De schijnwerper op: Jezus volgens Nicea
- Algemeen
- De schijnwerper op
Wat is er aan de hand met Jezus en Nicea?
Wie is Jezus voor ons en waarom maakt Hij het verschil in ons leven? Over die vraag hebben christenen door de eeuwen heen steeds nagedacht. 1700 jaar geleden, in 325, werd in Nicea (tegenwoordig in Turkije) een grote kerkelijke vergadering gehouden: het concilie van Nicea (het thema van dit nummer van OnderWeg). Bisschoppen uit het hele Romeinse Rijk kwamen bij elkaar om na te denken over Jezus, specifieker, over Jezus en God. Wat wij nu de leer van de drie-eenheid noemen, werd in 325 en later die eeuw in 381 door de kerk vastgelegd. Wij danken daaraan onze ‘Geloofsbelijdenis van Nicea’.
Volgens Nicea is de Zoon van God ‘geboren uit de Vader als de eniggeborene, dat is, uit het wezen van de Vader. God uit God, licht uit licht, waarachtig God uit waarachtig God, geboren, niet gemaakt, één van wezen met de Vader’. Het concilie van Nicea veroordeelt ‘degenen die zeggen: “Er was een tijd dat Hij er nog niet was”, of “voordat hij werd geboren, was hij er nog niet”, of “hij kwam tot bestaan uit het niets”, of dat ze Zoon van God uit een ander zijn of wezen komt dan God.’ Die zinnen richten zich tegen de Alexandrijnse presbyter Arius. In 325 werd in Nicea nog geen complete drie-eenheidsleer vastgesteld. Wel heeft het concilie uitgesproken dat de Zoon van God geen schepsel is met een begin, maar van eeuwigheid God net als de Vader. Vader en Zoon zijn de ene God.
Wat is hier precies het onderwerp van discussie?
Hans Burger (GKv) is docent systematische theologie aan de TU Kampen.