Nieuwsgierige mensen

Emmy Viezee-Fock | 2014-10-18
  • Jaargang 58
  • nummer 19
De twee producenten van de film Een dorsvloer vol confetti wilden niet in vooroordelen vervallen. En daar deden ze wat voor, wist de recensent in Trouw te vertellen. De twee dames hadden een grondige studie gemaakt van de refocultuur. Ze zochten een refokunstenares op die hen wijzer kon maken, abonneerden zich op het Reformatorisch Dagblad, bezochten refoscholen en gingen naar kerkdiensten. Er zit een nieuwe generatie aan de filmknoppen, signaleerde de recensent. Een generatie die niet gebukt gaat onder kerkelijke frustraties.
Terwijl ik het artikel las, herkende ik hun nieuwsgierigheid. Dol ben ik op dat soort nieuwsgierige mensen, al maken ze het je soms knap lastig met hun vragen. Nog leuker vind ik het als een gesprek de cultuur voorbijgaat. Even niet meer over homo’s, de paus en kerkelijk gedoe, zonder aan het individuele belang af te doen. Meestal zijn er bij dit soort gesprekken twee keuzes: of de gesprekspartner is ergens bang voor of hij wil laten zien hoezeer hij van deze tijd is. Het werkelijk luisteren naar elkaar ontbreekt doorgaans.
Het zijn lastige onderwerpen, die het doorsteken naar de kern van het christen-zijn meestal belemmeren. Niet alleen bij mensen die niet kerkelijk betrokken zijn. Ook heel wat kerkgangers blijven vaak hangen in uiterlijke kenmerken: hoe leuk of niet leuk we het hebben als kerk en vooral dat onze kerk niet zo erg is als die van anderen. Ruimhartig vertellen over wat onze Heer heeft gedaan en wat dat nog steeds betekent, is andere koek. In ons eigen kerkelijke stramien blijven hangen is wel zo veilig. Ik beken schuld. Ik heb er ook geregeld last van. En toch verloopt het soms ook anders. Zomaar, onverwacht.

Afgelopen zomer hadden wij op die manier een paar indringende gesprekken met onze buren op de camping, zo’n oud ‘municipalletje’ in Frankrijk, waar verder geen normaal mens wil staan. Tijdens een stortbui van een dag zagen we vanuit onze riante caravan hoe hun tentje wegzonk in een plas. Dat laat je niet gebeuren, dus nodigden we hen uit voor de koffie. Het werd witte wijn in de warme avondzon van de volgende dag.
Rond halfzes begonnen we met een beleefde conversatie. Het waren babyboomers uit Amsterdam. Door hun antichristelijke opvoeding waren ze beiden niet bekend met het christelijke geloof. De verrassing was groot dat ze naast een echte dominee stonden. Tegen elven kwamen we tot de ontdekking dat we niet meer gegeten hadden dan wat pinda’s, stokbroodjes, kaasjes en worstjes. We hadden intussen wel opgewekt de heersende wereldproblemen opgelost, met elkaar gesproken over boeken en theater, geloofskwesties, spiritualiteit, de Bijbel, Israël en Palestina en nog wat van die dingetjes. We hadden het over Gods liefde en het uitzicht dat je als christen hebt. Over en weer stelden we directe en persoonlijke vragen. We verwachtten geen flauwekulverhalen van elkaar. Geen algemene waarheden.

De verrassing was groot dat ze naast een echte dominee stonden

Het waren bijzondere gesprekken. We waren bepaald niet overgeleverd aan gouverneurs of koningen. Ook niet aan de heidenen. Voor die omstandigheden kregen de discipelen van Jezus de belofte dat zij de geschikte woorden zouden krijgen. Op die stille camping was het alleen maar vreselijk leuk en gezellig. Maar de woorden lagen er voor het oprapen. Vier dagen stonden we op prettig gepaste afstand van elkaar. In het voorbijgaan wierpen we nog eens een onderwerpje over de heg en de laatste avond kropen we weer tot 's avonds laat rond een campingtafeltje. Achteraf lieten we elkaar via LinkedIn nog even weten dat het zo fijn was geweest, daar aan dat stille riviertje.

Meld je aan voor onze gratis nieuwsbrief