‘Wat had ik dit onze vader gegund, en zoveel anderen’
- Interview
- Thema-artikelen
De broers Ad en Erik de Boer wilden graag afspreken op een historische plek, de Westerkerk in Amersfoort. Het kerkgebouw is nog van voor de Vrijmaking, maar wat het voor dit gesprek historisch maakt, is de Generale Synode van Amersfoort-West die hier in het voorjaar van 1967 plaatsvond. In die vergadering werd dominee Berend Schoep heengezonden, auteur van de ‘Open Brief’, die een centrale rol speelde in het conflict dat de kerken zou splijten.
Het was een opzetje, vertegenwoordigers van Drenthe wilden de Amsterdamse predikant weghebben, zou Erik de Boer later vaststellen. Als hoogleraar Kerkgeschiedenis in Kampen reconstrueerde hij de gebeurtenissen van 1967 in zijn boek De schele dominee. Zijn broer Ad, jarenlang directeur van de EO en in verschillende bestuursfuncties betrokken bij de landelijke kerk, koos begin jaren ’70 voor de ‘buitenverbanders’. Vanaf 1 mei zijn ze herenigd in het nieuwe kerkverband.
Goed gereformeerd
Ad (76) is de oudste van het gezin van zeven, Erik is bijna elf jaar jonger, vijfde in de rij. ‘Van Ad heb ik alleen zijn achterlichten gezien, hij was jong het huis uit. Toen Ad in ’64 ging studeren ben ik nog met moeder een kamer gaan uitzoeken in Amsterdam, de hospita keuren. Die was buitengewoon streng, dat beviel mij wel.’ Vader De Boer was onderwijzer, later leraar, een ‘frisse pedagoog’ die door avondstudie uiteindelijk zijn doctoraal Frans haalde. Ad: ‘Als hij thuis was, zat hij meestal in zijn kamer te studeren of te werken voor de kerkenraad.’
Ad: ‘We waren een vrijgemaakt gezin, maar dat woord viel nauwelijks. Goed gereformeerd, met liefde voor de Here en zijn kerk, niet beklemmend. Voor het werk van mijn vader verhuisden we regelmatig. Waar hij ook kwam, hij zat binnen twee jaar in de kerkenraad. We woonden lang in Alphen aan de Rijn, in ’67 in Rotterdam.’
Erik: ‘Ik heb in Rotterdam in bijna alle wijken van de stad kranten rondgebracht, wist overal de weg. Maar we leefden in een besloten wereld. In Alphen waren we van een kleine kerk vergeleken met de synodalen, die ons als scheurkerk zagen. We voelden ons een beetje de kleine David tegen de reus van de Filistijnse schriftkritiek.’
Ad: ‘In 1960 keek ik op tv De bezetting van Loe de Jong, bij de buren. In aflevering twee ging het over K. Schilder, onze overleden voorman. Door de manier waarop hij in De Reformatie over het nazisme had geschreven, werd het blad verboden. Ik weet nog dat ik bij thuiskomst zei: “We waren op televisie en we waren goed”.’
Rebels
Erik: ‘Ik was verbaasd toen ik eens de akte van vrijmaking van Delft in handen kreeg. Hij was ondertekend door mijn opa en mijn vader. Mijn vader moet 24 zijn geweest, net afgestudeerd. Hij had dat nooit verteld.’
Ad: ‘Later had ik synodale klasgenoten, zo noemden we dat. Zij mochten wel met mij mee naar de kerk, ik niet met hen. Dat vond ik volslagen vanzelfsprekend. Toen de breuk van ’67 dreigde, deden mijn ouders de Reformatie niet meer open. Ze hadden een afkeer van strijd in de kerk, dat proefde je, maar het was geen gespreksonderwerp. Ik ging in Amsterdam studeren, daar waren ze behoorlijk rebels, meer van Opbouw. Daar woonde ook het gros van de ondertekenaars van de ‘Open Brief’.’
Erik: ‘Als jongetje van tien kreeg ik daarvan weinig mee. Er stampte een keer iemand tijdens het gebed de kerk uit, dat was spannend. Ik weet nog wel hoe ik schrok toen mijn moeder zei: je hoeft je vriendje niet op te halen voor catechisatie, want die gaat nu naar een andere kerk. Ik nam het maar aan en ben alleen gegaan.’
Ad: ‘In het voorjaar van ’67 hadden we het Paascongres van de vrijgemaakte studentenverenigingen. Na afloop van een forum waarbij veel hoofdrolspelers waren, vormde zich een grote drom studenten om hen heen. Iedereen wist, er gaat iets gebeuren. De lucht was er zwanger van. Kon de breuk nog voorkomen worden? Later heb ik met Ineke, nu mijn vrouw, en twee familieleden brieven aan de kerkenraad geschreven om ruimte te vragen voor kerken en dominees die buiten het kerkverband werden gezet. We waren notabene pas 22, schreven heel formeel, maar ook echt wel hartstochtelijk. Deze broeders en zusters, daarmee zijn we één in Christus. Het spatte eraf.’
Erik: ‘Ik ben groot geworden met de verbijstering: hoe kunnen er nu ineens twee kerken zijn als die vrijmaking zo’n bevrijding was geweest? Twee kerken, zo dicht bij elkaar, dat kan toch niet?’
U moet u inloggen om dit artikel te bekijken. Inloggen om toegang te krijgen.
Over de auteur
Arie Kok
Arie Kok is journalist en tekstschrijver.
Arie Kok is journalist en tekstschrijver.