Sandro Bouwman
Interview | 2014-11-01
Visie op en beleid over diaconaat is er genoeg, maar hoe ziet diaconaat er in de praktijk uit?
De Reformatie en Opbouw vroegen het aan zes gemeenteleden uit de GKv en NGK.- Jaargang 58
- nummer 20
Wat verstaat u persoonlijk onder diaconaal werk?
‘Het is voor mij meer dan alleen zondags rondgaan met een collectezak. Het is bouwen aan Gods Koninkrijk op aarde. Omkijken naar mensen. En dat niet alleen in je eigen gemeente.’
Wat doet u op dit moment op diaconaal gebied?
‘Mensen helpen die zorg nodig hebben. Bijvoorbeeld door boodschappen te doen voor mensen die het niet breed hebben, eenzamen en ouderen te bezoeken en voor- en najaarmarkten te organiseren, waarvan de opbrengst bestemd is voor een goed doel.’
In hoeverre bent u hier tevreden mee?
‘Ik doe graag iets voor een ander. Het maakt mij gelukkig om een ander blij te maken. Liefde vermenigvuldigt zich als je haar deelt. Daarom is diaken te mogen zijn in kerk en buurt zo mooi.’
Wat was bepalend voor uw keuze voor dit diaconale werk? De nood, uw gaven, de mate van voldoening die het geeft, de hoeveelheid tijd die u beschikbaar hebt, iets anders?
‘Toen ik de vraag kreeg of ik diaken wilde worden, had ik niet veel bedenktijd nodig. Dit is toch prachtig werk?’
Wringt uw diaconale werk weleens met uw persoonlijke leven? Vraagt het om ‘offers’? Welke offers?
‘Soms is het lastig plannen. Naast mijn eigen bedrijf en winkel kom ik weleens in tijdnood. Maar de keuze om diaken te worden heb ik niet alleen gemaakt. Mijn vrouw en kinderen zijn hierbij betrokken en zij spelen uiteindelijk een grote rol in mijn functioneren. Verder heb ik met mijn twee diakencollega's een goede takenverdeling, waardoor er geen offers gebracht hoeven te worden om al het werk goed te volbrengen.’
Wat wilt u bereiken door uw diaconale werk?
‘Niet alleen met woorden maar ook met daden laten zien wat het betekent om Christus na te volgen. In de kerk, maar vooral ook buiten de kerk.’
‘Liefde vermenigvuldigt zich als je haar deelt.’
Hoeveel komt daarvan terecht in de praktijk? En wat belemmert u daarbij?
‘Soms is voor mensen de drempel te hoog om hulp te vragen of aan te nemen, waardoor we niet altijd wat voor de mensen kunnen betekenen.’
Bereikt u mensen van buiten de kerk met uw diaconale werk? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
‘Ja, soms komen er via de website hulpvragen van mensen buiten de gemeente die in nood zitten. Deze mensen proberen we zo praktisch mogelijk te helpen en te betrekken bij onze gemeente.’
Op wie moet het diaconaat volgens u in eerste instantie gericht zijn? Op de eigen gemeente of ook op de samenleving om ons heen?
‘In eerste instantie op de eigen gemeenteleden, maar de mensen in de samenleving om ons heen zijn net zo goed onze naasten.’
Wat zou u in de toekomst nog beter of anders willen doen in uw persoonlijke diaconaat?
‘Ik zou ons gemeente-zijn in de wijk verder willen uitbreiden. We hebben daar nu de mogelijkheden voor, sinds we een kerkgebouw hebben gekocht.’