Theanne Boer: ‘Verdriet bracht me gedrevenheid’

Wilfred Hermans | 15 mei 2021
  • Achtergrond
  • Interview
  • Ontmoeting

Taalvakvrouw Theanne Boer schrijft veel over groen leven. Haar laatste boek, Kleur je wereld groen, is een ontdekkingstocht door de schepping voor kinderen. ‘Als Jezus op de wolken terugkomt, hoop ik dat Hij ons zélf onze troep laat opruimen.’

Biografie
Theanne Boer is getrouwd met Nanning-Jan Honingh en heeft een zoon. Ze werkte jarenlang bij de EO als (eind)redacteur en schrijft voor verschillende organisaties over duurzaamheid, natuur en milieu, gerechtigheid en geloof. Daarover gaan ook haar columns die ze tweewekelijks schrijft voor het Nederlands Dagblad. Theanne voerde de eindredactie over de Michacursus en de Groene Bijbel, werkte mee aan verschillende boeken over duurzaamheid en is auteur van Sterrenpracht, Hoe kan ik groener leven? en Kleur je wereld groen.

‘Het is wel meteen een sombere deur in huis, maar ik vind dat het heel slecht gaat met de wereld,’ antwoordt Theanne op de vraag wat haar momenteel bezighoudt. ‘Een bijbeltekst die me geregeld te binnen schiet, is: “Heer, er is niemand die goed doet, zelfs niet één.” Misschien houd ik het nieuws te veel in de gaten, dat moet ik ook niet doen… Maar wat een puinhoop, vind je niet? De slechte kanten van het liberale denken worden steeds zichtbaarder, met als symbolische uitwas die 925 miljoen voor testevenementen voor feestende jongeren, terwijl een fatsoenlijke bonus voor overwerkt ziekenhuispersoneel er niet vanaf kan. Dat vind ik echt erg.’

(beeld Hannah Bouwman)

(beeld Hanneke Bouwman)

Hoe reageer jij daarop? Slaat het je lam of word je juist activistisch?
‘Beide. Ik heb mezelf aangeleerd dergelijke ergernissen om te zetten in gebed. Het neerleggen bij degene die nog enige invloed heeft. Als ik niet kan regelen dat Hugo de Jonge andere keuzes maakt dan mensen naar Rhodos te sturen, dan bid ik maar dat hij het juiste inzicht mag ontvangen.’

Gaat God dat regelen, denk je?
‘Dat weet ik niet. Ik denk dat Hij meer zaken dan mij lief is overlaat aan de verantwoordelijkheid van mensen zelf.’ Een cynisch lachje. ‘Daar ben ik bang voor.’

Je eerste zorg op dit moment is dus niet het klimaat?
‘De eerste zorg is natuurlijk de coronacrisis, maar die heeft, denk ik, uiteindelijk dezelfde oorzaak als de klimaatcrisis. Doordat oerwouden gekapt worden, komen wilde dieren in het leefgebied van mensen en doordat we massaal de wereld overvliegen, verspreiden ziektes zich snel. De globalisering, het gesleep met producten, voedsel en mensen wereldwijd is uiteindelijk niet goed voor mens en natuur, maar ik ben een leek. Uiteindelijk weet je als journalist en tekstschrijver van alles een beetje; je bent een vragensteller, geen kennisfabriek.’

Zou je dat meer willen zijn?
‘Ja, ik ben weleens jaloers op experts. Hoewel sommige vrienden zeggen dat ik meer expert ben dan ik wil toegeven. Zelf vind ik dat niet; ik ben een perfectionist, in de DISC-test scoor ik een duidelijke C.’

Misschien had je dan toch een ander beroep moeten kiezen.
‘Dat klopt. Ik studeerde Nederlands, omdat ik ontzettend van lezen hield. Tegelijk had ik zin om via sociale geografie ontwikkelingswerk te gaan doen, omdat ik als kind al bewogenheid voelde voor het arme deel van de wereld. Maar voor die studie had ik wiskunde nodig, het vak waar ik het slechtst in was. Uiteindelijk ben ik via een omweg, zonder passende opleiding, alsnog in Ghana terechtgekomen, om te ontdekken of ontwikkelingshulp iets voor mij was. Ik had het enorm naar m’n zin, leerde veel, maar vond het ook heel zwaar om in dat warme klimaat te leven. Tot mijn schaamte moet ik toegeven dat ik het gebrek aan comfort ook niet trok.’

Terwijl van jou het beeld bestaat dat je heel groen, en dus niet ultiem luxe leeft. Klopt dat niet?
‘Voor westerse begrippen leef ik misschien nog best sober, ja. De verwarming komt niet hoger dan achttien graden, ik vlieg bijna nooit, ik kook alleen groenten van het seizoen, ook als ik daar geen zin in heb. En we eten vrijwel altijd vegetarisch. Maar dat haalt het niet bij Ghana, waar ik elke dag gestampte cassave at en waar je niet kon douchen als er geen water was.’

‘Je moet niet iemands groene
geweten willen zijn’

Is er een luxeproduct dat je gebruikt waar jij je voor schaamt?
‘De auto. En als mijn echtgenoot even niet kijkt, zet ik de verwarming wat hoger.’

Die bewogenheid voor arme kinderen die je als kind had, kwam dat voort uit je opvoeding?
‘Nee. Mijn ouders waren zelf ook verbaasd dat ik soms in tranen was over arme kinderen en zo. Ik weet niet waar het vandaan kwam, het zal in mijn hart gelegd zijn… Mijn streven naar duurzaamheid heb ik thuis niet zo meegekregen, hoewel mijn vader wel een enorme natuurliefhebber is; hij vond het ook geweldig dat ik met een ecoloog trouwde, ze gaan graag samen vogels kijken. Maar ik lees m’n vader niet de les, nee. De eerste tip die ik geef in mijn boekje Hoe kan ik groener leven is dat je vooral je eigen leven moet vergroenen en dat je niet iemands groene geweten moet willen zijn. Ik zeg dus niks van dat lapje vlees dat volgens mij nog dagelijks op z’n bord ligt.’

Zinvol

Toen Theanne negentien was, overleed haar moeder aan kanker, 46 jaar oud. ‘Kanker is een rotziekte, je wordt vakkundig gesloopt. We hebben haar zien overlijden. Samen met mijn zussen voelde ik me verantwoordelijk voor mijn broertje van drie, een nakomertje. Mijn moeder overleed in 1989, toen de chemotherapie nog maar net was uitgevonden. Dat hele proces hakte er bij mij enorm in. Ik stond op de drempel van een nieuwe levensfase, de vleugels uitslaan, op kamers gaan. Léven. Dan iemand dood zien gaan, bepaalde me enorm bij de zinloosheid van het leven. Het gevoel: waar doe je het allemaal voor? Maar ook: wat is nu écht belangrijk? Die gebeurtenis overschaduwde mijn studententijd.’

Theannes ouders werkten beiden hard, vader als docent, moeder in de zorg voor haar zes kinderen. Theanne zag dat haar moeder dat zwaar vond. ‘Ze zei tijdens haar ziekte tegen mijn vader: “Als ik beter word, gaan we het echt anders doen.” Daarmee bedoelde ze: meer tijd vrijmaken voor de leuke dingen van het leven. Die tijd kreeg ze niet, wat bij mij het gevoel veroorzaakte: als je ergens tijd in steekt, moet het zinvol zijn. Die lat legde ik voor mezelf enorm hoog. Het verdriet heeft me dus ook de gedrevenheid gebracht om zinvol bezig te zijn. In die zin zag ik het als Godsgeschenk dat ik bij de EO aan de slag kon, een werkgever die met zingeving bezig was.’

(beeld Hannah Bouwman)

(beeld Hanneke Bouwman)

‘Toen ik voor mijn werk bij de EO veel evangelische mensen ontmoette, werd ik erg onzeker over mijn eigen geloof; dat mensen altijd zo op de toppen van hun geloof konden zijn, bracht bij mij juist twijfel, want ik ervoer dat niet zo. Het leidde tot een geloofscrisis.’

Hoe ben je daar uiteindelijk uitgekomen?
‘Ik werkte bij de EO aan verkondigende programma’s met Noor van Haaften en Pieter van Kampen. Met Pieter maakte ik een programma over Jezus. Op een gegeven moment keek hij me aan en zei: “Volgens mij is er iets?” Ik zei: “Ja, ik maak dit programma nu wel, maar eigenlijk geloof ik er geen moer meer van.” “Oh”, zei hij nuchter, “je lijdt aan professionalisering van je geloof. Daar krijgen veel predikanten ook last van”, om mij vervolgens aan te raden een tijdje niets met het geloof te doen. Dat heb ik maanden volgehouden, wat enorm hielp. Daardoor ontdekte ik ook dat het me uiteindelijk niet lukte om níet te geloven. Bovendien – achteraf gezien zijn dat mooie Leidinkjes met een hoofdletter L – mocht ik de lieddichter Willem Barnard interviewen. Hij vertelde over z’n geloofstwijfel en dat die twijfel soms tijdens een kerkdienst even weg was. “Dan gelooft het door mij heen”, zei hij. Dat herkende ik. Ondanks mezelf, geloof ik of het gelooft in mij, zoiets. Het geloof als een onuitroeibare neiging om Iemand boven je te weten.’

Kleine handeling

Haar geloof kreeg pas een groene tint nadat Theanne haar huidige echtgenoot ontmoette, ecoloog Nanning-Jan Honingh. Ze interviewde hem thuis in Zeeland voor een special over singles van het vrouwenmagazine Eva. ‘Hij leefde compleet in harmonie met de natuur rondom het arbeidershuisje dat hij net van de sloop had gered. Na het gesprek trok hij een zonnebloem uit de grond, deed er een natte theedoek omheen en gaf mij die mee. Die kleine handeling, waar liefde voor de natuur uit sprak, ontroerde me.’

En toen begon de verliefdheid, of later pas?
Lachend: ‘Nee hoor, die was er meteen tijdens het interview, rrráng, in één oogopslag. Door zijn verhaal voelden we meteen als soulmates. Hij had zijn vrouw aan kanker verloren en ik mijn moeder en later ook mijn stiefmoeder. Het gesprek ging meteen over de diepste dingen van het leven. Ik heb ook nog nooit zulke slechte aantekeningen van een interview gemaakt, ik kon er geen artikel meer van brouwen. Thuis mailde ik hem iets als: ik heb genoten van het gesprek, maar niet alleen als tekstschrijver… Ik dacht: ik ben nu 36, als ik dan iemand ontmoet met wie ik het echt zie zitten, dan moet ik doorpakken.’

Als mijn man even niet kijkt,
zet ik de verwarming hoger

In haar boek Kleur je wereld groen gaat Theanne de scheppingsdagen langs; ze koppelt elke scheppingsdag aan de schade die de mens later aan het geschapene heeft toegebracht. ‘Tijdens het schrijven bekroop mij het gevoel: als ik hierin volledig wil zijn, dan schrijf ik die kinderen compleet de put in, moet ik niet doen. Daarom heb ik er haalbare opdrachtjes in verwerkt die kinderen uit kunnen voeren, zoals plastic oprapen. Maar ik schrijf ook dat volwassenen al veel doen, zoals Boyan Slat met zijn strijd tegen de plastic soep en klimaatactiviste Greta Thunberg.’ Haar goede vriendin Martine Vonk, in 2019 overleden, hielp met de research voor dit boek. Toen de vrouwen elkaar via Nanning-Jan ontmoetten, klikte het meteen. ‘We werden beiden laat moeder, kregen één kind en zijn beiden getrouwd met een vrijbuiter. Martine werd even oud als mijn moeder. Bij haar overlijden heb ik mezelf de opdracht gegeven haar gedachtegoed uit te dragen.’

Je hebt meerdere dierbaren verloren én een kinderboek over de schepping, waaronder dus hemel, geschreven. Hoe zie jij zelf de hemel voor je?
Een lange denkpauze. Dan: ‘Ik denk vooral dat de hemel naar ons toekomt, niet dat wij naar de hemel gaan. Ik heb mezelf dus nooit voorgesteld dat Martine en mijn moeder in de hemel zwaar aan het genieten zijn. Als we überhaupt al over de hemel kunnen spreken als iets waar tijd een rol speelt – dat geloof ik namelijk niet – dan zie ik de hemel als wachtkamer. Dat mijn dierbaren, net als wij op aarde, wachten op een nieuwe wereld. Dan hoop ik dat wanneer Jezus in vol ornaat op de wolken verschijnt, zoals dat in de Bijbel staat, Hij ons allemaal aan het werk zet.’

Theanne droomt nog even verder. ‘Dat wij vervolgens met de grootste ijver en met het juiste hart zélf onze eigen troep moeten opruimen, dat Hij dat niet met een vingerknip voor ons gaat doen. Dat lijkt mij zo leuk om dat eensgezind met z’n allen aan te pakken! Alles herstellen wat in puin ligt, wat lijdt, wat verdrukt wordt of zelfs sterft. Nu pakken we ook al van alles aan, maar dan doen we dat met z’n allen, met alles wat beschikbaar is en met dezelfde hartsgesteldheid. Dat lijkt me echt geweldig.’

Geïnspireerd door magazine OnderWeg? Neem een gratis proefabonnement.

Over de auteur
Wilfred Hermans

Wilfred Hermans is freelance journalist.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief