Harde logica

Hans Slotman | 11 oktober 2024
  • Column

Een tijdje geleden preekte ik over iets dat tegenwoordig veel voorkomt: geloofsverlating. Mensen die gedoopt zijn, laten het geloof in God los. Voor hun gelovige ouders is dat een verdrietige gebeurtenis.

In mijn boekenkast staat een boek met de veelzeggende titel ‘Waar geen troost voor is’. Het is een roman over een dochter die kerk en geloof vaarwel zegt. Op de achterflap staan de woorden ‘Mijn kind is levend – en zie het is dood’. Ik huiver bij deze woorden. Net zoals ik koud word bij de woorden in het lied ‘Papa’ van Stef Bos: Jij gelooft in God, dus jij gaat naar de hemel. En ik geloof in niks. Dus we komen elkaar na de dood nooit meer tegen. In dit lied valt mij het woordje ‘dus’ op.  Het wordt hier twee keer gebruikt. ‘Dus’ geeft een logisch vervolg aan: jij gelooft in God, dus, logisch vervolg: jij gaat naar de hemel; ik geloof in niks, dus, logisch vervolg: we komen elkaar na de dood nooit meer tegen. Het is keiharde logica.

Eenzelfde logica kwam ik tegen in een paar reacties op mijn preek. Het waren echte ‘dus-reacties’. Met dogmatische beschouwingen en niet mis te verstane (?) bijbelteksten werd mij te kennen gegeven dat er voor geloofsverlaters echt geen hoop is. In de Bijbel staat dat je alleen door geloof gerechtvaardigd kunt worden, dus, logisch vervolg: als je niet gelooft, ben je niet rechtvaardig en word je dus niet gered. Dus…

Maar hoe verhoudt zich deze logica tot Gods liefde? In Jesaja vergelijkt God zijn liefde voor zijn volk met de liefde van een moeder voor haar kind: ‘Zou een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit.’ Dit gaat over een volk dat door eigen schuld en eigen ongeloof in ballingschap is terechtgekomen.

Zou het misschien kunnen zijn dat het ‘dus’ van de logica stuk loopt op de kus van God?

Over de auteur
Hans Slotman

Hans Slotman is hoofdredacteur van OnderWeg

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief