Geloof, gevoel en ervaring: een inleiding

Hans Schaeffer | 31 oktober 2015
  • Achtergrond
  • Opinie
  • Thema-artikelen

‘Weet je, ik verlang naar een echte relatie met Jezus. Dat ik niet alleen weet, maar ook ervaar dat Hij bij me is.’ Het geloof willen we beleven. Dat is iets wat we vanuit onze ervaringscultuur onvermijdelijk mee de kerk in nemen. Slecht is dat niet. Maar het vraagt wel om bezinning.

(beeld file404/Shutterstock.com)

(beeld file404/Shutterstock.com)

In dit artikel wil ik laten zien dat geloof en gevoel nauw samenhangen in de geschiedenis van de kerk. Daarna wil ik de term ‘gevoel’ wat verder omschrijven. In het derde onderdeel geef ik weer hoe we binnen het raamwerk van gereformeerd kerk zijn tegen de culturele nadruk op gevoel en beleving kunnen aankijken. In het laatste onderdeel zoom ik in op het feit dat we vaak een beroep op ons gevoel doen, en wat dat betekent voor christenen die onderweg zijn.

Wispelturig

Gevoel en ervaring hebben in de christelijke kerk altijd een belangrijke rol gespeeld. Zo beschrijft Augustinus in zijn Belijdenissen uitvoerig hoe hij de grootheid van God in de schepping heeft ervaren. En Herman Selderhuis laat in zijn studie over Calvijn en de psalmen zien met hoeveel passie, betrokkenheid en gevoel de reformator via deze oude Bijbelliederen de werkelijkheid van het geloof beleefde.

Niet alleen theologen, maar ook ‘gewone’ christenen ervoeren hun geloof: in de middeleeuwen rond de heiligenverering, na de Reformatie in de kleine groepen van de conventikels en in de twintigste eeuw rond doop en verbond en de zekerheid van het geloof. Gevoel is voor het christelijke geloof iets wezenlijks.

Tegelijk heeft de christelijke traditie ook voor het gevoel gewaarschuwd: je gevoel wijst niet altijd de goede weg. Gevoelens kunnen wispelturig zijn. Vaste grond is alleen te verkrijgen in wat God ons zegt in de Bijbel. Gevoel als autoriteit past niet bij ons christen zijn.

Aan het einde van de achttiende en in de eerste helft van de negentiende eeuw kwam hier nog een dimensie bij. Het culturele klimaat van de verlichting zette alle kaarten op de rede en haar rationaliteit. Als reactie hierop benadrukte de romantiek juist de beleving. In dat spanningsveld werden theologische posities ingenomen die in hun uitlopers nog steeds de gereformeerde spiritualiteit beroeren. De één benadrukt de vaste grond van Gods belofte in het geopenbaarde Woord, terwijl de ander benadrukt dat dit niet zonder beleving van een ‘echte relatie met Jezus’ kan. Objectief tegenover subjectief.

Deze tegenstelling speelt nog steeds in de kerk. In de gereformeerde traditie heeft vanouds de objectiviteit van Gods belofte de boventoon gevoerd. Maar in een artikel over de ‘vrijgemaakte spiritualiteit’ laat Koert van Bekkum zien dat een onderstroom van meer gevoelsmatig piëtisme ook altijd aanwijsbaar is geweest.

De aandacht voor gevoel in onze post- of laatmoderne tijd – zowel in de cultuur als in de kerk – is een reactie op de tijd dat de rede allesbepalend werd geacht. Eén van de kenmerken van deze reactie is dat mensen uit zijn op zelfontplooiing: ik wil doen wat voor mij goed voelt. Dat zie je terug in de media, het onderwijs, de vrijetijdbesteding, het werk dat leuk moet zijn, de relaties waarin ik trouw blijf zolang ik het volhoud, en dus ook in de kerk.

De kerk is een supermarkt en kerkgangers zijn consumenten. In de kerk moet ik uit een veelheid van ervaringen kunnen kiezen. Stefan Paas schrijft ergens dat het vooral aankomt op ‘die inhouden die ons “helpen”, die ons “raken” en die “het beste uit ons halen”. Andere inhouden laten we liggen.’ Wat we hier ook van vinden: deze realiteit moeten we serieus nemen.

Kleuren

Geloof en gevoel, emotie, beleving: het zijn combinaties die uitdrukken dat geloven iets persoonlijks is, iets waarmee we niet alleen rationeel instemmen, maar waardoor ons leven als geheel wordt aangeraakt. De mens is meer dan zijn hoofd: we hebben ook een hart dat verlangt naar liefde, betrokkenheid, heling en erkenning. En: een hart dat gekwetst en geïrriteerd raakt door ervaringen en deze wil vermijden. Dat is de actieve, zoekende kant van geloofservaring. We willen met onze verlangens en behoeftes serieus genomen worden.

Maar er is ook een andere kant aan ervaring. We bouwen van jongs af aan ervaringen op in ons leven (positief en negatief), of we hier nu naar op zoek zijn of niet. Deze ervaringen kleuren onze beleving van het geloof en van kerk zijn. De manier waarop ik mijn vader heb meegemaakt en beleefd, kleurt het beeld dat ik van God als vader heb.

De mens is meer dan zijn hoofd: we hebben ook een hart dat verlangt naar liefde, betrokkenheid, heling en erkenning

Verder: ervaringen worden vaak als ‘persoonlijk’ omschreven. Dat ik geniet van een psalm met orgelbegeleiding, betekent niet dat iedereen dat doet. Tegelijkertijd doet een persoonlijke ervaring en emotie van een ander ook iets met mij. Als ik tot me laat doordringen wat het voor die ene vluchteling betekent om te zingen over ‘thuis zijn bij God’ en als ik zie hoe hij tot tranen geroerd is, dan raakt dat me.

Daar komt nog bij dat gevoelens mede bepaald worden door de cultuur van de groep en de context. Of je een Bijbelgedeelte als weerbarstig of ontroerend beleeft, is niet alleen iets persoonlijks, maar heeft vaak ook te maken met de manier waarop je in een groep hebt leren aankijken tegen wat weerbarstig of ontroerend is.

Doorleefd

Waarom is het nuttig om deze dingen te onderscheiden? Dat wordt helder wanneer we ze in de context van het geloof lezen.

Ik geloof dat God de mens in zijn geheel serieus wil nemen: wat ik voel en hoe ik iets ervaar, is er gewoon, en hoort bij mij. Hij heeft mij óók als gevoelsmens geschapen. Tegelijk plaatst God mij in relatie tot Hemzelf en tot anderen. Ik moet mezelf in mijn gevoelens verhouden tot God en tot andere mensen. Geloven in de God van de Bijbel betekent daarom: ik sta (met hoofd, hart en handen) voor Gods aangezicht. Alles wat ik beleef, mag ik bij God brengen.

In die relatie met God merk ik dat mijn boosheid er mag zijn, maar ik leer ook (als dat nodig is) te vergeven. Ik merk dat mijn verdriet er mag zijn, maar ik leer ook dat Hijzelf naast me staat in dat verdriet en dat ik me in Hem mag verheugen, blij met wat er aan zegeningen is en blij met de toekomst die Hij wil geven.

Samengevat: de gevoelens die ik als mens heb, moet ik met hulp van de ervaringen die ik met God opdoe toetsen en onderzoeken. Door wat God doet, schijnt er licht over mijn verleden en mijn heden, en geeft Hij mij toekomst.

Beleving in Bijbelse zin wil zeggen: een doorleefd geloof

Niet al mijn verlangens of gevoelens zijn goed in Gods ogen. Hoe ik daarmee leer omgaan, hangt af van wat ik ontdek van wie God is. Uiteindelijk vormt zich zo het geheel van mijn geloofsbeleving: het geheel van gevoelens en ervaringen die ik in de loop van mijn leven met God opdoe. Natuurlijk doe ik die ervaringen vaak op in relatie met mensen. Maar daardoorheen mag ik God zelf leren kennen. Beleving in Bijbelse zin wil zeggen: een doorleefd geloof.

Een voorbeeld om dit verduidelijken. Het kan zijn dat ik me niet thuisvoel in de kerk. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn. Het kan zelfs legitiem zijn om mezelf af te vragen of het goed is in deze gemeente te blijven. Maar hoe ik met die gevoelens omga, is niet alleen iets ‘van mij’, alsof ik op basis van mijn gevoelens zonder meer kan besluiten naar een andere gemeente te gaan. Ik zal me bij zulke overwegingen eerlijk moeten afvragen: vraagt de Heer van mij misschien juist nu trouw en doorzettingsvermogen? Belangrijk is dat ik besef dat ik mijn gevoelens eerlijk moet toetsen en in gesprek met anderen moet inbrengen. Dat we dat gesprek met een open Bijbel en gevouwen handen moeten voeren, hoort daar ook bij. Zo leer ik mijn gevoel serieus te nemen en niet te snel te oordelen of consequenties te trekken.

Kiezen

Hoe ziet dit ‘gevoelvolle’ christenleven er in de praktijk uit? Allereerst zullen we ons erop moeten instellen dat we veel oefenen. Het woord ‘oefenen’ is een bekend begrip uit de christelijke geschiedenis. Het betekent dat we geloven gewoon moeten doen. We moeten niet alleen theoretisch reflecteren op wat we geloven, want die wetenschap staat of valt met het feit dat we geloven. Breng dus wat je ervaart, voelt en merkt bij God in gebed. Je verlangens, je wensen, je teleurstellingen, je geluk – breng alles bij God.

Als christen zijn we geroepen om ons gevoel altijd in gesprek met de Bijbel te brengen. (beeld aquatti/Shutterstock.com)

Als christen zijn we geroepen om ons gevoel altijd in gesprek met de Bijbel te brengen. (beeld aquatti/Shutterstock.com)

‘Vraag God wat u nodig hebt en dank Hem in al uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren’ (Filippenzen 4:6-7). Zoek die intense omgang met God. Eigenlijk hoef je daarin niet meer te doen dan Hem je hart te tonen. En Hij zal je vrede geven. Geluk en energie en rust ineen: sjalom.

Oefenen betekent ook: met vallen en opstaan. Het gaat niet allemaal in één keer. Het is geen garantie voor onmiddellijk geluk. Het is wel Gods belofte dat Hij ons vrede wil geven.

En oefenen betekent: keuzes maken. Professor De Bruijne sprak bij het aanvaarden van zijn functie als hoogleraar ethiek en spiritualiteit over het verband tussen voelen en kiezen. Echte (authentieke) christelijke keuzes worden pas gemaakt wanneer we ook in ons gevoel worden geraakt door Christus. Pas dan komen we in beweging naar Christus toe en gaan we op Christus lijken. Maar vervolgens moeten we met dat gevoel door oefening wel leren om ook te gehoorzamen.

In de bekende Bijbelse uitdrukking ‘de vreze des HEREN’ komen deze twee aspecten samen. Een christen kiest omdat hij geraakt is door God. Tegelijk is dat ‘geraakt worden’ een zaak van terugkerende, gehoorzame oefening.

De keuzes die wij in onze cultuur moeten maken, krijgen hierdoor een speciale kleur. Het gaat er niet zozeer om dat wij keuzes maken om ons eigen leven invulling te geven. Het gaat erom dat we leren kiezen door ons samen met Gods kinderen van alle tijden en plaatsen te oefenen in het christelijke geloof. Zo leren we onze gevoelens in Gods licht te stellen. Dat geeft ons ook de ruimte om er eerlijk mee om te gaan en wat goed is goed te noemen, en wat verkeerd is als zondig te bestrijden.

Oefenplaats

Wat ik voel, is er en moet serieus worden genomen. Maar mijn gevoel is niet de hoogste autoriteit. Wie zich volgeling van Jezus noemt, moet bereid zijn tot christelijke zelfreflectie. Waarom voel ik dit zo? Mag dit gevoel een argument zijn om iets wel of niet te doen?

Mijn geloofsbeleving heeft weliswaar een belangrijke stem, maar niet het laatste woord. In ethische keuzes (echtscheiding, homoseksualiteit, tijd- en geldbesteding) mag en moet gevoel tot klinken komen. Maar dan niet om hiermee een gesprek te besluiten, maar om het juist te openen. Mijn gevoel en geloofsbeleving kunnen nooit de laatste norm zijn. Dit gaat tegen de stroom van onze cultuur in, waar ‘ik voel het nu eenmaal zo’ de norm is. Maar als christen zijn we geroepen om ons gevoel altijd in gesprek met de Bijbel te brengen.

Mijn geloofsbeleving heeft weliswaar een belangrijke stem, maar niet het laatste woord

Geeft de Bijbel me dan altijd heldere antwoorden? Lezen we de Bijbel ook niet heel verschillend? Moet ik bij mijn Bijbellezen mijn gevoel uitschakelen? Dat zijn grote vragen die niet theoretisch op te lossen zijn. De enige manier om hiermee om te gaan is: ook deze gevoelens van verwarring en onzekerheid, van miskenning en ergernis misschien, bij God brengen en delen met je medechristenen. Dat is nu juist de oefening waarover ik het had.

De christelijke kerk moet een oefenplaats zijn. Niet dat we in kerkdiensten of kleine groepen elkaars beleving moeten aftoetsen, maar die samenkomsten zouden wel ruimte mogen bieden aan de ervaringen die ieder met zich meedraagt. Ruimte moet er dan ook zijn voor verschil en diversiteit – pluriformiteit misschien ook wel.

Erkenning van elkaars ervaring en beleving hoort bij kerk zijn, net zo goed als het gesprek dat daarna gevoerd kan worden. Omdat het uiteindelijk God is die ons de ruimte geeft: Hij doet ons samenkomen in de ruimte van zijn genade en liefde. Hij wil ons meenemen, onderweg naar zijn nieuwe koninkrijk. Onderweg word ik – met mijn ervaring – gezien door Hem, maar ik blijf niet onveranderd. Of beter: ik wil niet onveranderd blijven. Wat ik in de loop van mijn geloofsleven van God zelf mag ervaren, leer ik te delen. Allereerst met God zelf, maar ook met anderen. Zo leer ik wat een levendige omgang met God betekent.

Studiedag
De TU Kampen organiseert op 12 november onder de titel ‘Liturgisch leiderschap: plaats maken voor gebrokenheid’ een studiedag over lijdenservaringen en de manier waarop daar ruimte aan gegeven kan worden in de liturgie. Zie www.tukampen.nl/cursus-pep/liturgisch-leiderschap-plaats-maken-voor-gebrokenheid.

Over de auteur
Hans Schaeffer

Hans Schaeffer is universitair hoofddocent praktische theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen en redacteur van OnderWeg.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief