Oorlogsmoraal
- Achtergrond
- Blog
Van alle kanten horen we over oorlog en oorlogsdreiging. In Oekraïne gaat het nog niet de goede kant op. Zal daar ooit vrede komen en tegen welke prijs? In Soedan woedt een oorlog die vrijwel helemaal aan ons voorbij gaat. En dan Gaza! Als het aan de regering Netanyahu ligt, ligt vrede nog ver voorbij de horizon. Verder zijn er de geruchten van oorlog. De dreiging van China in het verre Oosten (Taiwan) of de conflicten tussen India en Pakistan en er is nog zoveel meer.
Soms zijn kerken ook bij de oorlogen betrokken. Steunt de Russisch-Orthodoxe kerk Poetin niet in zijn oorlog tegen Oekraïne? De Gaza-oorlog verdeelt veel kerken. Sommigen steunen Israël haast kritiekloos. God staat immers aan Israëls kant tegen de Palestijnen? Hij heeft nog grote plannen voor zijn uitverkoren volk in de toekomst (Romeinen 11:25-26). Anderen herinneren ons eraan dat er veel geloofsgenoten onder de Palestijnen zijn. Israëls houding tegenover hen en de rest van de Palestijnen is bepaald niet vlekkeloos te noemen, integendeel. Staat de Tora niet hoog aangeschreven in Israël? Of heeft deze Wet van Mozes niets te zeggen in deze afgrijselijke oorlog?
Tora
Met name in Deuteronomium komt oorlog en oorlogvoering ter sprake. Oorlog voeren verbiedt de Heer de God van Israël niet. Israël leeft nu eenmaal in deze gebroken wereld. Maar het moet wel een rechtvaardige oorlog zijn waaraan God zijn naam kan verbinden (20:1-2). Want Israël is ook niet van deze wereld. Niet alles wat kan, mag daarom ook in zo’n oorlog. Boomgaarden met fruitbomen omhakken om hen te gebruiken als stormrammen bijvoorbeeld, mag niet (20:19-20). Het zijn toch geen mensen tegen wie gevochten moet worden? Dat doet me denken aan Vietnam waar Amerika boerderijen plat bombardeerde, gesteund door onze gebeden. Na een oorlog moet er toch ook gegeten worden door vriend en vijand? In Gaza blijft er geen landbouwgrond meer over en moet voedsel geïmporteerd worden als Israël het toestaat. De totale verwoesting van natuur en cultuur door oorlogsgeweld kan, ook in een gerechtvaardigde oorlog, niet door de bijbelse beugel.
Wat moest Israël volgens Mozes met de vijanden doen na de overwinning (21:10-14)? Oorlogen maken vooral slachtoffers onder de burgerbevolking. Vrouwen en kinderen gaan het eerst voor de bijl. Het verkrachten van vrouwen wordt ook wel gebruikt om de moraal van een volk te breken. In Afrika probeerde bij voorbeeld Boko Haram deze tactiek. Dat is een radicaal Islamitische terreurbeweging in Nigeria die zich vooral tegen christenen keert. Ook uit Oekraïne en Gaza komen er zulke berichten. Tegen deze achtergrond is Mozes’ oorlogsethiek (21:10-14) beslist opmerkelijk, waarbij we de oud-oosterse culturele context ervan in rekening brengen.
Slavinnen
Opnieuw gaat het over een gerechtvaardigde oorlog, want God verbindt er zijn naam aan (de Heer uw God, 21:10). Israël moest eerst proberen met vredesonderhandelingen de oorlog te voorkomen. Als hun vredesvoorstel werd afgeslagen en Israël had, dankzij Gods steun, de strijd gewonnen, dan mochten de mannen geëxecuteerd worden, maar vrouwen en kinderen werden gespaard. De oorlog ging toch niet tegen hen? De vrouwen konden als slavinnen in Israël aan het werk worden gezet (20:10-14). Maar deze vrouwen waren wel mensen en hadden recht op een menswaardige behandeling (21:10-14). Hier moest Israël zich duidelijk onderscheiden van de haar omringende volken. Met de Here God als opperbevelhebber van de strijdkrachten kon Israël zich hier anders opstellen.
Als een Israëlische soldaat een aantrekkelijke vrouw onder de slavinnen zag, mocht hij haar trouwen maar onder geen voorwaarde verkrachten. Integendeel, zij moest als een toekomstige echtgenote behandeld worden. Zij kreeg een maand tijd om over haar ouders te treuren, daarna werd zij de vrouw van haar eigenaar met alle rechten en voordelen van dien. Zij mocht niet verkocht worden als een slavin wanneer haar man genoeg van haar had. Dan volgde echtscheiding en kon zij als vrije vrouw wonen in Israël waar zij maar wilde (of naar huis terugkeren). Ook een slavin is een mens met rechten. Mannen kunnen maar niet doen met vrouwen waar zij zin in hebben. Dat roept vragen op over hoe wij ons in oorlogen gedragen hebben.
Hoe hebben wij als koloniale machthebbers vrouwen destijds behandeld in Indonesië of Suriname om maar te zwijgen over wat er gebeurde met landbouwgrond? Welke rol hebben de kerken toen gespeeld in de koloniale oorlogen of in de militaire campagnes om de macht in onze handen te houden? Hoe lazen wij de Bijbel eigenlijk in dergelijke omstandigheden?
Vredevorst
De tijden zijn sinds de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) veranderd. Er kwamen internationale organisaties (VN, NAVO, EU) met ook afspraken over oorlogsvoering. Er is een Internationaal Gerechtshof waar oorlogsmisdadigers aangeklaagd en veroordeeld kunnen worden. Hoe moeizaam de internationale samenwerking soms ook is, zeker als het over oorlog en vrede gaat, laten we blij zijn dat deze internationale samenwerking er is, juist in de politiek veranderende situatie waarin we thans leven.
We zijn als christenen niet van deze wereld en mogen dus best anders zijn en bijvoorbeeld het oorlogsrecht van de Bijbel gebruiken als motivatie voor onze bijdrage aan de discussie over oorlogsmoraal. Maar we zijn wel in de wereld en mogen solidair zijn met iedereen die zich inzet voor vrede, veiligheid en voorspoed in de wereld der volken, of men nu christen is of niet. Juist in deze eindtijdelijke fase van de geschiedenis (Matteüs 24) getuigen we zo van onze Heer Jezus Christus, de Vredevorst.
Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.