Weg met de Amalekieten?
- Achtergrond
- Blog
Benjamin Netanyahu, de premier van Israël, schijnt de Palestijnen vergeleken te hebben met de Amalekieten, de aartsvijanden van Israël in het Oude Testament. Kort na de uittocht uit Egypte vielen zij het uitgeputte en uitgehongerde Israël aan (Exodus17:8-16). De Amalekieten hadden het vooral gemunt op de achterhoede waar vrouwen, kinderen en het vee zich bevonden. Vele eeuwen later moest koning Saul van God het volk van Amalek uitroeien (1 Samuël 15:3) zoals Hij Mozes al opgedragen had (Deuteronomium 25:17-19): ‘Zorg er dan voor dat niets onder de hemel nog aan het volk van Amalek herinnert.’
Het is juist deze laatste tekst die nog altijd op de sabbat voor het Poerimfeest in de synagoge gelezen wordt. De Amalekieten staan symbool voor het ultieme, haast apocalyptische kwaad dat het op Israël heeft voorzien. Ik las dit in het Nederlands Dagblad in een artikel over Netanyahu en de Amalekieten van Dick Schinkelshoek.
Bijbelgebruik
Lijkt de zeven oktober-aanval van Hamas op Israël niet op wat de Amalekieten Israël destijds aandeden? Netanyahu beoogt de totale uitroeiing van Hamas. Dat doet denken aan wat God Mozes opdroeg en koning Saul moest uitvoeren. Suggereert Netanyahu dat de God van Mozes achter zijn uitroeiingsplan staat? Of heeft hij zijn verwijzing naar de Amalekieten metaforisch bedoeld? Het roept herinneringen op, maakt emoties los en manipuleert het volk om de strijd tegen Hamas tot het bittere einde toe vol te houden. Weg met de Amalekieten! Weg dus met de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westbank?
Onder Netanyahu’s aanhang zijn er heel wat conservatief-orthodoxe leiders die deze teksten uit de TeNaCH, ons Oude Testament, letterlijk zullen opvatten. Ja, de God van Abraham en Mozes staat helemaal achter wat zij Hamas willen aandoen. God investeert zichzelf helemaal in de strijd om het behoud van het beloofde land voor Israël. Daar moeten zij hun roeping van Godswege (Genesis12:3) uitvoeren.
Wil God echt dat wij zo zijn Woord gebruiken? Wie de Bijbel leest als volgelingen van Jezus van Nazaret, de Joodse messias die als Redder van de wereld in het beloofde land geboren werd, zal deze teksten toch anders lezen. Christenen lezen hen door zijn ogen, vanuit het Nieuwe Testament dus. Onze Bijbel bestaat immers uit een Oude en Nieuwe Testament. Hoe lees ik deze bijbelteksten?
Israëls roeping
Waarom beloofde God het land Kanaän aan Abraham en zijn nazaten (Genesis 12:1-3)? Zij moesten daar een samenleving opbouwen (Deuteronomium 12-26) die de volken zou aantrekken naar God toe (Deuteronomium 4:5-8). Zo zou Israël een zegen voor de volken zijn en een belangrijke bijdrage leveren aan Gods reddingsplan voor de wereld. Hij maakte het hen ook mogelijk om hun roeping na te komen. Zij wisten wat om te doen: Hij gaf hun zijn wet. Bovendien wilde Hij hen een schoon land geven, vrij van heidense smetten. De heidense cultuur en religie mocht hen niet verleiden om andere goden na te lopen (Deuteronomium 7:1-4; 12:1-4). Daarom moesten de heidense volken (een zevental) uit het land worden verdreven. De maat van het kwaad dat zij daar hadden bedreven was nu ook vol (Genesis 15:16). Niets mocht de opbouw van een ‘aantrekkelijke’ samenleving in de weg staan. De uitroeiing van deze oorspronkelijke bewoners, inclusief de Amalekieten, had een zeer specifieke bedoeling in een unieke situatie en was zeker niet voor herhaling vatbaar. Dat laatste lezen we in het Nieuwe Testament.
De beloofde wereld
In het Oude Testament wordt duidelijk dat Israël niet in staat was om zijn roeping na te komen. Het veegde het land niet schoon; de heidenen bleven onder hem; afgoderij tierde welig. De tempeldienst, zo belangrijk om het volk in het rechte spoor te houden, was te vaak een puinhoop (Maleachi 1:6-14). De samenleving was alles behalve ‘aantrekkelijk’, lezen we bij de profeten voor en na de ballingschap. Kortom, er kwam niets terecht van Gods plan om de wereld te redden door Israël. God kwam met een radicale oplossing van dit probleem: Hij verving Israël door zijn Zoon (Johannes 3:14). Zo lief had Hij de wereld!
Wie anders dan de beloofde messias, Jezus van Nazaret, kon Israëls plaats innemen om de wereld te redden en haar een nieuwe toekomst in het vooruitzicht te stellen? In plaats van het etnische Israël maakte Hij het ware Israël, bestaande uit joods-en heidenchristelijke volgelingen van Jezus, tot en zegen voor de volken (Matteüs 28:16-20). Niet alleen aantrekken maar ook erop uittrekken werd nu onderdeel van Gods reddingsstrategie. Het ware Israël moest de wereld voor hem winnen. Niet met bommen en granaten maar met het Woord en gebed, de volken aantrekkend door hun levensstijl en in praktijk gebrachte liefde (Efeziërs 6:10-20). Het uitroeien van volken wordt nergens door Jezus gepropageerd. De beloofde wereld en genocide sluiten elkaar uit.
Conclusie
Welke kant zou Jezus kiezen in het conflict tussen Israëlieten en Palestijnen? Jezus is zeker aanwezig in Israël waar messiasbelijdende Joden hem volgen. We treffen hem ook aan in de Gazastrook of op de Westbank waar zijn volgelingen Hem aanbidden. Maar waar terroristisch of genocidaal geweld wordt gebruikt om problemen op te lossen, daar zullen we Hem niet ontmoeten. Wij kiezen in navolging van onze Heer tegen geweld. Hamas of Israël? Geen van beiden! Weg met de Amalakieten? Natuurlijk niet!
Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.