'Er is een groot intern zendingsveld'

KIRSTEN HIDDING | 2014-08-09
  • Jaargang 58
  • nummer 15

Jongeren moeten tijdens hun studententijd leren om op eigen benen te staan en komen voor keuzes te staan.

Hoe ben ik christen tijdens mijn studententijd?

 

 

 

Meer dan de helft van de jongeren die geen lid worden van een studentenvereniging verliest tijdens of na zijn studie zijn geloof. Voor hen die zich wel bij een christelijke studentenvereniging aansluiten geldt dat in mindere mate.

Dat beeld heeft Cees Griffioen, studentenwerker bij IFES. Steeds meer ontdekt hij dat evangeliseren niet begint bij het bereiken van niet-kerkelijke studenten, maar bij het uitleggen van de impact van het Evangelie aan christelijke studenten.

 

 

 

Al meer dan achttien jaar is Cees Griffioen actief bij IFES, een organisatie die christelijke studentenverenigingen toerust in hun geloofsgroei en studenten uitdaagt om hun geloof uit te dragen.

 

 

 

Kun je een beeld schetsen van de Nederlandse studentencultuur?

'De studententijd is een periode vol veranderingen. Jongeren moeten leren om op eigen benen te staan en moeten zelf beslissingen nemen.

Ze komen voor keuzes te staan. Wat voor studie ga ik doen? Waar zoek ik nieuwe vrienden? Wat ga ik eten?

Maar ook: hoe ben ik christen tijdens mijn studententijd?

Die laatste vraag wordt nog weleens overgeslagen, terwijl het volgens mij een heel belangrijke is. Op de universiteit of hogeschool zijn christenen in de minderheid. Vooral op technische universiteiten heerst een kille cultuur.

Er bestaat het vooroordeel dat christelijke studenten van de kerk niets mogen en overal tegen zijn. Ze zijn tegen abortus, euthanasie, seks voor het huwelijk en mogen op zondag niet veel omdat ze naar de kerk gaan.

Christelijke studenten verwachten dat dit vooroordeel heerst, met als gevolg dat ze in hun schulp kruipen en niet durven ervoor uit te komen dat ze christen zijn.

Het is van belang dat christelijke studenten zich aansluiten bij een christelijke studentenvereniging. Dat is een veilige plek om de vragen te stellen waar ze in de collegezaal tegen aanlopen.

Hoe ga ik in gesprek over het geloof? Wat betekent het christelijk geloof voor mijzelf? Wat is traditie en wat staat er echt in de Bijbel?'

 

 

Hoe leer je studenten om hun geloof te verwoorden?

'Net als in de rest van de samenleving is er ook in de studentencultuur steeds meer ruimte voor spiritualiteit.

Dat biedt kansen. Op het moment dat christelijke studenten hun spirituele weg met Jezus begrijpelijk en relevant onder woorden kunnen brengen, is er ruimte om een persoonlijk verhaal te doen.

Helaas hebben veel christelijke studenten zelf nog niet ontdekt wat de relevantie van het geloof is. Daarom moet er geschud worden aan alle veiligheid die ze hadden, zodat ze ontdekken wat het geloof met hen zelf doet.

Voor de meeste studenten vanuit de evangelische, gereformeerde of reformatorische hoek is dit een hele uitdaging. Het vraagt om een omslag in hun denken. Gelukkig zie ik ook studenten die heel goed in staat zijn om het Evangelie voor te leven en te delen met hun medestudenten. Ik denk dat het vooral van belang is dat we studenten toerusten om in gesprek te gaan met hun niet-christelijke studiegenoten.

Een vraag die ik regelmatig hoor is: als het geloof voor mij niet werkt, wat heeft het dan voor zin voor anderen?

Ik zie ruwweg een tweedeling in de manier waarop studenten omgaan met deze vraag. De ene helft gaat radicaal voor God en deelt zijn leven met anderen, een ander deel laat het onverschillig en dan sijpelt het geloof langzaam maar zeker weg uit hun leven. Een enkeling breekt radicaal met het geloof.

Tijdens Live it!, de jaarlijkse toerustingsconferentie van IFES Nederland, was er een aantal internationale studentenwerkers van IFES World. Zij waren hier om te kijken hoe het eraan toegaat op Nederlandse conferenties en te ontdekken wat Nederlandse studenten bezighoudt. Eén van de dingen die hen opviel, was dat 50 procent van de studenten die ze op Live it! zagen niet echt christelijk was.

Ze doen leuk mee op een bijbelkring, zingen voor God en noemen zich christen, maar dat blijkt niet uit hun levenswandel (bijvoorbeeld uit hun geldbesteding).

Ze vertelden ook dat veel Nederlandse studenten vroegen hoe zij tot geloof waren gekomen. Ze hadden nog nooit zo vaak hun verhaal mogen vertellen.

Onze internationale collega's vonden dat bijzonder, maar voor mij toont het ook aan dat het voor Nederlandse studenten nieuw is dat mensen tijdens hun studententijd tot geloof komen.

Ik hoop dat dat voor onze studenten een eyeopener is en dat het hun verwachting laat groeien dat God dat ook in Nederland kan geven, en hen daarvoor kan inschakelen.'

 

 

Waarom denk je dat christelijke studenten de impact van het Evangelie nog niet ervaren?

'Een zegen en tegelijkertijd grote hindernis is dat 99 procent van de christelijke studentenverenigingen bestaat uit studenten met een christelijke achtergrond. Ze zijn opgegroeid met het geloof en weten precies hoe het hoort. Maar de vraag is of ze ook in hun hoofd, hart en handen geraakt zijn door het Evangelie. Als dit zo is, gaan ze helemaal voor God. Als het geloof hen koud laat, hobbelen ze wat mee op de studentenvereniging en haken ze dikwijls na hun afstuderen alsnog af. Ik zou ze cultuurchristenen kunnen noemen: ze worden voor de gezelligheid lid van een vereniging, maar komen niet tot levend geloof.'

 

 

Hoe kun je voorkomen dat studenten 'cultuurchristenen' blijven?

'Er is volgens mij veel basaal onderwijs nodig. De eerste les is dat geloven begint bij geliefd zijn. Weet dat je een kind van God bent en proef de diepte daarvan, zonder “moeten” of “eisen”.

Vanuit die diepe verbondenheid komt vervolgens gehoorzaamheid, enthousiasme en toewijding voort. Maar dan wel in die volgorde. Deze basis is voor veel christenen moeilijk te bevatten.

Verder geloof ik dat geloofsgemeenschappen van cruciaal belang zijn. We hebben een veilige omgeving nodig om over onze vragen en twijfels te praten, maar ook om opgebouwd te worden. Ik denk dan aan “communities” als studentenverenigingen, maar ook aan een bijbelkring, dispuut of jaargroep.'

 

 

Hoe ontdekte je deze behoefte aan basaal onderwijs en gemeenschap?

'Ik heb dit vooral gezien door IFES Nederland te vergelijken met IFES Europa. De IFES-groepen in de rest van Europa verschillen erg van de Nederlandse studentenverenigingen.

Het eerste verschil is de grootte. Ik hoor regelmatig van Europese collega’s dat we gezegend zijn met zo veel christelijke studenten. In Nederland zijn drieduizend studenten aangesloten bij IFES, terwijl in andere landen soms maar dertig christenen bij IFES betrokken zijn. Tegelijkertijd ervaren ze Nederlandse studentenverenigingen als gesloten bolwerken. Er is weinig ruimte voor buitenstaanders en nietchristenen om binnen te komen.

IFES is het afgelopen jaar gezegend met steeds meer plaatselijke studentenwerkers.

Deze groei zorgt ervoor dat we meer aanwezig zijn bij borrels, verenigingsavonden, gala’s, lezingen, enzovoort. We ontdekken hierdoor dat er meer studenten worstelen met geloofstwijfel, basale vragen en persoonlijke problemen dan we dachten.

In eerste instantie wilden we meer plaatselijk studentenwerk opzetten zodat we meer konden evangeliseren, maar nu blijkt er nog een groot intern zendingsveld te zijn.' Wat is volgens jou de ideale situatie?

'Mijn droom is dat verenigingen warme, enthousiaste gemeenschappen van discipelen zijn, waar zoekers een plek krijgen en waar studenten God kunnen ontmoeten. Daarnaast bid ik dat afgestudeerden als een discipel van Jezus in kerk en werk God dienen en Hem zichtbaar maken. Dit kan leiden tot meer integriteit op de werkvloer, meer oog voor mensen in een individualistische prestatiecultuur en meer zorg voor Gods schepping.

Ook droom ik dat er meer diepgelovige wetenschappers zijn, die hun vak goed beoefenen, maar dit ook volop weten te verbinden aan hun geloof.

Het boek Geleerd en gelovig en de groep professoren 'Crux' in Delft zijn wat mij betreft hele hoopvolle tekenen hiervan. Door middel van een boek of een advertentie in het studentenblad laten zij zich expliciet uit over hun geloof.'

 

 

Hoe kunnen gemeenteleden studenten helpen?

'Wat primair nodig is, is gebed. Bid dat zoekende studenten, kerkelijk of niet, tijdens deze cruciale levensfase God leren kennen. Daarnaast is het van belang dat gemeenteleden aankomend studenten wijzen op studentenverenigingen.

Belangrijk is ook dat ze openstaan voor vragen van studenten.

Er is veel dat op hen afkomt, gesprekken met mensen met meer levenservaring kunnen hen dan verder helpen.

Tot slot wil ik benadrukken dat voorbeeldfiguren in de persoon van studentenwerkers op de verenigingen heel belangrijk zijn.'

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Reveil.

Kirsten Hidding is coördinator pr & marketing bij IFES-Nederland

 

 

 

IFES

Overal ter wereld hebben christelijke studenten zich verenigd om het Evangelie uit te dragen, de Bijbel te bestuderen, intellectueel gevormd te worden en elkaar op te bouwen in het leven als christen. Dat is IFES: de International Fellowship of Evangelical Students.

IFES wil studenten vormen tot gemeenschappen van discipelen die zijn veranderd door het Evangelie.

Zij hebben een zichtbare impact op de hogeschool en universiteit, in de kerk en de samenleving, tot eer van Christus.

 

Plaatselijk studentenwerk

IFES Nederland is een beweging van (internationale) studenten die bidden, bijbellezen en getuigen.

Bij deze beweging zijn aangesloten: C.S.F.R., Ichthus, VGS/ GSV, OZON, PoINT, een aantal hbo-verenigingen, theologenverenigingen en enkele losse studenteninitiatieven.

IFES Nederland maakt onderdeel uit van IFES World, dat actief is in ruim 150 landen en waar meer dan 500.000 studenten bij aangesloten zijn. Wereldwijd delen zij dezelfde roeping: 'Changing the world – one student at a time'.

Studenten dragen zelf de verantwoordelijkheid voor de organisatie en leiding van de studentenvereniging. Deze werkwijze is vormend voor de individuele studenten, maar vergroot ook de reikwijdte en impact van het werk van IFES.

De studentenwerkers van IFES werken in nauw contact met plaatselijke studentenverenigingen.

Een studentenwerker geeft ondersteuning op het gebied van bidden, bijbellezen en getuigen, meestal in overleg met de besturen van de studentenverenigingen.

De middelen die IFES hiervoor inzet, verschillen per stad en per vereniging. Te denken valt aan trainingen ('Hoe maak ik een bijbelstudie?') of volledige cursussen over getuige zijn in de stad, maar ook aan de coördinatie van cursussen die door studenten zelf worden gegeven. Andere voorbeelden zijn het organiseren van gebedsbijeenkomsten op de campus of counseling en bemoediging van plaatselijke leiders.

IFES streeft altijd naar maatwerk voor plaatselijke studentenverenigingen.

Vanzelfsprekend vormt gebed de basis van alle inspanningen.

Zie www.ifes.nl en www.ifesworld.org.

 

 

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief