Je vrouw of je vrijheid

Jan Mudde | 7 juli 2023
  • Algemeen
  • Eyeopener

Wanneer je een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij je zes jaar lang dienen; in het zevende jaar mag hij als vrij man vertrekken, zonder iets te hoeven betalen. Als hij alleen is gekomen, moet hij ook alleen weggaan; was hij getrouwd, dan mag zijn vrouw met hem meegaan. Als zijn meester hem een vrouw heeft gegeven en zij heeft hem zonen of dochters gebaard, blijven de vrouw en haar kinderen eigendom van de meester en moet de slaaf alleen weggaan. Mocht hij echter te kennen geven dat hij zo aan zijn meester en aan zijn vrouw en kinderen gehecht is dat hij niet als vrij man wil vertrekken, dan moet zijn meester hem naar het heiligdom brengen, hem tegen de deur of de deurpost zetten, en zijn oor met een priem doorboren. Hij blijft dan voorgoed zijn slaaf. (Exodus 21:2-6)

‘Je vrouw of je vrijheid’, het klinkt als de clou van een foute grap. Maar het gaat over de dilemma’s waarvoor mensen in deze complexe werkelijkheid kunnen komen te staan. En over moeilijke knopen die een wetgever soms moet doorhakken. Zulke dingen zijn van alle tijden. In de wet van Mozes zijn ze al aan de orde.

De eerste bepalingen van het zogenaamde Bondsboek (Exodus 21–23) betreffen de slavernij. Om te voorkomen dat je dit voor kennisgeving aanneemt, moet je eigenlijk eerst opwandelen met Exodus 1–20. Het bijbelboek Exodus gaat over slavernij, en vooral over de bevrijding daaruit. Het tekent tot in detail uit wat slavernij kan doen met mensen. En het predikt dat God zijn volk uit de wurgende greep daarvan bevrijden wil. Zo wil Hij voor eeuwig gekend zijn: ‘Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.’ Dat resoneert diep bij ons. In vrijheid ademhalen, is er iets zo goed als dat?

Onontkoombaar

Lees je vervolgens de eerste woorden van Exodus 21, dan krijg je een stomp in de maag: ‘Wanneer je een Hebreeuwse slaaf koopt’ Slavernij in Israël, what the… !? Slavernij was in de toenmalige wereld net zo onontkoombaar als het bankwezen in de onze. Als de wet van Mozes gedaan had alsof er geen slavernij bestond, dan had ze compleet buiten de werkelijkheid gestaan. Iemand kon zo verarmen dat hij zichzelf of een van zijn bloedverwanten moest verkopen (Leviticus 25:39). Of iemand moest verkocht worden, omdat hij zijn straf niet kon voldoen (Exodus 22:3). Juist omdat de HERE een bevrijder is, geeft de wet van Mozes voor alles aandacht aan de slavernij.

Conflicterende principes

Het eerste wat Exodus 21:2 voorschrijft is dan ook bevrijdend: ‘Wanneer je een Hebreeuwse slaaf koopt, moet hij je zes jaar lang dienen; in het zevende jaar mag hij als vrij man vertrekken, zonder iets te hoeven betalen.’ Een mens is niet geschapen om tot in lengte van jaren in de schuldsanering te zitten. Maar dan volgen de ‘kleine lettertjes’. Ze gaan over een uiterst gevoelige en ingewikkelde kwestie die in die tijd ongetwijfeld voor de nodige hoofdbrekens heeft gezorgd. Hoe moest dat in het zevende jaar, als een man (inmiddels) getrouwd was en kinderen had gekregen? De heer zegt: ‘Ik heb je vrouw en kinderen al die jaren onderhouden en onderdak gegeven, betaal dat eerst maar eens af!’ En de slaaf: ‘Ik ben getrouwd, mijn vrouw en kinderen behoren mij toe, ze gaan met mij mee natuurlijk!’ Ook staan er meerdere fundamentele principes op het spel: iemands huwelijk, vrijheid en eigendomsrecht. Conflicterende belangen, conflicterende principes: hoe vindt de wet hierin ooit een weg?

Logica

De wet van Mozes bekijkt het per geval. 1. Kwam de slaaf alleen, dan gaat hij alleen. 2. Was hij getrouwd, toen hij tot slavernij verviel, dan mag zijn vrouw met hem meegaan. 3. Heeft zijn heer hem een vrouw gegeven en heeft zij hem zonen of dochters gebaard, dan blijven de vrouw en haar kinderen eigendom van de meester en moet de slaaf alleen weggaan.

Deze bepalingen hebben hun eigen culturele logica: de vrouw blijft bij degene wiens eigendom zij eerder was. Ze zijn ook helder: zowel de heer die een slaaf (en zijn gezin) kocht, als de slaaf die van zijn heer een vrouw kreeg, wisten bij voorbaat waaraan zij toe waren. Ze hebben ook iets onontkoombaars: de slaaf kon de vrouw die hij kreeg en zijn

kinderen onmogelijk zelf loskopen. Toch, al hakt Exodus 21:2-4 enkele knopen door, door alles heen proef je – zeker vanuit ons perspectief – hoe pijnlijk complex het leven kan zijn en de wetgeving niet minder.

Pijnlijk

Allereerst treft het pijnlijk, dat de vrouw (en kinderen) geen stem in deze kwestie hebben. Met hun gevoelens wordt geen rekening gehouden. Het gezichtspunt is uitsluitend aan wie zij in het ene of het andere geval toebehoren. Zo was dat in een patriarchale samenleving.

Dan treft het dat het huwelijk van de slaaf (en ook zijn vaderschap!) in de derde bepaling feitelijk opengebroken wordt. Is zelfs al het openen van de mogelijkheid van zo’n tijdelijk huwelijk niet immoreel? Waarom verbiedt de wet het de heer niet een vrouw aan zijn slaaf te geven? Waarom verbiedt de wet het de slaaf niet om in zo’n situatie te trouwen? Kan het zijn omdat hier onbedwingbare, machtige, door God zelf ingeschapen verlangens in het spel zijn – het verlangen naar een levenspartner, liefde, een gezin? En dat verbieden dan geen zin heeft, maar reguleren wel?

Ten slotte treft het pijnlijk dat de economische belangen van de heer gaan boven de persoonlijke belangen van de slaaf. Ook toen waren een vrouw en kinderen voor een man allicht veel meer dan alleen eigendom. Ook toen was er sprake van de diepe affectie en sterke hechting tussen een man en vrouw, ouders en kinderen. En dan gaan de financiële belangen van de heer boven het huwelijksbelang van de slaaf, in nota bene de Thora, Gods eigen wet!? Het mag onontkoombaar zijn geweest, maar het heeft ook iets onverteerbaars.

Vrije keuze

Nog is hiermee niet alles over deze kwestie gezegd. Exodus 21 opent een verrassende vierde mogelijkheid: ‘Mocht de slaaf te kennen geven dat hij zo aan zijn meester en aan zijn vrouw en kinderen gehecht is dat hij niet als vrij man wil vertrekken, dan moet zijn meester hem naar het heiligdom brengen, hem tegen de deur of de deurpost zetten, en zijn oor met een priem doorboren. Hij blijft dan voorgoed zijn slaaf’ (Exodus 21:5-6). Dat kan dus ook: niet je vrouw en kinderen inruilen voor je vrijheid, maar voor eens en altijd je vrijheid inruilen voor je vrouw en kinderen – en dat, omdat je vertrouwen in je heer hebt gekregen! Het is een originele uitweg, maar wat een onmogelijk dilemma: je vrouw (en kinderen) of je vrijheid. Wie weet, stonden om de slaaf wel familieleden, vrienden en buren –allemaal met hun eigen mening. ‘Het huwelijk is heilig!’ scandeert de een. ‘Vrijheid voor alles!’ roept de ander. Nog weer een ander schreeuwt: ‘Baas in eigen huis!’ Al die stemmen resoneren in jou. Wat moet je?

De wet van Mozes doet iets heel opmerkelijks: die laat de keuze aan de slaaf. Hij kan gaan als hij wil, hij kan ook blijven… Het is nauwelijks een wet te noemen, meer een weg door een woud van tegengestelde belangen en principes. De ene slaaf zal ongetwijfeld een andere afweging gemaakt hebben dan de ander, maar de wet oordeelt daarover niet.

De wet van Mozes laat de keuze aan de slaaf

Piketpaaltje

Exodus 21:2-6 bepaalt ons erbij hoe ingewikkeld de werkelijkheid soms is en voor welke onmogelijke dilemma’s mensen kunnen staan. Situaties kun je niet over een kam scheren, je moet ze per geval bekijken. Aan de keuze die iemand moet maken kan een conflict ten grondslag liggen tussen principes die elk voor zich in zekere zin heilig zijn. De keuze kan per persoon en per situatie anders uitpakken. Je moet elkaar dus niet veroordelen als de uiteindelijke keuze anders uitvalt – ook al blijft er iets schuren. Wat Exodus 21 ons ook duidelijk maakt, is dat mensen met hun soms zeer uiteenlopende belangen gebaat zijn bij een hogere instantie, die uiteindelijk een piketpaaltje slaat. Laten we zowel met die mens als de wetgever compassie hebben.

Vragen

  • Uiteenlopende belangen, botsende principes, in welke situaties loop jij daar tegenaan?
  • Wat is de lastigste knoop die je ooit hebt moeten doorhakken? Welke overwegingen speelden daarin een rol?
  • We leven in een gepolariseerde samenleving. In veel kwesties (stikstof, abortus, LHTBQI, zwarte Piet) staan standpunten lijnrecht tegenover elkaar, soms ook in de kerk en onder christenen. Wat kunnen we in deze context van Exodus 21:2-6 leren?
Over de auteur
Jan Mudde

Jan Mudde is predikant te Haarlem.

De kerk als proeftuin

De kerk als proeftuin

Petra de Jong
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
‘De kracht van de lokale kerk kunnen we onderschatten’

‘De kracht van de lokale kerk kunnen we onderschatten’

Femke Woertink
  • Interview
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief