkt dat je geliefd bent. Want je bent gemaakt om gekend en geliefd te worden! Trijntje Oosterhuis zingt hier een prachtig lied over. De tekst is haar vaders vertaling van Psalm 139, het lied heet ‘Ken je mij?’ (www.youtube.com/watch?v=0iowndW2Eo8).

Speels

Bij God is alles van jou welkom. Maar bij jezelf werkt dat anders. Er is veel in jou wat je liever niet ziet en liever niet hoort. Allerlei eigenschappen, karaktertrekken, gevoelens, behoeften en reacties op dingen die gebeuren. Je bent er niet trots op. Ze geven je het gevoel van falen. Je verstopt ze. De buitenwereld mag ze niet zien, want jij wilt ze niet zien. Je doet net alsof ze er niet zijn.

We hebben van onze omgeving geleerd wat we beter in de schaduw van schuld en schaamte kunnen verbergen. Dat proces heet socialisatie. Oordelen van onze omgeving over wat goed en fout is hebben we naar binnen gezogen. Zo werd het deel van ons en voelt het alsof het onze eigen oordelen zijn. Wij veroordelen onszelf en wij schamen ons voor wat ‘niet deugt’. Hele delen van onszelf zetten we zo in de schaduw. Natuurlijk heeft het de neiging tevoorschijn te piepen, maar schuld en schaamte houden het ‘veilig’ op zijn plek.

Zo heb ik, Harry, al heel vroeg geleerd om mijn speelse kant – mijn moeder zei dat ik wel duizend dingen in een uur deed – uit het zicht te houden. Je verantwoordelijk gedragen, dát is bruikbaar. Al die speelse creativiteit is onhandig. Zo word je een heel verantwoordelijke kerel. Die ook een beetje saai is. Ik heb mijn best moeten doen om weer contact te maken met dat speelse stukje in mij. In het begin schaamde ik me als ik ermee tevoorschijn kwam, omdat ik mijn oordeel klaar had over die speelsheid. Wat ik nodig heb om er toch mee tevoorschijn te komen, is iemand die mij uitnodigt. Iemand die luistert en die mij van harte welkom heet.

040606 Luisteren_3Wat je dus niet of nauwelijks meer hoort in jezelf, raak je kwijt. Hoe moet de ander er dan contact mee kunnen krijgen?

Er is nog iets: iedere keer dat iemand anders zijn of haar speelsheid laat zien, heb ik mijn oordeel snel klaar; ik vind dat onverantwoordelijk. Zo heb ik ontdekt dat ik maar moeilijk ruimte kan maken voor de ander als die persoon iets raakt wat bij mij in de schaduw staat.

Hoe beter je luistert naar jezelf, hoe meer je van harte welkom kunt heten wat daar, in jezelf, is. Hoe gastvrijer je bent voor wat er in je is, hoe meer je met jezelf in verbinding bent. En het mooie is: alles waar jij in jezelf contact mee hebt, kun je in verbinding met een ander brengen. Misschien werpt dit tegelijk een heel ander licht op de aanmoediging van Jezus om ‘in Hem te blijven’.

Scan

Er zijn dus zaken die jou zomaar verhinderen om echt goed te luisteren. Je ziet die terug op de zogenoemde luisterthermometer bij -3, -2 en -1 (zie illustratie). Bij elke ‘stand’ horen emoties. Als je die onderkent, kun je ruimte maken, horen wat er ten diepste is en voor jezelf en voor anderen een veilige plek zijn. Want echt veilig zijn we pas als we niets meer hoeven te verstoppen: het mag er in verbinding met de Ander zijn!

Hieronder staat een aantal mogelijke emoties bij de ‘minstanden’:

Tabel

Iedere keer dat luisteren niet lukt, bots je als het ware tegen jezelf aan. Elke keer dat het minder goed lukt, zit je jezelf in de weg. Oordeel, angst en je eigen behoeften maken dat je in het gesprek wilt ontvangen. Dat is niet fout. Het is menselijk, het is hoe het altijd gaat. Maar het helpt het luisteren niet.

Waarom niet? Omdat al die factoren ervoor zorgen dat je in het gesprek zit met de bedoeling om te ontvangen. En luisteren is in essentie niet ontvangen (ook al ontvang je veel als je luistert), maar geven. Je geeft wat de ander nodig heeft om tevoorschijn te komen. Dus op ieder moment dat het luisteren niet goed lukt, is het zaak te ontdekken wat jou in de weg staat. Alleen dan kun je met je aandacht op een gevende manier weer bij die ander zijn.

Iemand naar wie jij luistert, is niet anders dan jij. Ergens wil ook die ander graag tevoorschijn komen met wat er werkelijk vanbinnen speelt, maar ook hij of zij is er bang voor. Daarom scant ‘de verteller’ jou als het ware met de vraag: is dit hier, bij jou, de plek om tevoorschijn te komen? Het enige dat jij hoeft te doen, is erkenning geven aan wat die ander al laat horen, zien en voelen. Want iedere keer dat iemand merkt dat wat hij zegt welkom is bij jou, voelt hij de uitnodiging om meer te laten horen. En hoe meer het je lukt om jezelf en de ander van harte uit te nodigen om te komen met wat er is, hoe meer je zelf een uitnodiging wordt. Zo ga je lijken op Hem die jou gemaakt heeft. Hij stopt niet met uitnodigen en blijft zeggen: ‘Ik ben.’

Licht

Wat we ook verstoppen en hoe grondig we dingen van onszelf ook in de schaduw zetten, je houdt het gevoel dat het niet helpt. Misschien is dat wel ons geluk. Niks helpt, ook religie niet, ook hard werken om acceptabel te zijn voor God niet. Alleen God kan het doen. Anders zullen we nooit zeker zijn. En Hij doet het!

Er is namelijk geen weg terug naar het paradijs dan door het zwaard heen. Jezus heeft dat gevoeld. Hij is er dwars doorheen gegaan en maakt zo voor ons de weg vrij. Als jij vanuit je hart antwoord geeft op de drie vragen die God stelt – Waar ben je? Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms van die boom gegeten? – dan ga je op zijn uitnodiging in en kom je tevoorschijn. Dan gaat het licht aan en is het leven niet meer zo zwaar. Je hoeft niet meer zo te sjouwen. Je ervaart dat je gezien én tegelijkertijd geliefd kunt zijn. En zo ga je steeds meer deel uitmaken van wat God aan het doen is. Deze schepping, zijn creatie, de herschepping. Dan loop je rond terwijl Hij in jou aan het doen is wat Hij met de hele wereld gaat doen: herstellen.

Zo draag jij daar ook aan bij. Mensen zien dat er iets met je is, dat er iets fascinerends in je aan de gang is. Het lijkt of je niet bang bent om gezien te worden, alsof je er niet aan twijfelt dat je geliefd bent. Je bent volop in contact met jezelf en daardoor volop in contact met de Ander. Een wandelende uitnodiging, ook voor anderen.

Voor wie meer wil ontdekken over: Zorg!

Voor wie meer wil ontdekken over: Zorg!

Els Veurink (HR)
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief