Marian Timmermans: wees een Filippus en zoek je jongeren op

Jordi Kooiman | 4 april 2015
  • Interview
  • Jeugdwerk
  • Thema-artikelen

Wat mag het kerken kosten? Dat is de eenvoudige maar kritische reactie van religieus trendwatcher Marian Timmermans op de vraag hoe kerken hun jongeren kunnen vasthouden. ‘Zijn we bereid te erkennen dat kerk zijn voor hen een andere betekenis heeft en durven we daarop in te spelen?’

Marian Timmermans (37) weet wat het is om als jongvolwassene de kerk te verlaten. Zelf was ze twintig toen ze de gemeente waarin ze opgroeide vaarwel zei. ‘De kerk’ associeerde ze met veel regels, veel vragen en weinig antwoorden. In de zondagse diensten zat ze vooral ramen te tellen.

Na haar vertrek leefde ze jarenlang zonder kerk en zonder God en ontdekte ze ‘hoe normaal dat eigenlijk is’. Tot een ingrijpende gebeurtenis haar terugbracht bij het geloof.

Die omkeer wekte in haar hart een grote liefde voor andere jonge mensen die worstelen met hun geloof en hun plek in de kerk. ‘Ik heb een passie voor jongeren aan de rand, jongeren die wel onbewust hunkeren, maar Jezus nog niet kennen. Ik geef om hen en geloof dat God met ieder van hen bezig is.’

Zeven jaar lang zette Marian deze passie in bij Youth for Christ, waar ze programma’s als Rock Solid, Rock Steady en Torrie van Mattie hielp ontwikkelen. Ondertussen pionierde ze in haar eigen kerkelijke gemeente, de CGK Drachten, jarenlang met een project voor buitenkerkelijke kinderen en schreef ze drie boeken: Denkstof studies, Mind your faith en Sun fun faith. Sinds januari dit jaar runt ze samen met Corjan Matsinger het bureau Young & Holy.

Jullie noemen jezelf ‘religieuze trendwatchers’. Wat houdt dat in?
‘We zijn alert op wat er onder jongeren op het gebied van zingeving, geloofsbeleving en religie gebeurt. We signaleren de ontwikkelingen, onder meer door iedere dag een relitrend op onze website te plaatsen, maar hangen er geen waardeoordeel aan.’

Waarom niet?
‘Ik vind het belangrijk dat we open praten met jongeren. Als je bij voorbaat zegt: “ik ben ertegen”, heeft een jongere geen kans meer om uit te leggen waarom hij iets doet of vindt. Wij moedigen ouders, jeugdleiders en docenten aan om de trends te gebruiken als aanleiding voor geloofsgesprekken.’

‘Willen we écht weten waar jongeren zich mee bezighouden?’

Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘Neem de populariteit van de film Fifty Shades of Grey. Is het normaal geworden om naar softporno te kijken? Je ziet dat grenzen verschuiven. Kijk ook naar de games die jongeren spelen. Gamebladen stellen vast dat de spellen steeds agressiever worden. De grens tussen goed en kwaad wordt vager en het grijze tussenvak groter. Dat is de wereld waarin jongeren opgroeien en dat kun je niet negeren.

Kennis van wat er leeft biedt juist kansen om de leefwereld van jongeren te verbinden met het evangelie. Een interessante vraag is daarbij wel of we écht willen weten waar jongeren zich mee bezighouden. Dat betekent namelijk ook dat je soms zaken zult horen waar je niet direct raad mee weet of waar je je zelfs een ongeluk van schrikt.’

Loop je bij het benoemen van trends niet het risico dat je jongeren over één kam scheert en categoriseert? Ik vond het vroeger als tiener erg irritant dat er zo vaak gezegd werd: de jongeren vinden dit, de jongeren willen dat… Alsof alle jongeren hetzelfde zijn.
‘Een bepaalde mate van bescheidenheid is zeker nodig. Veel ontwikkelingen zijn nog onvoldoende onderzocht en zelfs van de top vijf trends in een jaar kun je niet zeggen dat die op iedereen van toepassing zijn. Dus je moet inderdaad voorzichtig zijn met wat je zegt.

Daarbij is jeugdwerk natuurlijk een relatievak. Je richt je weliswaar op groepen, maar uiteindelijk verlaten jongeren als individu de kerk. Je moet dus altijd ruimte maken voor persoonlijke gesprekken en een-op-een ontdekken hoe elke jongere er afzonderlijk in staat. Maar kennis van trends helpt wel bij die gesprekken.’

Marian: 'Kennis van wat er leeft onder jongeren biedt kansen om hun leefwereld te verbinden met het evangelie.' (beeld Leonard Walpot)

Marian: ‘Kennis van wat er leeft onder jongeren biedt kansen om hun leefwereld te verbinden met het evangelie.’ (beeld Leonard Walpot)

De meest prominente trend op jullie website is: het regent religie. Dat klinkt gek, in een tijd van ontkerkelijking.
‘Als je enkel kijkt naar het aantal jongeren dat nog naar de kerk gaat, denk je inderdaad: we leven in een ontkerkelijkte samenleving. Van de 5 miljoen kinderen tussen de 0 en 25 jaar bezoekt nog maar 10 procent een kerk of moskee. En dat is dan eens per maand. De andere 90 procent hoort niet expliciet over God of Jezus.

Maar dat betekent niet dat religie en geloofsbeleving geen rol in hun leven spelen. Religieuze zaken zijn voor hen doodnormaal, als producten in een supermarkt. Het is overal zichtbaar. In de enorme aandacht voor geesten, maar ook in muziek, horrorfilms, verhalen, games, sieraden. Zelfs bij barbiepoppen zie je het.’

Als religie zo alomtegenwoordig is, waarom hebben kerken dan zo’n moeite om jongeren vast te houden?
‘Ik ken een meisje van een jaar of zeventien. Ze gaat nog wel naar de kerkdienst, maar vindt het er vreselijk. Al na tien minuten is ze met haar gedachten weg. Ik vroeg haar waarom ze toch blijft gaan. Haar antwoord: vanwege haar vrienden.

Zulke reacties hoor ik meer. Wanneer ik jongeren vraag wat voor hen de kerk is, dan zeggen ze: hun groep, hun kring, de plek waar ze samen vragen bespreken, waar ze hun twijfels uiten, waar het niet erg is om je belijdenis uit te stellen, waar homoseksualiteit bespreekbaar is. Dát is hun kerk.

Voor jongeren zelf zijn dit gewoon feiten, maar voor de meeste kerken niet. Mijn kritische vraag is daarom: zijn we bereid dit te erkennen, dat kerk zijn voor jongeren een andere betekenis heeft? Veel kerken rekenen alleen met de jongeren die op zondag in de dienst zitten, maar ik geloof dat de kerk groter is dan dat. Dus hoe tel jij je jongeren? Zie je alleen wie er in de dienst komen? Of durf je breder te kijken, naar de jongeren die op andere manieren met het geloof bezig zijn? Je zult verrast zijn hoeveel jongeren zoekend zijn!

‘Je richt je weliswaar op groepen, maar uiteindelijk verlaten jongeren als individu de kerk’

Ik vind het verhaal van Filippus en de Ethiopiër hierbij erg inspirerend. De Ethiopiër is zoekend, maar vindt in Jeruzalem geen antwoord. Wel krijgt hij een boekrol. Maar dat boek begrijpt hij pas wanneer Filippus naast hem gaat zitten en het hem uitlegt.

Wat ik heel bemoedigend vind, is dat Filippus hem op de terugweg ontmoet. Hij wordt niet in de tempel “ingevlogen”, maar ontmoet hem buiten de stad. We hebben in en buiten de kerk mensen nodig die de jongeren opzoeken en de tijd nemen om het geloofsgesprek aan te gaan en het geloof uit te leggen. Want hoe kunnen jongeren Jezus vinden als hun het evangelie niet wordt uitgelegd? Willen wij zo’n Filippus zijn?’

Stel, een gemeente is bereid om verder te kijken dan die zondagse dienst en wil zich actief inzetten om jongeren bij de gemeente te houden. Wat kan zij doen?
‘Ik denk dan aan het vier-plus-éénprincipe. Dat betekent dat je een jongere na vier jaar jeugdwerk nog minstens een jaar volgt. Zorg ervoor dat ze onder iemands hoede vallen. Zonder zulke relaties is het namelijk heel makkelijk om uit een kerk te vertrekken, omdat er dan geen enkele binding meer is. Je ziet ze een paar weken niet meer in de dienst en dan verdwijnen ze helemaal uit beeld. Dat is zo schrijnend. Dan zijn ze niet veel meer dan een nummer in het kerkblad. Weer eentje minder…

Een ander punt is dat het leeftijdsdenken ons soms in de weg zit. In de kerk geldt vaak de werkwijze van school, waarbij jongeren van een bepaalde leeftijd bij elkaar zitten. Maar je kunt je jeugdwerk ook inrichten aan de hand van interessegebieden. Een kookgroep, een sportgroep, enzovoort. Dat doet wat met de geloofsdynamiek en zorgt voor een heel andere manier van denken.

Deze benadering kan ook helpen wanneer je jongerengroepen te klein dreigen te worden. Dat zie je momenteel in veel kerken. Het wordt wel “XS jeugdwerk” genoemd. Vooral bij jongeren vanaf 14, 15 jaar worden de groepen steeds kleiner. Een indeling naar interesse kan dan helpen om jongeren betrokken te houden. En verder natuurlijk samenwerking met andere kerken.’

En als het gaat om de ‘oudere jongeren’, de twintigers: wat kunnen kerken doen om hen bij de gemeente te houden?
‘Veel kerken functioneren aan de hand van drie w’s: wijf, woning, werk. Ze gaan ervan uit dat iemand naar de jeugdclub gaat, belijdenis doet en dan, tijdens het vinden van een baan en een partner, in de kerk groeit. Maar het CBS heeft laten zien dat twintigers opgeschoven zijn van drie keer w naar drie keer s: single, studeren, studentenflat. Ze verbinden zich niet meer zo snel, maar willen vrijblijvend (geloofs)activiteiten ondernemen.

“3W-jeugdwerk” kan je het gevoel geven dat je er minder bijhoort, omdat jij nog niet al die keuzes hebt gemaakt en misschien nog flink twijfelt. “3S-jeugdwerk” richt zich op andere behoeften: losse en meer vrijblijvende activiteiten, die twintigers zelf organiseren. Ik denk dat het een heel belangrijke sleutel is dat we dit gaan beseffen en dat we jongvolwassenen de ruimte geven om op hun manier mee te doen. En het allerbelangrijkste: dat we met hen in touch blijven!

Dit alles vraagt best veel van kerken. Het is nogal wat om de vaste ‘route’ van jeugdwerk naar belijdenis naar lidmaatschap los te laten en jongeren en jongvolwassenen op een heel andere manier te benaderen en bij de gemeente te betrekken. Acht je kerken ertoe in staat om die omslag te maken?
‘Ik zou daar een vraag tegenover willen stellen: wat mag het kerken kosten? Wijzelf horen van jeugdleiders en predikanten terug dat over de volle linie bekeken 50 procent van de jongeren verdwijnt. 50 procent! Dat is ontzettend. Het is één voor twaalf. Daarom is het essentieel dat we inspelen op wat er onder jongeren leeft en voortdurend het geloofsgesprek aangaan op een manier die door jongeren binnen en buiten de kerk als waardevol wordt beleefd.’

Young & Holy
Marian Timmermans en Corjan Matsinger hebben in Young & Holy hun ruim 25 jaar ervaring in het jongerenwerk gebundeld. Samen ontwikkelen ze tiener- en jongerenmateriaal en verschillende andere producten voor het jeugdwerk. Ook geven ze trainingen en cursussen. Op hun website www.youngholy.nl en op hun sociale media publiceren ze iedere dag een relitrend.

Op 24 juni houdt Young & Holy een summerschool in Utrecht, waar speciaal ingegaan wordt op trends onder twintigers en hoe kerken daarmee kunnen omgaan. Zie voor meer informatie www.youngholy.nl/trainingen.

Over de auteur
Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is freelance journalist en webredacteur van OnderWeg.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reacties zijn gesloten.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief