Psalmberijming

Bob Wielenga | 24 oktober 2016
  • Blog

In KwaZulu-Natal was ik betrokken bij het berijmen van de psalmen in het isiZulu. Als zendelingen hadden we een stevige discussie over de vraag of de hele psalm regel voor regel berijmd moest worden of dat het toch beter was om de psalmboodschap tekstgetrouw in een aantal coupletten samen te vatten. We kwamen er niet uit. In de liedbundel, waarvan in 1992 een tweede editie verscheen, komen beide versies voor.

De Geneefse melodieën sneuvelden gelijk al, met aller instemming. Het was niet om aan te horen: Geneefse wijzen gezongen door een isiZulu-sprekende gemeente!

Taalkleed

Zoals ieder kleed slijt ook een taalkleed. Steeds sneller worden we gedwongen om het te vervangen door een nieuw kleed. Het oplappen van een oude berijming werkt niet echt. Tegelijkertijd is gehechtheid aan psalmteksten, juist in berijming, moeilijk te doorbreken. Zo zingen we in Die Gereformeerde Kerke van Suid-Afrika nog altijd de psalmen in de berijming van de bekende Afrikaner dichter Totius uit 1936.

Afrikaans is een levende taal, die zich ontwikkelt in nauwe samenhang met de steeds veranderende cultuur. Dat blijkt wel als we de Totius-berijming vergelijken met die van T.T. Cloete uit 2001. En nog duidelijker zien we de taalveroudering in de Totius-berijming als we die van Antjie Krog ernaast leggen.

Als voorbeeld neem ik Psalm 19, omdat Krog daarvan een berijming heeft gemaakt die voorkomt in het psalmboek dat alle Afrikaanssprekende kerken gebruiken. Ik zet de drie berijmingen van de verzen onder elkaar; dat maakt vergelijking makkelijker. De voorbeelden zijn gekozen uit het eerste couplet.

(Totius):
Die hoë hemelrond vertel met blye mond Gods heerlijkheid en eer,
En, wonderbaar deurglans, vermeld die wye trans die werke van die Heer.
(Cloete):
Die hemel bly vertel hoe God deur sy bevel sy handewerk verrig.
(Krog):
Die hemel stort dit uit, die aarde roep dit luid: Gods hand het ons gemaak!

Totius is wijdlopig en heeft dan ook zeven coupletten nodig om de hele Psalm weer te geven. Cloete en Krog schreven elk vijf coupletten. Totius werd beïnvloed door de oude Nederlandse berijming uit 1773. Soms lijkt het erop dat hij het Nederlands gewoon ‘verafrikaanst’ heeft. Krog is het modernst; haar berijming is hier pittig, direct en sluit goed aan bij de onberijmde psalm.

Ik geef een ander voorbeeld uit het eerste couplet.

(Totius):
Die dag roep oorals luid en duisendstemmig uit die loffelike sprake;
Die nag se stille stap meld kunde en wetenskap deur al sy donkerwake.
(Cloete):
Daar klink van dag tot dag oor God se skeppingsmag welluidend ‘n berig.
Die nagte sonder woord sê dit voortdurend voort van heinde en van verre.
(Krog):
Dag meld dit teenoor dag, nag fluister teenoor nag: tot eer van God gemaak!

Opnieuw valt de directheid van Krog op; zonder een omhaal van woorden geeft ze de psalmgedachte weer in een taalkleed dat ons vandaag kan aanspreken. Ook Cloete is al een duidelijke verbetering vergeleken met Totius’ berijming. Maar 1938 is ook wel erg lang geleden, taalkundig haast even lang als 1773!

De Godsnaam

Onlangs schreef Freddy Gerkema in OnderWeg over De Nieuwe Psalmberijming, waarbij hij aandacht vroeg voor de vertaling van de Godsnaam. In de berijming in het isiZulu vermeden we de naam uMveliqangi. Dat is de gebruikelijke naam voor God de schepper in de traditionele Zulu-religie. Deze naam roept allerlei associaties op die haaks staan op wat de Bijbel ons over God vertelt. Het past beter bij een deïstisch godsbeeld: God als de eerste beweger, die zich verder niet met zijn schepping bemoeit. We hadden andere mogelijkheden. Theologie spreekt een stevig woordje mee bij psalmberijmingen.

De dichter als theoloog

In Psalm 19 laat de dichter Totius ook zijn andere ik, de theologieprofessor J.D. du Toit, aan het woord. Totius/Du Toit was een leerling van H.H. Kuyper, onder wie hij promoveerde op het proefschrift Het methodisme als gevaar voor het calvinisme (1903).

Hij was een overtuigde neocalvinist, wat we in zijn berijming van Psalm 19 terugvinden. Hij laat de stille nacht “kennis en wetenschap” aankondigen. Mij is niet helemaal duidelijk wat ik me hierbij moet voorstellen. Theologisch verwerkt hij echter het neocalvinistische leerstuk van de algemene openbaring in zijn berijming.

In het vierde couplet komt Gods heilige wet ter sprake, de bijzondere openbaring. We worden hier herinnerd aan artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, over de kennis van God door middel van het boek der natuur, maar speciaal door de Bijbel. Psalm 19 wordt in artikel 2 ook als bewijstekst opgevoerd. Maar kennis en wetenschap stonden nog niet op de agenda van de dichter van Psalm 19. Dat was Du Toits eigen toepassing, beïnvloed als hij geweest zal zijn door de ‘wijsbegeerte der wetsidee’ van Dooyeweerd en Vollenhoven, in Zuid-Afrika geïntroduceerd door zijn collega H.G. Stoker.

Terecht zijn kennis en wetenschap bij Cloete en Krog verdwenen. We moeten een psalm niet meer laten zeggen dan exegetisch verantwoord is.

Over de auteur
Bob Wielenga

Ds. Bob Wielenga is emeritus predikant van de NGK Kampen en woonachtig in Zuid-Afrika.

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Het mysterie van Jezus’ wonderen

Rolf Robbe
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen
Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Voor wie meer wil ontdekken over: Wonderen

Peter Hommes
  • Reisbagage
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief