Kracht in kleine kerken
- Beschouwing
- Thema-artikelen
Als klein meisje was ik lid van de GKv in Tilburg. Toen mijn ouders daar binnenkwamen, waren ze lidnummer 64 en 65. Een kleine gemeente, een gereformeerd kerkje in het midden van katholiek gebied. Ik vond het een hele leuke kerk. De mensen vonden het prima dat ik als vierjarige naar voren liep en bij mijn vader op schoot ging zitten.
Toen ik zes was, verhuisden we naar Zwolle en kwamen we uiteindelijk in GKv Zwolle-West terecht: 1.800 leden. Dat was toch heel wat anders. Het was moeilijk om te gaan met de anonimiteit die zo’n grote groep oplevert, maar het zingen ging lekker. We hadden veel activiteiten en twee dominees die elkaar mooi konden afwisselen. Sindsdien ben ik nog lid geweest van de GKv Middelburg (550 leden), GKv Kampen-Zuid (ook 550) en NGKv Zaandam (120 leden). Uit persoonlijke ervaring kan ik zeggen: de grootte van je kerk doet ertoe.
In kaart brengen
Maar niet alleen vanuit het perspectief van een kerkganger maakt het uit hoe groot je kerk is. Kleine plattelandsgemeentes, megakerken in VINEX-wijken, middelgrote stadsgemeentes, ze hebben allemaal een eigen karakter en vragen om een eigen soort van gemeentezijn en leiderschapsstijl. Daarom is het belangrijk om te weten hoe groot je gemeente is, hoe dat ledental zich heeft ontwikkeld, wat de geschiedenis is van de groei van je gemeente. Dat kun je het best in kaart brengen door middel van cijfers. Ledentallen zijn misschien niet het spannendste of leukste onderdeel van kerk-zijn, maar ze zeggen veel. Je moet je in je beleid niet alleen baseren op de verhalen in de wandelgangen, op de anekdotes, onderbuikgevoelens en persoonlijke ervaringen van de mensen, maar ook in kaart hebben hoe die ledentalontwikkeling is verlopen.
Ledentalontwikkeling
In dit artikel breng ik ledentalontwikkeling in kaart op landelijk niveau. We gaan kijken hoeveel kleine kerken er zijn, hoeveel leden deel uitmaken van verschillende gemeentegroottes en wat dat betekent voor de kerk. Voor de statistieken baseer ik mij op de jaarboekjes die elk jaar verschijnen met adressen van predikanten, scriba’s en kerkgebouwen, maar ook op ledentallen en mutatiegegevens waarin staat hoeveel mensen er zijn binnengekomen en vertrokken uit de kerken (Omdat van de GKv tussen 2020-2022 geen jaarboek is verschenen, ontbreken er enkele jaren aan gegevens in de GKv-statistieken).