Schrijfster Elise Lengkeek over het getijdengebed

Leendert de Jong | 4 maart 2017
  • Interview
  • Thema-artikelen

Bidden is mooi: je kunt spreken tot God, de hemelse Vader. Bidden is moeilijk: hoe voorkom je dat je vooral bidt op momenten die jou passen of dat je bij God steeds een verlanglijstje inbrengt? Waarschijnlijk zitten de gedachten en gevoelens van christenen over bidden ergens tussen deze twee uitersten: mooi én moeilijk. Er zijn manieren om hierin te groeien. Een nog niet zo bekende is het getijdengebed. Kortgeleden verscheen hier een boek over: Mijn getijdengebed. Bidden op het ritme van de dag. Schrijfster is Elise Lengkeek. OnderWeg praat met haar.

Elise Lengkeek is tekstschrijver en auteur. Ze heeft diverse boeken op haar naam staan, onder meer De hel van Tjideng (1995/2010) en Ik beken (2009), over de overlevingsstrijd van twee mensen ten tijde van de oorlog in Nederlands-Indië, en Niemand weet waar ik ben (2009), over de strijd tegen kanker. Zie ook www.eliselengkeek.nl en www.mijngetijdengebed.nl.

Iedereen voelt wel aan wat de term betekent, maar toch even de vraag: wat is een getijdengebed?
‘Een getijdengebed is het bidden op vastgestelde uren van de dag. In de kloosterpraktijk zijn er veel van die uren, wel zo’n acht. Maar het kan ook anders, bijvoorbeeld op vier momenten: ochtend, middag, avond, nacht.’

Elise Lengkeek: 'Als ik met het getijdengebed begin, ontvang ik kracht voor een hele dag.' (beeld Ruud Ploeg)

Elise Lengkeek: ‘Als ik met het getijdengebed begin, ontvang ik kracht voor een hele dag.’ (beeld Ruud Ploeg)

Uit wat ik erover las, begrijp ik dat het getijdengebed oude papieren heeft.
‘Het gaat terug op de tijd van de Joodse ballingschap. Het volk had heimwee naar de tempel en miste de offers. Toen zijn mensen gaan bidden op de uren van de offers. Daar heeft de priester Ezra op voortgebouwd met een achttienspreukengebed, waarvoor hij uit oude bronnen putte, bijvoorbeeld de psalmen en de profeten. De openingszin van dat gebed komt uit Psalm 51: “Ontsluit mijn lippen, Heer, en mijn mond zal uw lof verkondigen.” Veel later hebben de eerste christenen – dit waren veelal Joden – dit overgenomen. Ook zij offerden niet meer op de oudtestamentische manier, maar hielden het bidden op vaste momenten op een dag in ere.’

En dat bleef zo in de vroege kerk?
‘Ja, via de woestijnvaders: christenen die in de derde eeuw door vervolging moesten vluchten en in de woestijn een bestaan opbouwden. Zij richtten zich graag op de aanbidding van God door stilte, gebed en meditatie. Zij stonden aan de wieg van het kloosterleven, omdat ze elkaar geregeld opzochten om samen te bidden en te eten.

In de zesde eeuw formuleerde de abt Benedictus van Nursia zijn Regel voor monniken, waarin hij onder meer vastlegde hoe het bidden op de uren van de dag moest verlopen. Hij deed dit vanuit een bijzonder motief: hij wist dat er veel dingen niet goed gaan als mensen gaan samenleven en samenwerken. Zijn Regel kenmerkt zich door mildheid, wijsheid en aandacht voor een dienende levenshouding. Zodat de monnik steeds denkt: wat is nodig, niet voor mijzelf, maar voor de groep? Voor Benedictus zijn gebed en werk even belangrijk; beide moet je ten diepste loslaten, zodat God jou kan vullen met wat van Hem is.’

Nu klinkt in het woord ‘getijdengebed’ inderdaad iets door van tijden op een dag, maar ook van eb en vloed. Zit dat er ook in?
‘Ik denk dat dat de eerste associatie bij het woord is: eb en vloed. Je kunt ook zeggen: nemen en geven. Maar dichterbij ligt de gedachte van bidden op vaste uren op een dag. En het getijdengebed heeft ook iets in zich van de seizoenen in een jaar: ook een dag heeft als het ware seizoenen. Een dag begint als een nieuwe lente, er is in twee fasen op een dag groei, daarna verzinkt de dag in het winterse duister van de nacht.’

Je zei: eb en vloed, nemen en geven. Is dat laatste een soort typering voor het getijdengebed, dat je geeft en ontvangt?
‘Ja. Voor mij is dit de grootste bezieling van en bij het getijdengebed. Je geeft tijd, je geeft gehoor aan God. Niet als een nieuwe wet, omdat het moet, nee, je reageert op een uitnodiging van God, die zegt: “Kom gerust, op die en die tijdstippen, welkom.” Vanuit de “kloktijd” van nu stap je hiermee als het ware al in de nieuwe tijd, het voorportaal van de eeuwigheid.’

‘Het getijdengebed is geen kunstje’

Je kiest in je boek voor vier vaste tijdstippen op een dag.
‘Ja, op de “scharnieren” van een dag: morgen, middag, avond en nacht. ’s Morgens begin ik met een gebed van ongeveer een kwartier. Je kunt zeggen: is dat niet veel? Tegelijk: er zijn zo veel mensen die per dag soms meer dan een uur bezig zijn met Facebook, dus wat is veel? Als ik zo begin, ontvang ik kracht voor een hele dag. Het middaggebed is compacter, met een lezing uit het Nieuwe Testament en de indrukwekkende lofzang van Zacharias. Het avondgebed is wat langer, met als vast onderdeel bijvoorbeeld de lofzang van Maria en een geloofsbelijdenis. Ten slotte volgt voor de nacht het kortste gebed, afgesloten door de lofzang van Simeon.’

Eb en vloed: je geeft. Wat mag je ontvangen?
‘Ik vind het heel mooi dat je in het getijdengebed zo veel verschillende dingen ontvangt, die elk voor zich een blik op God geven. Je bidt. Er is ruimte voor lofprijzing. Je leest een psalm of een ander Bijbelgedeelte. Je luistert naar muziek. Je bent stil.

Kortgeleden zei iemand tegen mij over het getijdengebed: “Ik heb het gevoel dat ik in sterke armen gedragen word.” Dat gevoel herken ik. Bovendien stempelt het mijn hele dag. In het ochtendgebed staat de zin: “Neem ons nu onder uw machtige hoede.” Dan denk ik, als ik aan het werk ga of ga autorijden: oké, Hij ziet me overal waar ik ga of sta, wie ben ik dat ik als een gek aan het werk ga of mij misdraag in het verkeer?

Het bidden van het getijdengebed is tegelijkertijd geen kunstje. Er kunnen dagen zijn dat het niet lukt, door ziekte of andere dwingende omstandigheden. Ook mij overkomt dat. Dan voel ik me niet schuldig: God heeft mijn gebed niet nodig! Maar ik mis het wel. C.S. Lewis merkte eens op: “Bidden verandert God niet, het verandert mij!”’

‘Laat een tekst gewoon maar staan en laat die zoals die is tot je komen’

Is het getijdengebed vooral een manier om met regelmaat te bidden?
‘Daar zeg ik volmondig ja op. Het getijdengebed haalt je weg van het gebed als jouw verlanglijstje. Het voorkomt ook dat jij vooral bidt op momenten die jou uitkomen. Ik vergelijk het wel met de maaltijden: ook die gebruik je op vaste momenten op een dag. En je gebruikt die elke dag, omdat een goede maaltijd goed is voor je lichaam. Natuurlijk kun je ook best een keer of een dag zonder, maar het liefste houd je het normale ritme aan. Laat het zó ook zijn met je gebed: het is goed voor je ziel om tot God te gaan en naar Hem te luisteren. Dus wil je geen dag zonder.’

Mijn getijdengebed is het nieuwste boek van Elise Lengkeek.

Mijn getijdengebed is het nieuwste boek van Elise Lengkeek.

Maar heeft die regelmaat niet het gevaar in zich dat het moet, een nieuw soort gebod?
‘Niks moet, alles mag. God nodigt uit. Hij zegt: “Kom maar.” En als dit een keer niet lukt, of als vier keer per dag niet gaat, prima: ga dan op een andere manier op zijn uitnodiging in. Want het getijdengebed is geen hoge norm. Dus als het een keer niet lukt, doe het dan op jouw manier. Het keert zich namelijk tegen je als je het doet omdat je denkt dat het moet of als je de gemiste gebeden wilt inhalen. Ook hier past de vergelijking met de maaltijd: je gaat ook niet al je overgeslagen maaltijden inhalen.’

Is het getijdengebed vooral een manier om goed te bidden?
‘Het vrije gebed en het getijdengebed hebben hun eigen plaats en waarde. Maar vooral het getijdengebed scherpt mijn besef dat God heilig is. Dat Hij het waard is om geprezen te worden, om tegenover Hem schuld te belijden, om Hem voor zijn gaven te bedanken. Door al die verschillende elementen besef je steeds: wie ben ik tegenover God? Want ook al is God een relatie met jou aangegaan, besef wel dat Hij God is!

Tegelijk: het getijdengebed is geen doel op zich, het is een middel, met een prachtige inhoud. Het is ook meer dan een formuliergebed. Dat hoor ik weleens als kritiek, dat die vaste woorden algauw een sleur worden. Maar ook in je eigen gebed kun je zomaar standaardwoorden gebruiken, die net zo goed een sleur worden.

Vergelijk het getijdengebed met zo’n fraai gevormde haag in een koninklijke tuin of een kloostertuin, waar je onderdoor kunt lopen. Uiteindelijk gaat het niet om die haag zelf, maar om wat je ermee kunt doen. Zo is het ook met het getijdengebed. Het is mogelijk om te kiezen voor verschillende vertalingen en voor muziek van psalmen of lofliederen die jij graag hoort.’

Bid jij ook wel andere gebeden?
‘Zeker. Als we hier thuis zijn en er is bezoek tijdens het eten of op andere momenten, dan bid ik “gewoon”. En ook als je voorbede voor een ander wilt doen, kun je eigen woorden gebruiken.’

Welke tip wil jij lezers meegeven als het gaat om het getijdengebed?
‘Maak er eens tijd voor. Probeer enkele vaste momenten op een dag uit te trekken voor het getijdengebed. Doe het getijdengebed op jouw manier. Maar blijf niet al op voorhand weg van teksten die nu eenmaal bij het getijdengebed horen. Want ook al klinken die misschien ouderwets of begrijp je de tekst uit een lofprijzing of uit de Bijbel niet in één keer, dat hoeft ook niet! Laat een tekst gewoon maar staan en laat die zoals die is tot je komen.’

Heeft het getijdengebed toch niet iets in zich van te doordacht, te áf? Een gebed mag toch ook iets van stamelen hebben. In de Bijbel staat dat Christus voor ons pleit en dat de Geest onze gebeden aanvult.
‘Ik vind dit de mooiste vraag van dit interview. Als je niet oppast, kan het getijdengebed inderdaad zo overkomen. Maar als je kijkt hoe het ontstaan is, is dit gebed voor mij juist een bewijs van mijn afhankelijkheid van God. Eigenlijk zeg ik hiermee: “Dit is mijn geschenk aan U, Heer, vanuit mijn hart. U ziet wie ik ben als niemand kijkt: ik heb U zo nodig!”

Over de auteur
Leendert de Jong

Leendert de Jong werkt in de media en is oud-hoofdredacteur van
OnderWeg.

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

‘Niemand van ons weet hoe het zit’

Arie Kok
  • Reportage
  • Thema-artikelen
Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Slim zijn ze, wie maakt ze wijs?

Alexandra Matz
  • Beschouwing
  • Thema-artikelen

Reageer op dit bericht

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief