Jong zijn in een brandende wereld
- Beschouwing
- Thema-artikelen
Ik heb getwijfeld of ik dit artikel wilde schrijven. Toen ik de werktitel van de jeugdspecial zag ‘Help, de jongere verzuipt!’ voelde ik ongemak. Natuurlijk het is een prikkelende, uitdagende kop, maar is de jeugd er werkelijk zo slecht aan toe? Kort gezegd: nee, maar er is zeker wat aan de hand. Jongeren weerspiegelen wat er leeft in onze samenleving. Zien we elkaar echt?
De afgelopen jaren heb ik regelmatig aandacht gevraagd voor de mentale gezondheid van jongeren. De verwachtingen die jongeren hebben of die anderen van jongeren hebben, kunnen hoog oplopen. Er wordt een stevig beroep gedaan op hun veerkracht. Gelukkig wordt ook steeds meer erkend dat de mentale druk toeneemt. Verschillende maatschappelijke onderwerpen worden daarbij genoemd, zoals prestatiedruk, de rol van sociale media, spelen van games en het leenstelsel. Maar ook klimaat, de oorlog in Oekraïne en de huizencrisis hebben impact. Lees hierover ook andere artikelen in dit nummer. Ik zeg vaak dat jongeren opgroeien in een wereld die in brand staat. Ik zie jeugdwerkers, maar ook docenten die het lastig hebben. Jongeren lijken niet gemotiveerd. Ze zijn onrustig en luisteren slecht. Ik zie chaos, maar dit is niet het hele verhaal.
Co-rumineren
Ik heb het voorrecht dat ik veel contact heb met jeugdwerkers, ouders en vooral de jongeren zelf. In gesprekken valt mij daarbij steeds vaker op dat het allemaal niet zo erg is. De jeugd is niet ziek! Een van de jongeren gaf aan dat hij met steeds meer tegenzin naar jeugddiensten gaat, omdat hij daar weer moet horen hoe slecht het met de jeugd van tegenwoordig gaat. Hij kon daarmee niet zoveel en kreeg steeds meer het gevoel dat hij niet mocht genieten van het leven. ‘Ik voel me bijna schuldig dat het goed met me gaat. Ik geniet vooral van het leven.’ Zulke gesprekken zetten mij aan het denken. Is er niet te veel aandacht? Praten we elkaar niet de put in?
Dit gevaar is zeker aanwezig en wordt co-rumineren genoemd. Vooral meiden blijken hier gevoelig voor te zijn. Natuurlijk is het geweldig als je een hele goede vriendin hebt met wie je echt alles kunt delen (BFF: Best Friend Forever). Al je problemen, zorgen, alles wat je emotioneel bezighoudt delen met iemand die je volledig vertrouwt, is heel waardevol. Zulke gesprekken verdiepen de relatie die je met elkaar hebt. Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat door het delen de problemen versterkt worden. Zeker als zulke gesprekken vaak met elkaar worden gevoerd en je niet weet hoe je hiermee moet omgaan. Ik zie dit regelmatig gebeuren. Jongeren kunnen elkaar op een negatieve manier beïnvloeden.
Zo maakte ik recent iets mee in een van de jeugdgroepen waarmee ik als mentor oploop. Daar deelde een jongere dat hij het leven ingewikkeld vond. Hij vertelde ook waarom en wat dit emotioneel met hem deed. Natuurlijk is het bijzonder om te merken dat het vertrouwen onderling zo groot is dat jongeren de vrijmoedigheid hebben om dit te zeggen. Ik vind het ook belangrijk
om daaraan ruimte te geven en daarnaar goed te luisteren. Tegelijkertijd is de impact op de groep groot. Zomaar ontstaat er een gevoel van machteloosheid. Bij de jongere die zijn of haar problemen deelt, maar ook bij de rest van de groep. De jongere heeft het gevoel dat hij/zij het moet oplossen en de groep denkt: wij kunnen niks doen. De individuele samenleving vol met crises waarin je het beste uit jezelf moet halen, werkt daarbij niet echt stimulerend. Voor je het weet, zitten we met elkaar in de put. Hoe kom je daaruit?
Burning Daylight
Het is belangrijk te beseffen dat het met de meeste jongeren goed gaat! Met ‘goed’ bedoel ik dat ze hun weg vinden. Jongeren weten dat er veel onzeker is. Dat er een somber beeld van de toekomst geschetst wordt, bijvoorbeeld rondom het klimaat en dat daaruit ook zwarte scenario’s komen. Een uitspraak van een jongere komt steeds opnieuw bij mij naar boven: ‘Waarom zou ik mijn best doen, het heeft toch geen zin, over twintig jaar bestaat de aarde niet meer.’ Maar deze uitspraak is niet representatief voor hoe de meeste jongeren denken. Ik zie vooral jongeren die heel realistisch zijn. Ze laten zich niet ontmoedigen. Het is opmerkelijk dat geloven in God hierin niet of nauwelijks een rol speelt. De Nederlandse inzending van het songfestival van dit jaar verwoordt en verbeeldt in de clip een gevoel dat ik waarneem onder jongeren. Het nummer bezingt dat we allemaal onze problemen en uitdagingen hebben. Soms voelt het alsof we op een doodlopend spoor zitten en gaan er dagen voorbij zonder betekenis. Maar juist wanneer het oude niet werkt en je met je rug tegen de muur staat, is er kans voor groei, voor iets nieuws. Stel je verwachtingen daarom naar beneden bij. Je hoeft niet stoer te zijn. Je hoeft jezelf niet groot te houden. Zoek niet constant naar hoogtepunten. Zeg dit oude leven vaarwel. Voor je het weet, ben je tijd aan het verspelen met je oude leven. Realiseer je dat je een gewoon mens bent.
Geloof
De tijdgeest wordt sterk getypeerd in deze clip. Ik herken het. Er is ruimte voor de gebrokenheid van het leven. Er klinkt in door dat weerbaarheid belangrijk is. Dat het belangrijk is om moedig te zijn, hoop te hebben en perspectief te zien. Kies voor een nieuw leven. Al vind ik het confronterend om te lezen dat dit een nieuw leven is zonder God. Vrij vertaald:
‘Ik geloof niet meer in God,
want waar was God toen ik haar nodig had.
Ik weet niet precies waarnaar ik zocht,
ik denk een held.’
Ik voel zelf een spanning in dit lied, want hoe wordt je leven dan vernieuwd? Moet je dit uit jezelf halen of is het iets wat je gegeven wordt? De druk bij jongeren wordt groter als we zeggen dat ze vooral in zichzelf moeten geloven. Uit gesprekken met jongvolwassenen van mijn gemeente bleek dat de meesten van hen geloven dat God bestaat. Natuurlijk twijfelen velen ook en lijkt er ook een sluimerend ongeloof te bestaan onder jongvolwassenen. Bij velen krijgt het geloof nauwelijks vorm in het dagelijks leven. Toch geeft geloven in God de meesten rust en houvast, al is het contact met God er niet of nauwelijks. God fungeert voor de meesten als het fundament waarop je mag staan. Maar als je loopt, kijk je niet constant naar de grond.
Het geloof krijgt nauwelijks vorm in het dagelijks leven
Motivatie
Recent was ik in gesprek met een jongere die gedwongen moest stoppen met zijn opleiding, omdat hij niet meer voldoende punten kon halen. Hij zat er echt even doorheen. Toen kreeg hij via via een vacature aangereikt in het werkveld waarvoor hij aan het leren was. De vacature sloot perfect aan bij wat hij graag wilde doen. Prachtig! Hij kan waarschijnlijk tot en met de zomer daar werken en daar misschien wel vakantiewerk doen als hij weer met zijn opleiding verder gaat of een nieuwe opleiding start. Hij spiegelde zichzelf aan Jozef die in de put zat en met wie het uiteindelijk goed kwam. Op het moment dat je in de put zit, weet je niet hoe het verder moet, maar als je terugkijkt, als alles weer goed gaat, zie je dat alles een bedoeling heeft. Hij ervoer zo dat God hem ziet en ook helpt om zijn weg door het leven te vinden.
Zo gaat het natuurlijk niet bij iedereen. Misschien laat deze jongere ook wel zien dat een diploma halen helemaal niet zo belangrijk is. Want hij mag nu al doen waarvoor hij eigenlijk eerst vier jaar naar school moest gaan. De waarde van een diploma verdwijnt zomaar. Waarom naar school gaan als het zo ook kan? Bijbaantjes worden door veel jongeren vaak belangrijker gevonden dan het duiken in een studieboek. Dat steeds minder jongeren actief zijn op een sportclub heeft hiermee ook te maken. Mij valt op dat veel jongeren op het eerste gezicht niet gemotiveerd lijken voor hun studie. De studie heeft vaak geen prioriteit. De coronapandemie heeft dit waarschijnlijk extra versterkt. Realiseer je dat je als volwassene na de pandemie de draad veel gemakkelijker kunt oppakken. Voor volwassenen voelt de periode veel korter dan voor jongeren.
Voor jongeren is dit anders. Hun identiteitsvorming en sociaal-emotionele ontwikkeling heeft bijna twee jaar stilgestaan. De hoeveelheid tijd die ze besteden aan social media en gamen stimuleert daarbij ook niet om te studeren. Een reden om naar school te gaan kan dan zijn dat school nog best relaxed is, want werkdagen van acht uur achter elkaar zijn best vermoeiend!
Spiegel
Ik weet niet wat er na het lezen van het voorafgaande door je heen gaat. Voor mij vormen jongeren vaak een spiegel. Jongeren zijn zich bewust van de gebrokenheid en kwetsbaarheid van het leven. Ze weten dat het leven niet altijd leuk is. Dat je niet altijd gelukkig kunt zijn en er tegenslagen komen. Het is een belangrijk aandachtspunt dat ze dit moeten kunnen delen met anderen die te vertrouwen zijn. Jongeren voelen zich vaak niet begrepen. Ze ervaren gebrek aan steun en onbegrip. Ik proef in gesprekken dat zij echt contact missen en zich niet gezien weten. Als je goed kijkt, zie je vaak of er iets aan de hand is. Hoe kleden jongeren zich? Met wie gaan ze om? Wat zeggen ze? Wat communiceren ze bewust, maar vaak onbewust. Voor mij als jeugdwerker is de belangrijke vraag: wat doe ik ermee. Volg ik mijn intuïtie?
De laatste tijd geef ik in het gesprek vaak terug wat ik zie bij de jongere met wie ik praat. Zeker als ik vermoed dat er wat aan de hand is. Ik spreek ze kort aan, maar soms app ik wat ik zie. Ik probeer daarbij subtiel en zonder oordeel te verwoorden wat me opvalt en open het gesprek aan te gaan. Ik heb het gevoel…; ik zie dit als ik naar je kijk…; wil je met mij erover doorpraten? De laatste tijd doe ik dit vaak door samen met jongeren te gaan wandelen. Het is een ontspannen manier om met elkaar in gesprek te zijn. Ook al wil de jongere niet met mij praten, ik heb in ieder geval laten merken dat ik hem of haar zie.
Ik wil jeugdwerkers, maar eigenlijk iedereen die contact heeft met jongeren, op het hart drukken dat je van betekenis kunt zijn. Als er een verbondenheid is waar jongeren zich gezien weten, werpt dit zijn vruchten af. Gewone korte gesprekjes kunnen al veel betekenen. De afgelopen maanden heb ik tienminutengesprekken gevoerd met jongvolwassenen. Wat mij daarvan vooral is bijgebleven, is dat de meeste jongvolwassenen het enorm waarderen dat er tijd en aandacht voor ze is.
Anko Oussoren is adviseur bij het Praktijkcentrum van de GKv.