Christelijke visies op de eindtijd
- Opinie
- Thema-artikelen
Moeten we ons wel zorgen maken over deze aarde? Of is het een verloren zaak en kunnen we beter wachten op Gods nieuwe wereld? Barend Kamphuis laat zien dat de huidige werkelijkheid niet zo makkelijk van de toekomende werkelijkheid te scheiden is. Een pleidooi om hoop te houden voor deze wereld.
Madame de Pompadour moet het gezegd hebben: ‘Na ons de zondvloed.’ Zij was de maîtresse van de Franse koning Lodewijk XV. Na een verloren veldslag was de koning eens heel bezorgd. Toen zei ze tegen hem: ‘Het is nergens voor nodig zo verdrietig te zijn. Je zou er ziek van worden. Na ons de zondvloed!’ Dat betekent dus zoveel als: ‘Laten we ons niet druk maken over de toekomst. Het zal onze tijd wel duren.’
Nu wordt in de Bijbel de eindtijd wel vergeleken met de zondvloed: de toenmalige wereld is vergaan door het water, de tegenwoordige wereld zal op de dag van het oordeel worden prijsgegeven aan het vuur (2 Petrus 3:6-7). Een christen weet dat de wereld dit te wachten staat. Wat betekent dat voor onze levenshouding? Moeten we ons ernstige zorgen maken over deze wereld? Of beschouwen we het hier en nu bij voorbaat als een verloren zaak? Of moeten we ons misschien het vrolijke opportunisme van Madame de Pompadour eigen maken?
Vele opties zijn beschikbaar als je een christelijke visie op de eindtijd zoekt. Er zijn allerlei vormen van chiliasme (verwachtingen van een duizendjarig rijk), er is discussie over de plaats en de rol van Israël in de eindtijd en er is heel veel verschil van mening over het oordeel dat op de jongste dag zal plaatsvinden, evenals over de realiteit van hemel en hel. Te veel om hier allemaal te bespreken.
Eén kwestie wil ik er nu uithalen, die bij veel van die opties een rol speelt: de verhouding van de werkelijkheid nu tot de werkelijkheid straks. Wij verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont (2 Petrus 3:13). Is dat dezelfde hemel en aarde als nu, maar dan vernieuwd? Of is het een totaal andere werkelijkheid? Is er continuïteit tussen nu en straks, een wereld die door het oordeel heen hersteld wordt? Of is er discontinuïteit: de huidige wereld vergaat, er komt iets heel nieuws?
Discontinuïteit
Laten we eerst eens op dat laatste doordenken. Het is duidelijk dat er volgens de Bijbel wel degelijk een grote kloof is tussen de wereld van nu en de nieuwe wereld. Petrus spreekt daar in radicale termen over in zijn tweede brief: ‘De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op’ (2 Petrus 3:10). Het vervolg van deze tekst zegt volgens de NBV dat de aarde en wat daarop gedaan is ‘aan het licht komt’, maar het lijkt een stuk waarschijnlijker dat hier gelezen moet worden dat dat alles ‘platgebrand zal worden’. Kortom: er gaat een vernietigend oordeel over hemel en aarde.
Waarom deze radicale discontinuïteit? De vergelijking met de zondvloed maakt dat duidelijk. De zondvloed was nodig omdat het kwaad diep in de wereld zat: ‘De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitvoerden was steeds even slecht’ (Genesis 6:5). Nog altijd is de macht van de zonde en van de dood verschrikkelijk groot in de wereld. De toename van de plagen in de Openbaring aan Johannes wordt daarmee gemotiveerd: de mensen braken niet met hun afgoderij, ondanks Gods oordelen. ‘Evenmin braken ze met hun leven van moord en toverij, van ontucht en diefstal’ (Openbaring 9:21). Daarom is er geen rechtstreekse weg van deze wereld naar het komende rijk van God. Het kwaad moet worden uitgezuiverd. Dat zal deze wereld tot op zijn grondvesten aantasten.
Veel christenen leven in theorie of praktijk in twee werkelijkheden
Er zijn vormen van christelijke toekomstverwachting waarin dit vergeten dreigt te worden. In de tweede helft van de vorige eeuw leefden er bij veel christenen grote verwachtingen van de strijd tegen onrecht, armoede en uitbuiting in de wereld. Het koninkrijk van God leek door onze inspanningen gevestigd te kunnen worden.
Nu is er niets mis met de strijd tegen onrecht, armoede en uitbuiting. Integendeel. Maar als je denkt dat zo het koninkrijk komt, dan vergeet je je eigen zonde en machteloosheid. Er is een veel radicalere ingreep nodig om onze wereld werkelijk nieuw te maken. Een ingreep die alleen maar van boven kan komen, van God. Anders verval je in ‘horizontalisme’: je vergeet de noodzaak van Gods verticale ingrijpen.
Eigenlijk zag je zoiets al bij de reactie op Jezus’ optreden. Veel mensen verwachtten dat door Hem het koninkrijk van God zou komen. Maar ze dachten over dat rijk in horizontale termen: bevrijding van de Romeinse bezetters, herstel van het aardse koninkrijk van David. Ze haakten af toen Jezus niet aan die verwachtingen voldeed. Dat alleen door de dood heen het leven kon verschijnen, dat was voor hen niet te accepteren. Het kruis van Jezus is de dood voor alle horizontalisme.
Continuïteit
En toch… Jezus komt wel degelijk het rijk van David herstellen. Na zijn opstanding vragen de leerlingen Hem: ‘Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Dan zegt Jezus niet: ‘Dat ga Ik helemaal niet doen.’ Hij zegt alleen: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader (…) heeft vastgesteld over de tijd (…) waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden’ (Handelingen 1:6-7). Niet: die gebeurtenissen zullen niet plaatsvinden. Maar: laat het tijdstip over aan God. Maar het zal gebeuren. Het oude rijk van David wordt hersteld. Continuïteit!
Niet alleen het rijk van David wordt hersteld. De schepping zelf wordt ook hersteld. In Romeinen 8 tekent Paulus op aangrijpende wijze het lijden van de schepping als gevolg van zonde en dood. Maar er is hoop: ‘De schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt’ (Romeinen 8:21). Er is toekomst voor de schepping. Continuïteit!
Opportunistische oppervlakkigheid wordt door Hem veroordeeld en optimistisch horizontalisme loopt stuk op het oordeel
Zoals dat voor heel de schepping geldt, zo geldt het ook voor ons als schepselen, met lichaam en ziel. Een christen gelooft niet alleen in ‘het leven na de dood’, in de hemel. Een christen gelooft in ‘het leven na het leven na de dood’ (Tom Wright, Verrast door hoop). Ik geloof de opstanding van de doden. Mijn lichaam, met al zijn beperkingen en gebreken, is toch niet voor de dood bestemd. Eens zal het opstaan, zonder beperking en gebrek. Maar het is hetzelfde lichaam. Continuïteit!
Levenshouding
Veel christenen hebben in theorie of praktijk een dualistisch wereldbeeld. Dualisme betekent dat je in twee werkelijkheden leeft. Je hebt de aardse werkelijkheid: je beroep, je gezin, de politiek, de maatschappij. En je hebt de geestelijke werkelijkheid: je leven met God, bidden, Bijbellezen, naar de kerk gaan. Die twee werkelijkheden hebben eigenlijk niets met elkaar te maken. Want de aardse werkelijkheid gaat toch te gronde. Hier beneden is het niet. Wat werkelijk belangrijk is, dat is het geestelijke leven. We richten ons op de hemel, waar we eens hopen te leven voor het aangezicht van God.
Zo’n levenshouding kan heel ernstig en ingetogen zijn en veel liefde voor God en zijn dienst tonen. Maar het doet geen recht aan ons geloof dat God de schepper van hemel en aarde is en dat Hij nooit zijn eigen werk verloochent.
Gods verlossende werk in Christus heeft de radicaliteit van het kruis: deze wereld moet met Christus door de dood heen. Maar Gods verlossing heeft ook de kracht van de opstanding: door de dood heen is er leven. Met hetzelfde lichaam als waarmee Hij begraven was, stond onze Heer op. Zo gaat God met zijn schepping om. Deze schepping wordt niet prijsgegeven, maar vernieuwd. Het koninkrijk van Israël wordt werkelijk hersteld. En onze sterfelijke lichamen zullen leven.
Noach
‘Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken (…) en zoals men niet wist dat de vloed zou komen (…) zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt’ (Matteüs 24:37-39).
Jezus kende de houding van ‘na ons de zondvloed’. Opportunistische oppervlakkigheid wordt door Hem veroordeeld en optimistisch horizontalisme loopt stuk op het oordeel. Maar daarmee is dualisme niet gerechtvaardigd. Uiteindelijk is dat ook een houding van ‘na ons de zondvloed’: we kunnen deze wereld wel aan zijn lot overlaten. Een christen heeft en houdt echter hoop voor deze wereld. De hoop van kruis en opstanding.
Barend Kamphuis (GKv) is emeritus hoogleraar systematische theologie.