Hoe rooskleurig is het huwelijksbootje?
- Interview
- Thema-artikelen
Je kunt aan de hand van de Bijbel heel mooie dingen zeggen over het huwelijk, over het helemaal één worden van een vrouw en een man in een levenslange relatie van liefde en trouw. Maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? OnderWeg vroeg het aan twee stellen: Jean en Kanwal Harten, veertien maanden geleden getrouwd, en Erwin en Ruth Lammers, al twintig jaar getrouwd.
Jean en Kanwal Harten (beiden begin twintig) waren van plan om te gaan samenwonen en zochten al naar een huis, maar kozen er uiteindelijk toch bewust voor om te trouwen.
‘We leefden eerst niet met God’, vertelt Jean. Jean heeft in het verleden alles gedaan wat slecht is, zoals hij het zelf zegt. ‘Maar door een heftige ervaring twee jaar geleden is God in ons leven gekomen. Toen zijn we de Bijbel gaan lezen. We wilden echt gaan leven zoals God het wil. Trouwen hoort daarbij.’
Toen ze aan Kanwals vader vertelden dat de plannen gewijzigd waren, was hij volgens haar ‘helemaal in shock’. Maar hij zei ook dat het God was die die verandering bij hen teweeggebracht had.
Trouwen of samenwonen maakt verschil voor je relatie, merken deze twee jonge mensen. Kanwal: ‘Eerst was ik meer bezig met mezelf dan met elkaar. Ik dacht: als ik trouw, raak ik mijn vrijheid kwijt. Dat is typisch iets van deze samenleving. Nu zie ik dat trouwen juist ruimte geeft en angst wegneemt.’
Door te trouwen groeide het verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar. Jean: ‘Nu we bekeerd zijn, zijn we meer op God gericht en willen we het goede zoeken voor de ander. Dat is echt anders dan eerst.’
Kanwal geeft een voorbeeld: ‘Wanneer je niet getrouwd bent, loop je gemakkelijker weg als je ruzie hebt. Nu gaan ruzies anders. Ik zeg weleens: stel dat we niet bekeerd waren, dan waren we misschien niet eens meer bij elkaar. God is belangrijk in een relatie!’
‘Er speelde ook wel mee dat we
geen gezeur wilden met de dominee en de kerk’
Voor Erwin en Ruth Lammers (beiden 42) was de keuze om te trouwen twintig jaar geleden een vanzelfsprekende zaak. ‘Niet dat we het zonder nadenken hebben gedaan’, zegt Ruth. ‘We waren er wel echt van overtuigd dat samenwonen niet de manier was waarop God ons bij elkaar wilde zien. Dat had er ook mee te maken dat je met je seksuele relatie wachtte tot je getrouwd was. Trouwen was gewoon de gebruikelijke weg, die we van huis uit en vanuit de kerk hadden meegekregen.’
Erwin geeft eerlijk toe: ‘Er speelde ook wel mee dat we geen gezeur wilden met de dominee en de kerk. We spraken met elkaar en met de dominee over de betekenis van het huwelijk en daar stonden we echt achter. We hoefden niet zo nodig zelf opnieuw het wiel uit te vinden. Trouwen was de gangbare weg, dat deed je gewoon.’
Patronen
Trouwen is in alle opzichten een eenheid gaan vormen. Hoe volg je samen Christus, hoe dien je Hem in het huwelijk? Volgens Kanwal betekent het dat je God heel concreet betrekt bij alles wat je samen doet en bij de keuzes die je maakt. ‘Je staat samen open voor Gods leiding. Als je je door Hem laat leiden, kun je vrede ervaren bij de keuzes die je maakt. En als er verschil van mening is, reageer je anders op elkaar.’
Kanwal vindt dat Jean veel geduldiger en begripvoller is geworden. ‘Hij gaat nu even naar een andere ruimte als de emoties hoog oplopen. Ik heb dan altijd nog de neiging om er vol in te gaan, maar doordat hij afstand neemt, koel ik af.’
Ruth en Erwin vinden het in praktische zin lastig om tijd te maken voor God in hun gezin met vier opgroeiende kinderen tussen de 17 en 8 jaar. Ruth: ‘Soms ontstaan er, bijvoorbeeld naar aanleiding van het Bijbellezen, spontaan mooie gesprekken met één of een paar van onze kinderen. Maar daar structuur en regelmaat in aanbrengen blijf ik moeilijk vinden.’
Erwin ziet het als een groeiproces, waarin je soms kleine en een andere keer grote stappen zet. ‘Toen ik ouderling was, merkte ik hoe afhankelijk ik daarin was van God. In die periode groeide mijn persoonlijke geloofsleven. Zo hebben Ruth en ik vorig jaar samen deelgenomen aan een huwelijksgespreksgroep, wat weer een enorme stimulans voor ons huwelijk is geweest.’
Zo’n gespreksgroep – een soort apk voor je huwelijk – helpt om even stilgezet te worden en patronen die erin geslopen zijn tegen het licht te houden. Hoewel Ruth en Erwin veel positieve reacties kregen, waren er ook mensen in hun omgeving die er vreemd van opkeken dat zij de stap zetten om aan de gespreksgroep deel te nemen. Eén van hun kinderen vroeg: ‘Gaan jullie scheiden dan?’
‘In een goed huwelijk raak je niet uitgepraat’
Erwin: ‘Ook in een goed huwelijk is ruimte voor verbetering. Je leert in zo’n groep veel van elkaar en je ontdekt opnieuw hoeveel je van elkaar houdt.’ Ruth vult aan: ‘We leerden er om God nog meer bij onze relatie te betrekken en om meer tijd voor elkaar te maken. Het is bepaald niet gemakkelijk om daar een prioriteit van te maken, maar wel noodzakelijk.’
‘In een goed huwelijk raak je niet uitgepraat’, zegt Erwin. ‘Laatst waren we een weekend samen weg om te vieren dat we 25 jaar bij elkaar zijn en ik kan me niet herinneren dat we ook maar een moment om gespreksstof verlegen zaten.’
Het ontlokt aan Kanwal de opmerking: ‘Dat vind ik mooi om te zien bij jullie, dat je na twintig jaar nog steeds geniet van elkaar.’
Jean en Kanwal namen zelf ook deel aan een gespreksgroep – voordat ze trouwden – en hebben daar veel aan gehad. Jean: ‘Het is een investering voor de toekomst. Het doet wat met je.’
Collega
Stel dat er wel serieuze problemen zijn in je relatie, zou je daarmee dan naar iemand toegaan en om hulp vragen? Kanwal: ‘Ik zou eerst naar God gaan en dan naar een oom van mij met wie ik een goede band heb en open kan praten.’
Erwin noemt de wijkouderling als iemand die hij wel in vertrouwen zou kunnen nemen. Ruth weet niet zo goed of ze ermee bij iemand zou aankloppen.
Aan Jean en Kanwal wordt geregeld gevraagd of het goed gaat in hun huwelijk, aan Erwin en Ruth eigenlijk nooit, hoewel Erwin vindt dat je niet voor die vraag moet weglopen.
En aan een ander vragen hoe het in zijn of haar relatie gaat? ‘Met een collega heb ik soms een gesprekje over zijn gezinssituatie, dat zit er dicht tegenaan’, zegt Erwin. ‘En ik heb iemand weleens het boek De vijf talen van de liefde van Gary Chapman aangeraden. Maar tot diepe gesprekken komt het toch niet met collega’s.’
Dat geldt ook voor Jean, die beveiliger van beroep is. ‘Als beveiligers onderling praat je niet zo gauw over dingen die misgaan in de privésfeer.’
Kanwal herinnert zich daarentegen een gesprekje met een klasgenoot die trouwen heel eng vond, vanuit een soort bindingsangst, het idee dat je niet meer kunt ontsnappen. ‘Ik heb gezegd: dat zit tussen je oren. Want trouwen versterkt je relatie.’
Heleen Sytsma-van Loo is neerlandicus en redacteur van OnderWeg.