‘Door dit werk heb ik gezien dat God leeft’

Annemarie van den Berg-Nap | 19 december 2020
  • Interview
  • Ontmoeting

Ze wil graag een leven leiden waarin ze verschil maakt voor mensen, in het bijzonder voor mensen die tussen wal en schip vallen, of aan de onderkant van de maatschappelijke ladder bungelen. Ik ontmoet Petra Antuma bij haar thuis, in een kleurrijke en creatieve woning die hoort bij een woongroep in de Arnhemse volkswijk Vredenburg. ’Door gesprekken en ontmoetingen met mensen die worstelen met verslaving, pijn en afwijzing, heb ik gezien dat God leeft.’

Petra Antuma (1972) studeerde Milieugezondheidskunde (Universiteit van Maastricht) en HBO Theologie (Bijbelschool Heverlee). Ze werkte met haar man Ikenius van 1999 tot 2007 in Siberië, waar ze namens de GZB christelijk studentenwerk deed. Ze is al ruim tien jaar verbonden aan Het Passion, een time-out plek voor dak- en thuislozen in Hummelo (hetpassion.nl). Petra en Ikenius hebben drie kinderen en zijn lid van de Koepelkerk (GKv) in Arnhem.

Zo’n zeven jaar woont Petra nu in de woongroep met haar man en jongste nog thuiswonende zoon. De twee oudere kinderen zijn al uitgevlogen en studeren in Groningen. ‘We zijn een poos bezig geweest om zelf een woongroep te starten, omdat we graag vanuit ons geloof iets voor de wijk wilden betekenen. Maar het lukte niet om dat van de grond te krijgen. Ik wist van het bestaan van deze echte oude hippie-woongroep’, lacht ze, ‘dus toen er een huis leegstond, zijn we hier gaan praten. We werden wel met wat argwaan begroet, want ze vonden ons wel heel christelijk. De bewoners vroegen zich bijvoorbeeld af of we wel over iets anders konden praten dan over het geloof.’ Het maakte Petra wat voorzichtig, maar inmiddels is er vertrouwen gegroeid en biedt ze mensen soms ook aan om voor ze te bidden. ‘Er is hier ook veel nood en mensen waarderen het juist als je naar ze luistert en aanbiedt voor ze te bidden.’

Lijst vragen

Petra vervult een heel natuurlijke pastorale rol op de plek waar ze woont. Toch was dit niet altijd vanzelfsprekend. Ze vertelt: ‘In mijn studententijd was ik soms wel jaloers op studiegenoten van de studentenvereniging die mooie pastorale gesprekken konden voeren. Ik was meer iemand die mensen met argumenten onder tafel praatte of die goede grappen maakte.’ Petra groeide op in Lelystad, in een gereformeerd vrijgemaakt gezin waar het geloof heel vanzelfsprekend was. ‘Het was een veilige plek, maar achteraf zie ik wel dat we weinig over gevoelens praatten. Daarom was mijn studententijd ook zo vormend voor mij. Ik ging studeren in Maastricht en werd lid van de studentenvereniging Ichthus. We vormden een bijbelkring met christenen uit allerlei kerken. Er was veel respect voor elkaar en er werd open en eerlijk gepraat over dat wat we geloofden. Dat was nieuw voor mij. Het zette me aan het denken: wat vind ik nu zelf? Dus als ik in het weekend naar huis ging, had ik een hele lijst met vragen voor mijn vader. Waarom zit dit zo? Waarom vinden wij dat?’

‘Ik zocht naar manieren om de wereld
een beetje mooier te maken’

Hoewel Petra de op een na jongste in een gezin van vijf was, was zij de eerste die haar ouders kritische vragen stelde over het geloof. ‘Dat was best spannend voor mijn ouders, want het idee was toen toch wel dat ze precies wisten hoe het zat. Later hebben ze tegen me gezegd dat deze tijd waarin ik met veel vragen thuiskwam, hen ook heeft gerijpt. Misschien scheelde het dat het van mijn kant geen schoppen tegen iets was, het was een serieuze zoektocht.’

Ze vervolgt: ‘In mijn studententijd ontdekte ik dat het geloof en mijn relatie met God meer was dan ‘geloven in de waarheid’. Van mijn hoofd daalde het geloof af naar mijn hart.’ Toen Petra in het derde jaar van haar studie Milieukunde zat, ontdekte ze dat ze hierin geen toekomst voor zichzelf zag. Daarom begon ze naast haar studie ook met theologie aan de Bijbelschool in Heverlee in België. ‘In die tijd leerde ik ook mijn man, Ikenius, kennen. We correspondeerden met elkaar over theologische kwesties, maar tijdens een liftwedstrijd van de studentenkring sprong de vonk echt over.’

Zelf nadenken

Eenmaal afgestudeerd en nog maar een jaar getrouwd, vertrokken Petra en Ikenius naar Siberië om te gaan werken onder studenten. ‘Mijn eigen studententijd is zo belangrijk en vormend voor me geweest dat de vacature van de GZB om christelijk studentenwerk te gaan doen me enorm aansprak. Het is als je studeert essentieel om de tijd te nemen om te zoeken naar wie je bent. Je bent niet zomaar een logisch gevolg van wat je ouders je hebben meegegeven.’

Acht jaar lang woonde het jonge stel in een flat in Novosibirsk, waar ook hun drie kinderen werden geboren. Ze organiseerden bijbelstudies, conferenties en bidstonden op de universiteit. ‘Het belangrijkste was, dat we probeerden om de studenten zelf na te laten denken. Dat is in Rusland nog niet zo vanzelfsprekend, zowel qua cultuur als in de kerken. In de kerken heerst nog erg de gedachte: wat de dominee zegt, is waar. Bovendien was het werk dat wij deden interkerkelijk en dat vonden sommige kerken ook spannend, want stel je voor dat de studenten naar een andere kerk zouden gaan?’

‘Achteraf waren we misschien wel erg jong! Ik denk weleens: als we nu zouden gaan, zou God meer aan ons hebben’, peinst Petra. ‘Maar het bijzondere is dat we later van studenten hoorden dat ze vooral veel van ons leven geleerd hebben. Dus niet wat wij dachten te moeten brengen, maar het voorbeeld van hoe we als gezin met jonge kinderen met elkaar ons leven leidden. Wij zijn verre van perfect, maar blijkbaar maakte de manier waarop wij als man en vrouw met elkaar omgingen en hoe wij een gezin met werk combineerden, toch indruk op hen.’

(beeld Hans van Sloten)

(beeld Hans van Sloten)

Eenmaal terug in Nederland was het voor Petra een zoektocht om haar draai weer te vinden. ‘In Siberië was het duidelijk waarom we daar waren. Daar had ik het gevoel een verschil te maken. In Nederland vroeg ik me echt af: wat doe ik hier? Waarom ben ik hier? Ik zocht naar manieren om de wereld een beetje mooier te maken.’ Tijdens het studieverlof dat Petra kreeg na hun verblijf in Siberië bracht ze een week door op Het Passion. Dit is een plek waar mensen die tussen wal en schip gevallen zijn op adem kunnen komen. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die uit de gevangenis komen en nog geen woonplek hebben of mensen die een verslaving willen doorbreken. Ze vertelt: ’Dat was zo’n leuke week, ik voelde me er echt als een vis in het water. Dus toen er een vacature kwam, heb ik gesolliciteerd en werd ik aangenomen.’

Opbloeien

‘In het begin voerde ik vooral pastorale gesprekken, later ben ik ook meer de rol van begeleider ingerold.’ Petra volgde hiervoor in de afgelopen jaren nog een post-HBO GGZ agoog. ‘Het Passion draait eigenlijk om mensen zien en ze een plek bieden waar ze tot rust kunnen komen. De meeste mensen verblijven zo’n vier tot zes weken bij ons. Je ziet ze dan opbloeien door de structuur, het eten, de gezelligheid en ook de veiligheid.’

Het Passion is een boerderij ver van de bewoonde wereld, wat helpt om de verleiding van verslaving even buiten de deur te houden. Het liefst zou Petra alleen maar succesverhalen willen vertellen, ‘maar het Passion is niet een miraculeuze oplossing waarna alles goed gaat’, zegt ze eerlijk. ‘Sommige gasten zijn al tien keer terug geweest.’ Het ontmoedigt Petra niet en het maakt haar ook niet cynisch. ‘Ik zie het zo: elk verblijf is een positieve ervaring voor onze gasten. Zelfs al zijn ze na die paar weken bij ons weer ‘terug bij af’, deze ervaring neemt niemand van hen af. Bovendien zie ik dat er steeds iets meer inzicht komt, dat ook terugkerende bezoekers sterker worden en andere keuzes kunnen maken.’

‘Ik kan erg worstelen met het
gegeven van God als bevrijder’

Het willen helpen en van betekenis willen zijn, is diep in Petra verankerd. Is dat nu geloof of karakter? ‘Dat is lastig te scheiden, mijn geloof is zo verweven met wie ik ben. En daarbij, dit werk vraagt niet alleen, maar geeft ook veel. Door dit werk heb ik echt gezien dat God leeft. Ik heb gezien dat mensen tot keuzes kwamen die menselijkerwijs niet mogelijk waren. God was daarbij, dat kan niet anders. Dat heeft mij heel erg bemoedigd en gesterkt.’

Dat helpende in haar karakter heeft ook een andere kant, erkent Petra. ‘Soms kijk ik terug en dan vraag ik mij af: wie is er meer door geholpen? Die ander of ik? Het risico bestaat dat ik bij elke hulpvraag denk dat die op mij gericht is. Maar ik kan de wereld niet redden en dat hoeft ook niet. Dat is bevrijdend. Ik leer hierdoor minder hoge verwachtingen te hebben van mezelf. Misschien is het wel het gereformeerde in mij, dat doenerige. Maar mensen helpen vind ik ook gewoon leuk, al is het niet altijd helpend als ik die ‘helper’ ben’, lacht ze.

Bevrijder

Het gezin bezoekt de Koepelkerk in Arnhem. Ziet Petra ook iets van haar sociale betrokkenheid terug in die kerk? ‘De Koepelkerk is een kerk-met-stip, wat betekent dat mensen in een kwetsbare positie welkom zijn, zoals mensen die net uit de gevangenis komen.’ Dat dit in de praktijk nog niet altijd meevalt, ontdekte Petra toen ze een keer wat cliënten van het Leger des Heils mee naar de kerkdienst nam. Laten vertelden ze haar dat ze zich zo bekeken voelden en niet op hun gemak waren. ‘Dat heeft me veel pijn gedaan. Ik had het niet verwacht, ik dacht dat onze kerk daar wel redelijk oké in was. Maar blijkbaar niet.’

De kerk is overigens wel heel belangrijk voor Petra. ‘Ik heb de kerk nodig als voeding en adem, en om onder de indruk te blijven van wie God is.’ Want hoewel ze de mooie en bemoedigende kanten ziet in haar werk, wordt ze door de ontmoetingen ook geconfronteerd met wat schuurt en gebroken is. ‘Ik kan erg worstelen met het gegeven van God als bevrijder. Dan denk ik: waar en hoe dan? Als ik iemand zie worstelen die zijn leven aan God heeft gegeven, maar toch niet loskomt van zijn verslaving, dan vraag ik me af: waar is God dan? Zulke vragen heeft God al vaak van me moeten horen. Dat vind ik echt ingewikkeld: de gebrokenheid in mensenlevens en een God die soms zo verstopt zit.’

Vertrouwen

‘Vaak ga ik dan wandelen in het bos, dan spreek en huil ik alles uit bij God. Ik heb ook een poos hard gezocht naar antwoorden. Dan ging ik studeren, boeken lezen en mensen spreken. Maar ik ben tot de conclusie gekomen dat ik het echt niet weet. Maar dit weet ik wel: zonder God is alles nog wanhopiger en onmogelijker. Daarom doe ik een poging om God te blijven vertrouwen – al lukt dit mij de ene keer beter dan de andere keer.’ Een van de mensen die haar erg inspireren, is Nadia Bolz-Weber, de Lutherse pastor en theoloog die de gemeenschap House for all Sinners and Saints oprichtte in Denver. ‘Zij kan zo goed woorden geven aan alle vragen die ik heb. Ik heb het elke keer nodig om dat perspectief van hoop en licht te horen en te zien. Anders zou ik verdwalen.’

Over de auteur
Annemarie van den Berg-Nap

Annemarie van den Berg-Nap is journalist en cultureel antropoloog.

Verstandig leven vanuit je gevoel

Verstandig leven vanuit je gevoel

Maarten Boersema
  • Interview
  • Thema-artikelen
Spiritualiteit: een persoonlijke relatie met God

Spiritualiteit: een persoonlijke relatie met God

Hans Vel Tromp
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief