Bent u de vrouw van God?
Almatine Leene | 2014-11-01
Een jongen stond op blote voeten voor een schoenenwinkel en tuurde bibberend van de kou door het raam. Een passerende
vrouw liep naar hem toe en vroeg: ‘Wat sta je daar te doen?’ Hij zei: ‘Ik vroeg aan God om een paar schoenen.’ De vrouw
nam hem bij de hand, liep de winkel in en vroeg de verkoper om een teiltje met warm water. Daarmee waste ze de vuile
voeten van de jongen. Toen vroeg ze aan de verkoper een paar sokken en kocht een paar schoenen voor de jongen. Toen ze
de sokken en schoenen had betaald, keek het jongetje haar met verbaasde ogen aan en vroeg haar: ‘Bent u de vrouw van
God?’ (A.F. Troost, Prijs je gelukkig).- Jaargang 58
- nummer 20
De vrouw van God? Kun je dat zijn? Uiteraard niet letterlijk. Maar het is wel degelijk mogelijk om God te vertegenwoordigen, want we zijn geschapen naar Gods beeld. Dat is een diepe grond en motivatie voor diaconaat. Het maakt een groot verschil in de praktijk als je je daarvan bewust bent. Het zorgt ervoor dat je de ander als waardevol ziet, dat je de ander nodig hebt én dat je beseft dat de ander jou nodig heeft.
FILOSOFISCH
Het eerste wat in de Bijbel over de mens staat, vinden we in Genesis 1:26-27: ‘God zei: “Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.” God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.’
Maar wat betekent het precies dat we geschapen zijn naar Gods beeld? De dominante interpretatie is altijd geweest dat mensen, anders dan dieren rationele wezens zijn. Dit kwam ook omdat God vaak gezien werd als het meest intelligente wezen dat uit één substantie bestond. Dat was immers het meest betrouwbaar. Maar daardoor werden veel mensen, zoals vrouwen en gehandicapten, al snel uitgesloten, omdat zij niet werden gezien als rationele wezens. Ook had het tot gevolg dat er een scheiding tussen lichaam en ziel kwam, waarin het eerste steeds onbelangrijker werd. Verder kwam het individu voorop te staan: het ging om jouw relatie met (de ene) God, de onderlinge relaties tussen mensen waren minder belangrijk. Op deze invulling valt behoorlijk wat kritiek te leveren. Is het niet eerder een filosofisch gedachtegoed? In de Bijbel kom je niet tegen dat het lichaam ondergeschikt is aan de geest. En iedereen is toch naar Gods beeld geschapen? Om te voorkomen dat het beeld van God op allerlei onbijbelse manieren wordt geïnterpreteerd, is het belangrijk om eerst de vraag te beantwoorden wie God is. Want we zijn immers naar zijn beeld geschapen, en niet andersom.
SCHEPPINGSGEGEVEN
Wie is God? We leren hem in de Bijbel kennen als Vader, Zoon en Geest. God belijden we daarom als de Drie-ene. Dat begrip vat in één woord samen dat God relaties kent en zijn wezen liefde is (1 Johannes 4:6-18). De Triniteit is een volmaakte eenheid en verscheidenheid. Dat God liefde is, heeft Jezus heel duidelijk laten zien in alles wat Hij op aarde kwam doen. Hij is hét beeld van God (2 Korintiërs 4:4, Kolossenzen 1:15). Zonder zijn Vader kon Hij niets doen, en wat Hij deed, deed Hij vervuld door de Heilige Geest.
Je zou kunnen zeggen dat Gods liefde zich kenmerkt door dienstbaarheid. Niet alleen de drie Personen onderling dienen elkaar, maar God kwam naar de aarde om ons te dienen (Matteüs 20:28). Dat is het Evangelie in een notendop. Christus kwam ons redden van alles wat ervoor zorgt dat we het leven niet voluit kunnen leven, zoals het is bedoeld. Uiteraard valt er nog veel meer te zeggen over God, maar liefde is duidelijk de kern. En naar het beeld van die Drie-ene zijn wij geschapen. Wat betekent dat dan voor ons?
Allereerst moeten we zeggen dat elk mens beeld van God is. Niemand is daarvan uitgesloten. Het is een scheppingsgegeven. Hoe slim je bent, hoeveel geld je hebt, hoe je eruitziet, het heeft daar allemaal niets mee te maken. Dat betekent dus dat iedereen waardevol is. Niet alleen omdat je zijn schepping bent, maar vooral omdat je Gods beelddrager bent. Elk mens kan daarom iets van God laten zien. Om die reden zegt de Bijbel ook dat je niemand mag vermoorden (Genesis 9:6).
De vrouw die de jongen schoenen gaf, vond hem belangrijk genoeg om geld aan uit te geven. Maar andersom bleek ook dat de jongen de gever hoogachtte. We laten vaak iemands waarde afhangen van hoeveel geld diegene heeft of hoe vrolijk, mooi of jong iemand is. Maar iedereen is beelddrager en dat zou de enige kwalificatie moeten zijn die telt. Door de vrucht van de Geest is het mogelijk om de ander zo te zien (Galaten 5:22-23).
Beeld van God zijn brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. Naar jezelf en naar de ander. Laat jij inderdaad Gods liefde zien? En zie je in iemand anders Gods beeld terug? Alleen als je jezelf als waardevol ziet, kun je de ander als waardevol zien.
Iedereen is beelddrager van God, dat zou de enige kwalificatie moeten zijn die telt
Tot slot is er nog een reden waarom het besef dat je Gods beelddrager bent je oproept om naar de ander om te zien: geschapen zijn naar het beeld van God betekent dat je de ander nodig hebt. God vond het niet goed dat de mens alleen was (Genesis 2:18), daarom schiep hij een mannelijk en vrouwelijk geslacht. Uiteraard is elk individu beeld van God, maar we zijn het vooral ook samen. Pas in relatie met andere mensen en met de Drie-enige God worden we werkelijk mens. Mannelijk en vrouwelijk zijn samen mens. We kunnen niet zonder elkaar, laat staan zonder God. We zijn geschapen om samen te werken; als gezin, als collega's, als vrienden. Slechts dan kan de aarde voortbestaan, en juist dan laten we zien hoe belangrijk relaties voor God zijn.
Als je beseft dat je de ander nodig hebt, gaat het niet meer alleen om wat je kunt geven, maar ook om wat je kunt ontvangen. Denk niet dat iemand die geen geld heeft jou niets kan geven. Integendeel. Vaak kunnen juist mensen die niets hebben heel veel geven. Ze beseffen waar het om draait in het leven en kunnen je veel leren over het belang van relaties.
MIJZELF
We leven in een individualistische samenleving en het draait allemaal om onszelf. Jouw carrière, jouw gezondheid, jouw pensioen en ga zo maar door. Dat zorgt ervoor dat je algauw denkt dat je enkel verantwoordelijk bent voor jezelf en dat anderen jou niet nodig hebben en jij hen ook niet. Maar dat is een leugen die sinds de zondeval bestaat; het denken dat we zonder God en andere mensen kunnen.
De zondeval is ten diepste een relationele breuk (B.L. Meyers gaat hier uitgebreid op in in zijn boek Walking with the poor). Alle problemen die we in deze wereld kennen, zijn dan ook uiteindelijk relationeel van aard. Daar moeten we de oplossing zoeken.
God kwam de gebroken relatie tussen ons en Hem en de gebroken relatie tussen mensen onderling weer herstellen. De weg daarnaartoe is die van dienstbaarheid, zoals God ons door Christus heeft laten zien. Jezus geeft hét voorbeeld hoe relaties weer hersteld kunnen worden en hoe je kunt openstaan voor de ander. Hij diende zijn Vader, door de Heilige Geest, en de mensen om zich heen als slaaf (Filippenzen 2:7). Dat is ook de weg die wij moeten gaan. Jezus wijst ons hoe hét beeld van God eruitziet. Dat betekent dat we de ander belangrijker moeten achten dan onszelf (vers 3). Vaak hebben we het in de kerk over wat je allemaal beter niet kunt doen. Maar misschien is het wel belangrijker om te kijken naar wat we wel moeten doen. Bijvoorbeeld: niet mogen doden betekent tegelijkertijd de ander het leven geven. Niet mogen echtbreken betekent je man of vrouw op alle mogelijke manieren gelukkig proberen te maken. En dat alles vraagt dienstbaarheid en gerichtheid op de ander.
Door de kracht van de Geest kunnen we God en de ander dienen zoals Jezus dat deed. Johannes is er zelfs heel duidelijk over: ‘Als iemand zegt: “Ik heb God lief,” maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben’ (1 Johannes 4:20-21).
De ander liefhebben en dienstbaar zijn is niet slechts een kwestie van iets ‘doen’, net zoals beelddrager-zijn dat niet is. Het gaat om wie je bent en dat vraagt om jezelf te geven zoals Jezus deed en de Drie Personen zich aan elkaar geven.
Een paar jaar geleden was ik in een kerkdienst waar een heel aantal jongeren belijdenis van geloof aflegde. Aan ieder van de jongeren werd apart gevraagd wat ze aan God wilden geven. Iedereen noemde iets, maar het mooiste zei een gehandicapte jongen die in een rolstoel zat. Hij antwoordde: ‘Ik wil mijzelf aan God geven.’ Dat is echte dienstbaarheid. Daarmee dien je God en je medemens. Hij kan jou dan gebruiken op zijn manier, als zijn beeld en gelijkenis. In de Tweede Wereldoorlog was er een kerk waar een Jezusbeeld stond, maar dit was door een bombardement vernield. Boven het beeld stond de inscriptie: ‘Kom tot mij’. Toen men het beeld aan het restaureren was, kon men de handen van Jezus niet vinden. Dus schreven ze boven het beeld: ‘Wees mijn handen. Wees mijn beeld.’
VROUW
God is niet een God op een afstand, maar een God van relaties, die heel dichtbij is gekomen door Christus en de Heilige Geest. Het wezen van de Drie-ene God is liefde. Daarom is beeld-van-God-zijn een grote verantwoordelijkheid. Het maakt dat iedereen van waarde is en ook zo behandeld moet worden. En daarbij laat het beeld van God zien dat we anderen nodig hebben, en uiteraard dat anderen jou nodig hebben. Dat vraagt om een dienstbare houding. Op die manier mag je iets van de Drie-ene God laten zien. God vindt relaties belangrijk, want het is deel van zijn wezen. Daarom is God mens geworden. Als je jezelf die houding van dienstbaarheid, door de Geest gedreven en naar het voorbeeld van Christus, voorhoudt, kan het zomaar gebeuren dat iemand jou de vrouw van God noemt!
Almatine Leene is theoloog, docent en schrijver.