Betrokken kerk zijn in de praktijk
- Reportage
- Thema-artikelen
‘Christus liefde delen is: hart hebben voor elkaar en je omgeving’
De kerk is het lichaam van Christus. Wereldwijd, plaatselijk en van alle tijden. Dat geloven en belijden we al vanaf het ontstaan van de vroege kerk. De heilige Geest werkt bovendien door haar heen. Hij inspireert de kerk om in de wereld aan het werk te gaan, met alles wat ze heeft, is en kan. Want de wereld heeft de handen en voeten van de kerk hard nodig. Maar ook haar mond, oren en ogen. Zeg maar gerust: al haar ledematen.
Hoe breng je dat in praktijk als plaatselijke kerkelijke gemeente? Want dé kerk bestaat immers niet. Ze is alleen vindbaar, tastbaar en zichtbaar daar waar gemeenten ook daadwerkelijk functioneren als ‘ledematen’ die hun Hoofd – hun ene Heer – gehoorzamen: Gods liefde delen met de wereld, de mensen om hen heen.
In de editie Vier de lokale kerk! brengt OnderWeg drie voortrekkers, twee uit voormalige GKv-gemeenten en een uit een PKN-gemeente, voor het voetlicht. Alle drie hebben ze zich op hun eigen manier laten verrassen door het werk van de Geest in hun midden.
Open maaltijd in Leerdam
Het verlangen om hart te hebben voor de Heer, voor elkaar en voor de wereld kwam bovendrijven bij het gemeenteopbouwproject van NGK ‘De Hoeksteen’ in Leerdam. Geboren uit het geloof dat de heilige Geest de gemeente ‘inspireert, bemoedigt en leidt.’
Teuni Medemblik (66) en Lydia Roth (41) zijn intensief betrokken bij de organisatie van de open maaltijden voor wie eenzaam is, een luisterend oor nodig heeft, in armoede leeft of het gezellig vindt met anderen samen te eten. Teuni Medemblik was al vanaf het allereerste begin hierin actief. Lydia is pas drie jaar lid van deze gemeente en stapte in na coronatijd.
Hoe zijn jullie op het idee van de open maaltijd gekomen?
Teuni: ‘Het idee werd geopperd vanuit de Missiocommissie: vier keer per jaar open maaltijden aanbieden aan eenzame en arme inwoners van Leerdam. Mijn echtgenoot zat in die commissie. Zo ben ik zelf erbij betrokken geraakt.’
Lydia: ‘Wat mij enorm aanspreekt in deze gemeente is de onderlinge betrokkenheid en het omzien naar elkaar. Met een maaltijd, een kaartje of een praatje: je wordt hier echt gezien. Ik ben pas na coronatijd betrokken geraakt bij de open maaltijden, maar ik heb wel meegekregen dat er in die periode juist voor mensen buiten onze kerkmuren is gezorgd. Op het hoogtepunt werden er maar liefst honderdtwintig maaltijden bij hen thuisbezorgd.’
Teuni: ‘De lat lag van meet af aan hoog vanwege de ambities van het kookteam: liever een mooi driegangendiner dan een eenvoudig bordje stamppot of macaroni. We willen ons geloof in God en de liefde van Christus als gemeente graag delen, maar niet opdringen. We willen ons laten leiden door de Geest van God, maar niet te veel nadruk leggen op het per se willen verkondigen van het Evangelie. Mensen moeten zich vrij voelen om hun verhaal kwijt te kunnen, zonder zich gedwongen te voelen voortaan naar de kerk te komen.’
Bij de organisatie van zo’n mooi idee komt heel wat kijken. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
Teuni: ‘De kerkzaal en het kooktalent waren al voorhanden, de menu’s uitgedacht door ‘onze’ diëtiste. Er bleken genoeg enthousiaste mensen bereid om te helpen met snijden, hakken, koken, de zaal sfeervol in te richten of gastvrouw/-heer te zijn. Maar de organisatie kostte wel de nodige tijd. Dus niet in september 2013, zoals gehoopt, maar pas in februari 2014 konden de uitnodigingen voor de eerste open maaltijd de deur uit. Mensen konden zich opgeven via gemeenteleden of via een invulstrookje op de uitgedeelde flyers.’
Wat heeft dit initiatief bewerkstelligd?
Teuni: ‘We zijn gestart met 36 aanmeldingen. Dat werden er al gauw 60, 80, tot zelfs 120 in coronatijd. Om het behapbaar te houden hebben we na de coronatijd het maximum aantal deelnemers ingesteld op 65-70 gasten. Als we op vrijdag flyeren, zijn we meestal op maandag al volgeboekt.’
Lydia: ‘We merken dat mensen graag blijven komen. Er zijn nieuwe vriendschappen ontstaan, een enkele keer werd zelfs iemand lid van de gemeente. Soms voeren de mensen gesprekken over het geloof. Bij de start van de maaltijd is er altijd een korte bijbellezing. Zo delen we naast ‘natuurlijk’ voedsel ook geestelijk voedsel uit.’
Hoe houd je het enthousiasme erin na zoveel jaar?
Teuni: ‘Het team wisselt, maar de helpers blíjven bevlogen. We gaan altijd aan de slag vanuit het besef dat we dit doen onder de leiding van de heilige Geest. Vooraf bidden we in ons team om het juiste te doen en om goede gesprekken. De gemeente bidt mee. Als we dat niet zouden doen, mist onze inspanning zijn doel.’
ViaJacobi-projecten in Utrecht
Ruth Catsburg (40) is als creatief kwartiermaker in dienst van de PKN-stadskerk die de eeuwenoude Jacobikerk in hartje binnenstad Utrecht zo veel en zo vaak mogelijk deelt met alle Utrechtenaren. Onder de eeuwenoude gewelven van deze kerk en de paraplu van ViaJacobi zijn in de loop der jaren allerlei projecten ‘opgetuigd’. Projecten die voor alles te maken hebben met zingeving en ontmoeting. De focus ligt op Utrecht, maar iedereen is welkom.
Het gaat om allerlei activiteiten rond een bepaald thema (bijvoorbeeld Geluk en Tijd; nu is het thema Opstand) die zo mogelijk gratis worden aangeboden: ViaDebat-, ViaMuziek– en ViaPoëzie-sessies, silent reading-party’s en exposities. Bij een project zoeken de organisatoren naar fondsen en samenwerkingen in de stad om de projecten te bekostigen. Dankzij onder andere Stichting Kerk en Wereld kunnen ze een duurzame organisatie opbouwen.
Wat is de strategie achter de ViaJacobi-projecten?
Ruth: ‘Met mensen binnen en buiten de kerk zijn we op zoek naar zingeving. Daarbij helpen laagdrempelige activiteiten om de kerk tot een toegankelijke plek te maken voor Utrecht. We onderzoeken welke onderwerpen leven bij Utrechtenaren en bij ons en leggen daarmee vervolgens verbinding. De Jacobikerk is nauw verweven met de cultuur en geschiedenis van Utrecht. We vinden het belangrijk dat iedereen zich hier welkom voelt.’
Wat spreekt je het meest aan in het ViaJacobi-concept?
‘Dat het allemaal zo praktisch en laagdrempelig is. Dat je je geloof op allerlei manieren kunt delen met andersdenkenden en dat onze stadskerk een plek is voor ontmoeting. Ook is het van waarde voor wie tijdelijk even buiten de deur wil werken in een inspirerende omgeving. Daarvoor hebben we flexwerkplekken die je voor een halve of hele dag kunt reserveren om je werk eventueel te combineren met een middaggebed of een vesper. We laten ons inspireren door de geschiedenis en de functie van het gebouw. Zo hebben we nu een interactieve expositie over pelgrimeren, omdat de Jacobikerk op de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela ligt. Op 30 september start een korte pelgrimsroute langs heilige plekken in Utrecht. Deelnemers kunnen slapen op veldbedden in de Jacobikerk.’
Hoe spelen jullie het klaar om al die ballen in de lucht te houden?
‘Er is zoveel talent in deze gemeente beschikbaar. De actieve kern bestaat uit circa vierhonderdvijftig leden, van wie een deel ook betrokken is bij het straat- en wijkpastoraat. Bij de ViaJacobi-projecten schat ik het aantal leden op honderd. Elk project werkt met een eigen team dat geleid wordt door een projectleider die alle werkzaamheden coördineert en vrijwilligers rekruteert. Het enthousiasme van mijn kernteam is ook aanstekelijk. De meesten doen het erbij naast hun baan en gezin, maar de interactie met mensen buiten de eigen kerkmuren maakt het zo boeiend. Welke kant dat opgaat is elke keer weer spannend.’
De Koepelkerk in Arnhem
Derk Harlaar (38) woont in Arnhem en staat één dag in de week voor de klas als invalleerkracht bij een christelijke basisschoolorganisatie. Maar de meeste tijd (28 uur) brengt hij door in het monumentale gebouw van de Koepelkerk in Arnhem. Eerst als hulpkoster, sinds coronatijd als koster en sinds anderhalf jaar ook als een van de kwartiermakers ‘Platform Binnenstad Arnhem’. Hij is gedreven door het verlangen ‘iets substantieels van deze prachtige kerk terug te geven aan de stad.’
Tot welke initiatieven heeft je aanstelling bij de Koepelkerk geleid?
‘In 2020 werd ik aangesteld als koster. Met de opdracht van de commissie van beheer om na te denken over de mogelijke inzet van deze kerk voor andere doeleinden. Het was echter coronatijd. Daar stond ik in m’n eentje, in die enorme, monumentale kerk met zijn indrukwekkende koepelvorm. Op gegeven moment dacht ik: wat doen we eigenlijk met dit huis van God? Woont God in dit huis van steen of in het midden van zijn gemeente? Kunnen we dit gebouw ook delen met niet-gelovigen? Het verhuren voor andere activiteiten, zoals concerten, huwelijkssluitingen, uitvaarten, feesten en partijen? Het is namelijk een van de weinige historische gebouwen die Arnhem rijk is. Kort daarop belde de Thomas a Kempisschool: ze zochten ruimte voor lessen op anderhalve meter afstand. Zo stond er van de ene op de andere dag een verhuiswagen voor de deur met schooltafeltjes.’
Wie of wat heeft je hiertoe geïnspireerd?
‘Het kwartje viel na het lezen van het boek van Samuël Wells, voorganger bij Sint Martins In The Field, Londen, De toekomst die groter is dan het verleden. Daarin beschrijft hij zijn zoektocht om als kerk in hartje Londen het verschil te maken. Vanuit een businessmodel met een bijbelse onderbouwing: durf te putten uit commerciële bronnen om er te zijn voor de medemens. God is er niet alleen in de kerk, maar ook in de kroeg en in de rest van de binnenstad. God kan alles gebruiken om mensen te raken met zijn liefde: cultuur, muziek, kunst. Met dat inzicht wilde ik iets doen.’
‘God kan alles gebruiken om mensen te raken met zijn liefde’
Hoe dan?
‘Onze kerkenraad heeft zich vanaf 2022 gefocust op het project ‘Samen Jong: zes kernwaarden voor een kerk met alle generaties’. Een van die kernwaardes is: beste buren zijn voor kerk en wereld. Zo kan ik de beide rollen van koster en kwartiermaker goed combineren. Als koster bied ik het liefst gastvrijheid. Maar als kwartiermaker kan ik mensen aan tafel krijgen die bijvoorbeeld niet kwamen vanwege tegenstijdige financiële, commerciële belangen. Door de inkomsten van verhuur aan derden kunnen nu bijvoorbeeld het onderhoud van het gebouw en (missionaire) activiteiten gefinancierd worden.’
Wat doe je als kwartiermaker nog meer?
‘Vanuit het Platform Binnenstad Arnhem proberen we de identiteit van ons binnenstadsdeel beter in beeld te krijgen door actief mee te denken om de problemen van de stad aan te pakken. Daarnaast kijken we per evenement welker rol de kerk mogelijk kan spelen: passief door bijvoorbeeld op Koningsdag het meubilair van de terrassen van de buren in de kerk op te slaan; actief met bijvoorbeeld de huidige expositie Levenslied van kunstenaar Jedi Noordergraaf, waarin tien psalmen centraal staan. Bezoekers kunnen daarna in het pop-up ‘stiltecafé’ nagenieten, een kaarsje aansteken of mediteren. Onze predikant preekt vervolgens tien weken lang over die psalmen. Op die manier ontstaat er een snijvlak tussen de kerk en de samenleving. Dat mag groeien.’
Elise Lengkeek publiceert literaire non-fictie, is tekstschrijver en journalist.