Praktisch evangelie

Heleen Sytsma-van Loo | 5 maart 2016
  • Reportage
  • Thema-artikelen

‘Verkondig het evangelie, desnoods met woorden.’ Het is een gevleugelde uitspraak onder christenen. Veel organisaties brengen het in de praktijk door uit naastenliefde barmhartigheidswerk te doen, waarbij expliciet spréken over het evangelie geen vooropgesteld doel is. Geïnspireerd door de zeven werken van barmhartigheid komen in dit artikel enkele van dat soort initiatieven voorbij, opgezet of ondersteund vanuit kerken.

Eten en drinken

Vanuit een verlangen om iets te doen voor de samenleving, waarin steeds meer mensen alleen komen te staan, ontstond in Wageningen negen jaar geleden de werkgroep Bindmiddel. Inmiddels participeren daarin drie kerken (GKv, NGK en Evangeliegemeente Salem). Samen organiseren ze om de andere week een driegangenmaaltijd voor zo’n zestig mensen. Het project is KomEet gaan heten en regelmatig is de belangstelling voor de maaltijden groter dan de maximale capaciteit.

In een samenleving waarin steeds meer mensen alleen komen te staan, organiseert het project KomEet in Wageningen om de andere week een driegangenmaaltijd voor zo’n zestig mensen. (beeld g-stockstudio/Shutterstock)

In een samenleving waarin steeds meer mensen alleen komen te staan, organiseert het project KomEet in Wageningen om de andere week een driegangenmaaltijd voor zo’n zestig mensen. (beeld g-stockstudio/Shutterstock)

Siep van de Dijk is één van de initiatiefnemers en nog steeds als coördinator bij het project betrokken. ‘We zijn niet impulsief van start gegaan’, vertelt hij. Het initiatief lag destijds bij de GKv; de NGK haakte een jaar later aan. Er is goed geluisterd naar input vanuit kringen en studenten van de CHE hebben een buurtonderzoek gedaan om te zien waar specifiek behoefte aan is in Wageningen. Van de Dijk: ‘Op grond van die gesprekken is toen gekozen voor een maaltijdproject en dat loopt nog steeds als een trein. Koken gebeurt bij toerbeurt door kringen uit de drie betrokken gemeentes; elke kring is daardoor maar ongeveer één keer per jaar aan de beurt.’

Bij het vijfjarig bestaan van KomEet noemde de burgemeester van Wageningen, die ook weleens was wezen mee-eten, het project ‘één van de lichtpuntjes in het bestaan’ en prees hij de continuïteit ervan.

Dak- en thuislozen

‘Vanuit het geloof probeer ik de dak- en thuislozen nabij te zijn’, vat Wieke de Wolff haar werk als straatpastor samen. Daklozen zijn mensen die veelal overdag op straat leven en in de nachtopvang slapen. Voor thuislozen hoeft dat niet te gelden, maar zij missen vaste grond onder hun bestaan. Ze hebben vaak mentale problemen en daarnaast meestal geen werk, weinig contacten en weinig geld.

Wieke doet haar werk sinds 2004 in dienst van de Jeruzalemkerk (NGK Utrecht), samen met een hele groep vrijwilligers vanuit de NGK en andere kerken. Ooit begon Wieke haar werk als straatpastor door met een kannetje koffie, bekertjes, suiker en melk de mensen op straat op te zoeken en een praatje met hen aan te knopen. Nu ziet ze vooral veel mensen bij de wekelijkse inloop van het straatpastoraat in de Jacobikerk. Daarnaast zoeken zij en haar collega’s mensen op, onder meer in de dagopvang van het Catharijnehuis. Ook is er elke maand een gebedsviering in de Domkerk en eten ze maandelijks met ‘vrienden van de straat’ tijdens de maaltijdviering.

‘Het belangrijkste is hun een luisterend oor bieden en hen niet veroordelen’, vertelt ze. ‘Noem het maar diaconaat met een pastoraal accent. Daar is onder de doelgroep veel behoefte aan. Er is veel wantrouwen naar hulverleningsinstanties, en ook wel schaamte. Kernwoorden in mijn werk zijn daarom trouw, betrouwbaarheid, vergeving en barmhartigheid.’ Het evangelie met woorden verkondigen gaat Wieke niet uit de weg, maar de daden gaan voorop.

Kleding

In Nieuwleusen kunnen mensen die onder de armoedegrens leven sinds drie jaar terecht bij een kledingbank. Vanuit de sociaal-diaconale werkgroep is Kledingbank Nieuwleusen ontstaan. Hierin participeren leden van de plaatselijke PKN en GKv. Allemaal vrijwilligers.

Secretaris Femmy Stolte: ‘Zo’n 170 adressen uit ons dorp en de omringende dorpen zijn aangemeld door hulpverleners en hulpverleningsinstanties, variërend van Vluchtelingenwerk tot de huisarts. Zij komen in aanmerking voor een soort stempelkaart waarmee ze gratis voldoende kleding en schoenen kunnen komen uitzoeken. Per seizoen wordt één kaart per gezinslid uitgegeven.’

De veelal gebruikte kleding wordt in speciaal daarvoor bestemde containers in het dorp verzameld, maar sinds de kledingbank als stichting is aangesloten bij de Vereniging Kledingbanken Nederland, wordt er door bedrijven ook wel nieuwe kleding gedoneerd.

Zieken

De organisatie Sizanani werkt in het Nqutudistrict in Zuid-Afrika, het zendingsgebied van de NGK, en biedt onder meer aidszorg. Die bestaat uit bewustwordingsbijeenkomsten voor lokale hulpverleners, de inzet van jeugdwerkers voor voorlichting op scholen en in de kerken, en thuiszorg voor aidspatiënten.

Sizanani leidt veel vrijwilligers op tot thuiszorgwerker. Soms zijn ze zelf hiv-positief, maar toch zorgen ze voor zieken en zwakken in hun gemeenschappen. (beeld Sizanani)

Sizanani leidt veel vrijwilligers op tot thuiszorgwerker. Soms zijn ze zelf hiv-positief, maar toch zorgen ze voor zieken en zwakken in hun gemeenschappen. (beeld Sizanani)

Een grote groep vrijwilligers is en wordt opgeleid tot thuiszorgwerker. Eén van hen is Nonhlanhla. Marga Baron van Sizanani vertelt over haar: ‘Ze bezocht laatst Sifiso, die vanwege zijn ziekte zo zwak is dat hij niet meer kan opstaan en naar buiten kan gaan. Sifiso’s zus wilde hem wel eten brengen, maar durfde hem niet aan te raken, omdat ze bang was om besmet te worden.

Nonhlanhla kon haar en Sifiso’s tante vertellen hoe ze samen het beste voor hem kunnen zorgen, zodat hij weer wat kan aansterken.’ Dat kan, leert ze hun, als hij elke dag op dezelfde tijd zijn medicijnen inneemt en goede voeding krijgt. Met plastic zakken over hun handen kunnen Sifiso’s zus en tante hem wassen en verzorgen zonder gevaar op besmetting. Bij de kliniek kunnen ze luiers voor hem ophalen, die ze na gebruik moeten verbranden.

Baron: ‘Er werken nu dertig thuiszorgers als Nonhlanhla voor Sizanani. Soms zijn ze zelf hiv-positief. Maar toch zorgen ze voor zieken en zwakken in hun gemeenschappen. Ze hebben succes, maar verliezen ook patiënten, en dat is zwaar. Wij bij Sizanani hebben veel bewondering voor hen.’

Gevangenen

‘De woorden van Jezus: “Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe” zijn leidend in mijn werk voor de organisatie Kerken met Stip’, vertelt Hendrine Horden-Verkade uit Leerdam. Ze werkt er als coördinator en koppelt gedetineerden, ex-gedetineerden en hun familie aan kerken die zich voor die doelgroep willen inzetten. In zo’n veertig plaatsen verspreid over het hele land zijn inmiddels Kerken met Stip, bijna tachtig in totaal. En wat Hendrine betreft mogen dat er best meer worden. De stip verwijst naar een gebruik onder zwervers in het verleden om de huizen waar ze welkom waren voor een maaltijd of voor onderdak te markeren met een stip.

‘Iemand die vrijkomt uit de gevangenis heeft, heel simpel, behoefte aan een persoon die hem of haar opwacht bij de poort met een eenvoudige sporttas, om de stigmatiserende blauwe vuilniszak met schaarse bezittingen zo snel mogelijk weg te kunnen doen. En vervolgens heeft zo iemand behoefte aan een kop koffie, een praatje, een netwerk. Je geeft hun daarmee het gevoel dat ze welkom zijn in de buitenwereld’, vertelt Horden.

‘Maar reken er als kerk niet op dat ex-gedetineerden uit zichzelf bij je aankloppen, zelfs niet als ze trouwe bezoekers van de bajeskerk waren’, vervolgt ze. ‘De drempel naar een kerkdienst is vaak te hoog. Buitenkerkelijke sociale activiteiten zijn meestal geschikter om hen bij de gemeenschap van de kerk te betrekken. Je zult er zelf op uit moeten om hen op straat of in de opvang op te zoeken.’ Soms zijn er goede contacten tussen de burgerlijke gemeente of de reclassering en lokale kerken en komen ex-gedetineerden langs die weg met kerken in contact.

Horden sluit af met: ‘Je bekommeren om (ex-)gedetineerden vraagt om een nederige, niet-veroordelende houding. Ga naast hem of haar staan en laat zien dat je beseft dat je zelf van genade leeft.’

Doden

Heel soms gebeurt het dat er iemand overlijdt die geen nabestaanden en geen financiële middelen voor een begrafenis of crematie heeft. Van de gemeente Amersfoort heeft uitvaartondernemer Hans Meijerink de taak gekregen om voor hen een uitvaart te regelen. Hij gaat in deze zogenoemde maatschappelijke uitvaarten verder dan het minimale dat de gemeente van hem verwacht. ‘Ik haal geen lichaam op in een ziekenhuis om het in een kist te stoppen en af te leveren bij een crematorium.’

Op allerlei aanvullende diensten die Meijerink samen met anderen levert – zoals het verzorgen van een bloemstuk, de zoektocht naar iets persoonlijks uit het leven van de overledene (‘soms voel ik me een beetje een detective’) en de samenkomst met gasten – is de term pro Deo heel letterlijk van toepassing. Meijerink werkt vanuit zijn geloofsovertuiging: ‘Het is Gods liefde die mij drijft, en de wetenschap dat elk mens een schepsel van God is.’

Voor de samenkomsten stelt de GKv van Amersfoort-Centrum de Kandelaarkerk meestal ter beschikking, vanuit het verlangen om gastvrij en van betekenis te zijn in de samenleving.

Webtips

Voor wie meer wil weten over de genoemde initiatieven: ze zijn allemaal op internet te vinden, via onderstaande links.

www.kom-eet.com
www.geloofinutrecht.nl/Geloof_in_Utrecht/Straatpastoraat
www.kledingbanknieuwleusen.nl
www.kledingbanken-nederland.nl
www.sizanani.nl
www.kerkenmetstip.nl
www.facebook.com/maatschappelijkeuitvaarten

Over de auteur
Heleen Sytsma-van Loo

Heleen Sytsma-van Loo is neerlandicus en redacteur van OnderWeg.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief