Kerk en samenleving in verandering: christelijke gemeenschap in dorp of stad
- Reportage
- Thema-artikelen
Jeanette de Waard, Amsterdam-Noord: ‘Ik kom op voor mensen die geen stem hebben’
Ze noemt zich ‘diacones’ en dat is ze ook: Jeanette de Waard (58) is diaconaal opbouwwerker bij ‘Hart voor Noord’ in Amsterdam (www.diaconienoord.org). Deze stichting ontstond als initiatief vanuit de kerk ‘Hoop voor Noord’, maar wordt inmiddels breder gedragen. ‘Dat is nodig,’ vertelt Jeanette, ‘want kerken in de stad hebben geen groot draagvlak. Ik zou kerken in dorpen en kleinere plaatsen willen oproepen om ons te ondersteunen in dit werk. Want juist in de stad is de nood het hoogst.’
Jeanette doet dit werk nu zeventien jaar, waarvan vijf jaar bij ‘Hart voor Noord’. ‘Ik ondersteun buurtverbinders van allerlei geloven en culturele achtergronden. Zij organiseren van alles: een weggeefwinkel, een kinderclub, vrouwenontbijt, moestuin, naaiatelier… Het begint ermee dat iemand nood ziet in zijn eigen buurt en wil helpen. Vaak hebben ze nauwelijks een idee hoe je zoiets aanpakt. Daarin help ik hen, samen met mijn collega Annerieke; we zoeken fondsen en mogelijkheden om hen te ondersteunen. Langzamerhand heeft dit werk zich losgeweekt van één kerk, want we zijn blij met alle steun van verschillende kerken en van personen die willen helpen. Een vrouw die vond dat ze het goed had, wilde graag iets betekenen en mensen uit andere culturen leren kennen. We koppelden haar als buddy aan een buurtverbinder, dat is een win-winsituatie.’
Zichtbaar
‘De vrouwen van de kookgroep hier organiseren lunches of andere maaltijden en ontvangen geld voor hun kookkunsten in de vorm van een vrijwilligersbijdrage die ze goed kunnen gebruiken. Tot het wettelijke maximum, daarboven kopen ze er pannen voor of volgen een cursus. Ik vind het belangrijk dat ze waardering voor hun werk ontvangen.’ Het uiteindelijke doel? ‘Het gaat erom ontmoetingen te creëren, je overleeft als je een netwerk hebt. Of het nu koken is, naaien of kleding ruilen. Waar mensen zich willen inzetten, probeer ik dat te versterken en zichtbaar te maken. Een vrouw zag dat de mensen in haar straat binnen zitten en weinig bewegen, zij organiseerde een wandelgroep. Zelf woont zij in een zeer slecht onderhouden huis, tijdens een spreekuur met de wethouder Armoede kon zij haar verhaal doen en werd haar werk ook zichtbaar.’
Buurtverbinders
De nood is hoog in Amsterdam-Noord, vertelt Jeanette. ‘Hier wonen mensen van allerlei culturele achtergronden, ze hebben weinig te besteden, schulden, ziekten, problemen met kinderen en een slecht onderhouden huis. Het is belangrijk dat er een stevig sociaal weefsel is, daarvoor zijn ook fondsen – maar mensen weten niet hoe je die kunt aanvragen. We bieden een cursus aan om de buurtverbinders te helpen een idee of activiteit in een projectplan te verwoorden, met een begroting. Zij willen zich inzetten in hun eigen gemeenschap, maar kennen de wegen niet. Wat ze doen, is enorm belangrijk voor de buurt om de mensen met elkaar in contact te brengen.’ Jeanette leidt me rond in de Ark, voorheen een kerkgebouw, nu is het omgebouwd tot een sociale markt met een voedselbankuitgifte, een kledingbank en een sociale kruidenier. ‘Het is prachtig om te zien hoeveel er gebeurt.’ Jeanette noemt dit werk haar missie en passie. ‘Het is geen bewust voornemen geweest om celibatair te leven,’ zegt ze openhartig, ‘maar in de praktijk pakte het zo uit. Mijn klooster is de stad, de plek waar ik voor God mag werken.’
Schrijnender
Voor Jeanette is dit werken in Gods koninkrijk. ‘Ik kom op voor mensen die geen stem hebben. Het aantal armen in Nederland is niet zozeer gegroeid, maar de ongelijkheid is veel groter geworden. De armen zijn nog armer, dat is toch van de gekke in dit welvarende land! Ik doe een appel op de politieke leiders: kijk wat de consequenties zijn van je keuzes. De situatie wordt steeds schrijnender. Woningcorporaties kunnen verontwaardigd zijn dat de huren niet verhoogd mogen worden, maar die vijf procent extra kunnen mensen echt niet meer betalen. Ik zou het mooi vinden als diaconieën uit het land mij benaderen: hoe gaat het nu in Amsterdam? Kunnen we helpen?’ ‘We zijn trots en zuinig op onze buurtverbinders,’ besluit Jeanette. ‘Hoe ik hen vind en ze bereid zijn zich te laten helpen? Heel veel kopjes thee drinken, luisteren en dingen fiksen. Je kunt zoiets niet van achter je computer regelen, ik ga eropuit en ontmoet de mensen.’